De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Semantisatieverhaal: Ik was gisteren in Albert Heijn

Verwante presentaties


Presentatie over: "Semantisatieverhaal: Ik was gisteren in Albert Heijn"— Transcript van de presentatie:

1 Semantisatieverhaal: Ik was gisteren in Albert Heijn
Semantisatieverhaal: Ik was gisteren in Albert Heijn. Ze hebben weer de Hamsterweken. Ken je die slogan: “Het zijn weer hamsterweken bij Albert Heijn. Hamstereeeeeeen!!” De slogan is een korte zin waarmee je iets duidelijk maakt. Mijn dochter van 3 jaar was ook mee. Ze had zo’n kinderwinkelwagentje. Ik had door de slogan heel veel boodschappen in het kinderwinkel-wagentje gedaan. Er waren bijvoorbeeld reflectoren in de aanbieding en die had ik nodig voor mijn fiets. De reflector is iets wat licht terugkaatst. Dat kinderwinkelwagentje zat hartstikke vol met boodschappen. Mijn dochter kon niet goed zien waar ze naar toe moest. De enorme berg boodschappen was wel goed zichtbaar, die was duidelijk te zien. Maar ze kon het gangpad nu niet meer zien, dat was onzichtbaar. En toen ging ze rennen met het karretje..! Ja, dat doen peuters… Rennen wanneer het niet mag… De regel, dat is de afspraak over wat wel en niet mag, is dat je rustig loopt in de winkel. Niet rennen dus. Want dat is levensgevaarlijk! Levensgevaarlijk betekent heel erg gevaarlijk. Nou ja, misschien overdrijf ik een klein beetje. Levensgevaarlijk is het misschien niet, maar gevaarlijk wel. Ik zei nog: niet rennen in de winkel! Maar toen had ze al een aanrijding met een mevrouw. Een aanrijding betekent dat je rijdend tegen iemand aanbotst. Die mevrouw viel en haar shirt was kapot. Dat shirt moeten wij nu maken. En dat kost geld. Dat is eigenlijk een soort boete, dat is het geld dat je voor straf moet betalen. Die kinderwinkelwagentjes hebben zo’n vlaggetje hè. Dan vallen ze goed op. Opvallen betekent anders zijn dan andere dingen of mensen, zodat mensen ernaar kijken. Nou, als mijn peuter achter zo’n winkelwagentje loopt mag dat winkelwagentje ook wel verlichting hebben, dat is iets wat voor licht zorgt, of een sirene. Dan valt ze nog meer op. Ja, zo’n knipperende lamp lijkt me een goed idee! Een knipperende lamp gaat snel aan en uit. Dan zien anderen haar goed aankomen en kunnen ze op tijd aan de kant gaan.

2 Week 41 – 8 oktober 2019 Niveau A Gerarda Das Mariët Koster
Mandy Routledge Francis Vrielink Week 41 – 8 oktober 2019 Niveau A

3 slogan “Het zijn weer hamsterweken bij Albert Heijn. Hamsterééééén.”

4 reflector Zichtbaar = duidelijk te zien
Aanrijden = rijdend tegen iemand aanbotsen Levensgevaarlijk = heel erg gevaarlijk de verlichting = iets wat voor licht zorgt de regel = de afspraak over wat wel en niet mag Knipperen = snel aan en uit gaan de reflector = iets wat licht terugkaatst Opvallen = anders zijn dan andere dingen of mensen, zodat mensen ernaar kijken de slogan = de korte zin waarmee je iets duidelijk maakt de boete = het geld dat je voor straf moet betalen

5 zichtbaar

6 de regel

7 levensgevaarlijk

8 de aanrijding

9 de boete

10 opvallen

11 de verlichting

12 knipperend

13 Op de woordmuur:

14 de verlichting de zaklamp de schemerlamp de koplamp

15 de wet de regel de afspraak
de regel de afspraak Het is de regel dat je in de supermarkt niet rent maar rustig loopt.

16 gevaarlijk veilig levensgevaarlijk
gevaarlijk Let op! Het is levensgevaarlijk. Je kunt dood gaan. veilig

17 zichtbaar onzichtbaar
= duidelijk te zien     De berg boodschappen is goed zichtbaar. = niet te zien    Door het volle karretje is het gangpad voor haar onzichtbaar.  

18 de boete de beloning = het geld dat je voor straf moet betalen
     Ik krijg een boete omdat ik haar heb aangereden. = iets dat je krijgt als je iets goed gedaan hebt    Ik krijg een beloning, omdat ik het gras heb gemaaid.

19 de slogan = een korte zin waarmee je iets duidelijk maakt
= een korte zin waarmee je iets duidelijk maakt Kruidvat, steeds verrassend altijd voordelig!

20 opvallen = anders zijn dan andere dingen of mensen, zodat mensen er naar kijken

21 reflector = iets wat licht terugkaatst.
Ik had een nieuwe reflector nodig voor mijn fiets. knipperen = snel aan en uit gaan Zo´n knipperende lamp lijkt me een goed idee.

22 aanrijden = rijdend tegen iemand aanbotsen
Ze had een aanrijding met een mevrouw in de winkel.


Download ppt "Semantisatieverhaal: Ik was gisteren in Albert Heijn"

Verwante presentaties


Ads door Google