Semantisatieverhaal: Het is nu maart, en na maart komt april hè Semantisatieverhaal: Het is nu maart, en na maart komt april hè. Ik vind 1 april altijd zo’n leuke dag! Je mag op 1 april grappen uithalen. Volgens mij vinden veel jongeren 1 april ook een leuke dag. De jongere is iemand van ongeveer 12 tot 20 jaar. Ik heb al een grap bedacht voor 1 april. Ik zeg zogenaamd, net alsof er een nieuwe regel op school is. Ik zeg dan zogenaamd dat iedereen aan het begin van de dag zijn rekenmachine bij mij in moet leveren. Ik ga mijn leerlingen dan deze boodschap, dit bericht geven: Iedereen moet zijn rekenmachine inleveren. En dan doe ik in alle rekenmachines lege batterijen. De rekenmachines zijn dan onbruikbaar geworden, je kunt ze niet meer gebruiken. De volle batterijen leg ik in een doos en de doos plaats ik dan in de kast. Plaatsen betekent iets een plek geven, neerzetten. Ik denk dat iedereen heel erg zal balen tijdens de rekentoets als hun rekenmachine het niet doet. Ik zal goed op mijn gedrag letten, op de manier waarop ik doe. Ik moet natuurlijk niet zenuwachtig gaan doen of gaan lachen. Want dan weet iedereen dat het een grap is en dan loop ik in de val, dan laat ik me vangen. Dan weet iedereen dat het een grap was. Als ze het niet grappig vinden, geven de leerlingen dat misschien aan bij de directeur. Dat de leerlingen het zeggen tegen de directeur. Ik hoop dat de directeur mijn grap ook leuk vindt en dat hij de grap niet strafbaar vindt. Misschien zet het ook wel iemand aan het denken. Misschien denken de leerlingen wel: ‘eigenlijk heb ik helemaal geen rekenmachine nodig’. Wat denken jullie? Lukt een rekentoets zonder rekenmachine?
Week 8 – 19 februari 2019 Niveau A Gerarda Das Mariët Koster Mandy Routledge Francis Vrielink Week 8 – 19 februari 2019 Niveau A
de jongere
zogenaamd Nieuwe regel:
de boodschap Nieuwe regel: Iedereen moet zijn rekenmachine inleveren!
onbruikbaar
plaatsen
het gedrag
in de val lopen Oh, het is nep!
Juf heeft een grap uitgehaald aangeven Juf heeft een grap uitgehaald
strafbaar
iemand aan het denken zetten
Op de woordmuur:
het kind de jongere de volwassene = iemand van ongeveer 12 tot 20 jaar de jongere het kind = iemand van ongeveer 12 tot 20 jaar Jongeren vinden 1 april vaak leuk.
het gedrag agressief zenuwachtig vrolijk = de manier waarop iemand doet agressief zenuwachtig vrolijk
bruikbaar onbruikbaar = wat je kunt gebruiken Dit is een bruikbare rekenmachine. = wat je niet meer kunt gebruiken De batterij is leeg, de rekenmachine is onbruikbaar.
strafbaar toegestaan = verboden (waar je straf voor kunt krijgen) Ik hoop dat de directeur mijn grap niet strafbaar vindt. = als iets mag Het is toegestaan om aan tafel te eten.
zogenaamd = als iemand doet alsof Ik zeg zogenaamd dat er een nieuwe regel op school is. de boodschap = het bericht, de mededeling Ik geef de leerlingen deze boodschap.
in de val lopen = zich laten vangen Als ik ga lachen, loop ik in de val. aangeven = laten weten, zeggen Misschien gaan de leerlingen het wel aangeven bij de directeur.
plaatsen = iets een plek geven, neerzetten Ik plaats de doos met batterijen in de kast.
iemand aan het denken zetten = iemand laten nadenken Misschien zet het ook wel iemand aan het denken.