STARTENDE LEERKRACHTEN
Presenteren en solliciteren. Een goed verhaal.
Jezelf presenteren en solliciteren met een goed verhaal. Inspiratie: Simon Sinek- the golden circle.
Jouw eigen gouden cirkel. Wat Welke vaardigheden en kennis heb ik? Hoe Welke persoonskenmerken staan bij mij op de voorgrond? Hoe doe ik de dingen? Waarom Wat vind ik belangrijk? Waar sta ik voor?
Elevatorpitch
Persoonlijk Meesterschap, Bewustwording TUO p-fase 27 jan. 2015. Persoonlijk Meesterschap op de werkplek
Wie ben ik? en Wat is mijn werk? Doel Het versterken van de professionele identiteit Wie ben ik? en Wat is mijn werk? TUO p-fase 27 jan. 2015. Persoonlijk Meesterschap op de werkplek
In tweetallen Geef in 1 kernwoord 1 persoonlijke kernkwaliteit aan die laat zien wie jij bent als persoon en als professional + dan vervolgens in enkele zinnen dit kernwoord kort toelichten. M.a.w. wat typeert jou? Wie ben jij? Heb jij een goed beeld van je persoonlijke kwaliteiten? In hoeverre laat jij jezelf zien aan anderen? Hoe laat jij je als leraar zien? Hoe laat jij je als persoon zien? ik zelf 1 kernwoord + korte toelichting geven als voorbeeld.
Wat levert het op? Het biedt een stevig raamwerk om te komen tot Professionals met een sterke identiteit: Hebben een betere stressbestendigheid (Marcia, 1966) Stellen realistischere doelen en hebben meer realiteitszin (Marcia, 1966) Hebben een grotere mate van eigenwaarde en zelfvertrouwen (Marcia, 1966, Baumeister, 2011) Hebben succesvollere loopbanen (Arthur e.a. 1999, Hall e.a. 2002) Begrijpen anderen beter (Baumeister, 2011) Hebben een betere zelfregulatie (Baumeister, Vohs, & Tice, 2007) Hebben een positievere houding ten opzichte van de eigen professie en zijn beter bestand tegen slechtere werkomstandigheden (Beijaard, 2004) (Bron: Ruijters, M., Braak, van de E., & Oeffelt, T.: Topclass. 2013) Het biedt een stevig raamwerk om te komen tot Persoonlijk Meesterschap! TUO p-fase 27 jan. 2015. Persoonlijk Meesterschap op de werkplek
Persoonlijk Meesterschap Definitie Persoonlijk Meesterschap: Het handelen van leraren dat is ingegeven door een persoonlijke opvatting over goed onderwijs en goed leraarschap. Dit gebeurt deels intuïtief en deels beredeneerd in dialoog met de context. Op basis hiervan worden verantwoorde, professionele keuzes gemaakt met als doel de brede ontwikkeling van leerlingen te bevorderen (Castelijns & Hoencamp, 2013, p.44) TUO p-fase 27 jan. 2015. Persoonlijk Meesterschap op de werkplek
Persoonlijk meesterschap Wie ben ik? en Wat is mijn werk? Persoonlijke identiteit (wat wil ik?) en professionele identiteit (wie wil ik zijn in mijn werk?). Kan dat ook altijd? Doe je dat ook? Wat wil je en wat laat je zien?
Professionele Identiteitsspanningen Wat vind jij persoonlijk relevant? Wat vind jij relevant voor je beroep? Enkele deelnemers verwoorden de spanningen die zij ervaren. Vervolgens laten we ze de vragenlijst digitaal en op papier invullen. (Print de vragenlijst ook op papier uit.) Ervaar je wel eens spanning tussen https://nl.surveymonkey.com/r/LD8D2K3 TUO p-fase 27 jan. 2015. Persoonlijk Meesterschap op de werkplek
Inventarisatielijst 3 4 Print de inventarisatielijst uit en vul deze gezamenlijk in. Doe dit op het bord en op papier. TUO p-fase 27 jan. 2015. Persoonlijk Meesterschap op de werkplek
Professionele Identiteitsspanningen Hierna bij de kaart met nr. van de spanning gaan staan. Zo formeren we groepjes Kies een hoog gescoorde spanning (3-4). Noteer voor jezelf op welke wijze deze spanning concreet naar voren komt. Daarna bij de kaart met de gekozen PIDS gaan staan. TUO p-fase 27 jan. 2015. Persoonlijk Meesterschap op de werkplek
Gesprek in groepen Benoem de spanning die van toepassing is op je werkplek en geef de score aan: 3. meer wel dan niet van toepassing of 4. wel van toepassing Ieder vertelt aan de hand van de volgende 3 vragen over hoogst scorende spanning: Kun je een concreet voorbeeld noemen van een situatie waarin deze spanning speelde? Wat doet deze spanning met je? Wat betekent deze spanning voor jou en jouw handelen op de werkplek? De anderen luisteren en stellen verhelderings- en verduidelijkingsvragen. Vervolgens in gesprek met elkaar aan de hand van de volgende 2 vragen: Let op: bij vraag 5 is het de bedoeling dat alleen de persoon zelf zijn antwoorden bedenkt. Wat heb je tot nu toe ondernomen om met deze spanning om te gaan? Wat zou je nog kunnen doen? Wat past bij jou en jouw mogelijkheden op de werkplek? TUO p-fase 27 jan. 2015. Persoonlijk Meesterschap op de werkplek
Persoonlijk Meesterschap Agency Het hebben van controle over het eigen handelen, vereist autonomie en eigenheid van aanstaande leraren (Beijaard, 2009; Ketelaar, 2012) De aspecten van agency toelichten. Agency verwijst naar het hebben van controle over het eigen handelen. Leraren die agency op de werkplek ervaren, hebben controle over de keuzes die ze maken op de werkplek. Voor persoonlijk meesterschap op de werkplek is het tonen van agency door leraren van belang: zicht hebben op de eigen positie op de werkplek en daar veranderingen in aan kunnen brengen, zelf initiatieven tot leren nemen, verantwoordelijkheid dragen voor het eigen leerproces, daar zelf sturing aan geven en controle over hebben. Agency vereist derhalve een zekere mate van autonomie en eigenheid van leraren. De weg naar agency verloopt via het versterken van de professionele identiteit. Om het begrip professionele identiteit beter te kunnen duiden maken we even een uitstap naar het model van Manon Ruijters (2015) -Link naar de agencymeter? Ruijters, M., Braak, E., Draijer, H. e.a. (2015). Je Binnenste Buiten, over professionele identiteit in organisaties. TUO p-fase 27 jan. 2015. Persoonlijk Meesterschap op de werkplek
it’s about learning to dance in the rain’ Wat doet professionele identiteit? Waartoe dient zij? Uiteindelijk gaat het erom dat je weet of ontdekt waar je van bent, wat je wilt in je vak, waar je passie zit en hoe je daar verbinding mee blijft maken. Het gaat om goed willen zijn in dat vak en het met overtuiging uitoefenen, erin leren ‘dansen’, ongeacht de omstandigheden. ‘Life isn’t about waiting for the storm to pass, it’s about learning to dance in the rain.’ Meer concrete gezegd, gaat het over de volgende vier kernbegrippen: Zelfsturing Zelfsturing ofwel zelfregulatie draait om de vraag hoe mensen, over langere of kortere tijdsperioden, verleidingen kunnen weerstaan, kunnen volharden in een doel of heel zorgvuldig alternatieven kunnen afwegen om de beste weg ernaartoe te bewandelen (Baumeister & Vohs, 2012). Zelfsturing = in staat zijn een eigen koers te kiezen, rekening houdend met organisatie, vak en persoonlijk perspectief (Ruijters, 2015) Veerkracht Daar waar veerkracht afneemt, neemt kwetsbaarheid en uitputting toe. Veerkracht en stress worden dan vaak ook in één adem genoemd. Positiever is de definitie die Claxton (1999) aan het begrip veerkracht geeft: ‘Being ready, willing and able to lock onto learning’. Veerkracht = kunnen omgaan met veranderingen en ontwikkelingen, zonder jezelf kwijt te raken (Ruijters, 2015). Wijsheid Waar belanden we al mensen hun cognitieve vermogens gebruiken voor doelen die geen rekening houden met het welzijn van anderen (Sternberg, 1986)? Wijsheid maakt het onderscheid. Wijsheid kent meerdere perspectieven: wijsheid als kennis (bepaalde soort, hoeveelheid, diepgang), wijsheid als activiteit (de beste manier om iets te bereiken), wijsheid als manier van oordelen (het meewegen wat niet direct zichtbaar is), wijsheid als manier van waarnemen (voorbij het voor de hand liggende te kijken), wijsheid als deugd (grote bescheidenheid t.o.v. eigen inzichten) Sternberg (1990) definieert wijsheid als: het integreren van kennis en ervaringen, op een manier die niet alleen jezelf maar ook anderen ten goede komt. Zelfkennis, zelfvertrouwen en eigenwaarde spelen een grote rol (Marcia, 1966, Baumeister, 1999) Wijsheid = de rust om vanuit een helder onderscheid tussen de eigen kleur en de kleur van de ander, toegevoegde waarde te leveren (Ruijters, 2015). Excellentie Het gaat hier niet om ‘het beter zijn dan een ander’, maar om: ‘Het beste uit jezelf halen’. Bij excellentie draait het dus om het realiseren van je volledig potentieel. Daarbij is het nodig om jezelf te leren accepteren, inclusief de donkere kanten, dat je leert goede relaties met anderen aan te gaan, dat je het maximale uit jezelf haalt, dat je betekenis geeft aan wat je wilt met je leven, dat je ongeacht je context een zekere mate van autonomie behoudt en de omgeving vormt naar je eigen behoeften (Ryff, 2014). Excellentie = gedrevenheid en leergierigheid om het maximale uit jezelf en (de uitoefening van) je vak te halen (Ruijters, 2105) Deze vier kernbegrippen zijn bruikbaar om te achterhalen of professionele identiteit in het spel is en om te bepalen of we er aandacht aan willen besteden. ‘Life isn’t about waiting for the storm to pass, it’s about learning to dance in the rain’
Leraren die controle hebben over het eigen handelen, zijn in staat eigen keuzes te maken in hun handelen op de werkplek (Beijaard, 2009; Ketelaar, 2012). Ze hebben een eigen inbreng in (de aanpak van) hun les- en niet-lesgebonden activiteiten, kunnen hun handelen in uiteenlopende omstandigheden sturen en kunnen hun taken goed managen (vgl. Heiders attributie-theorie). Leraren die autonomie ervaren, weten wat van hen wordt verwacht, kunnen zichzelf zijn, worden door anderen serieus genomen en met hun leerbehoeften wordt rekening gehouden (vgl. Ryan & Deci, 2002). Leraren ervaren eigenheid wanneer zij hun persoonlijke ontwikkeling kunnen laten zien, een goed beeld hebben van hun persoonlijke kwaliteiten als leraar, zichzelf als leraar kunnen laten zien en de persoonsgerichte feedback van anderen gebruiken (vgl. Bots & Putter, 2014). We willen jullie vragen een persoonlijk dossier aan te leggen waarin je (voor)beelden verzameld die laten zien wie jij bent als persoon en als leraar. Beelden die je tegenkomt zowel binnen als buiten jouw praktijk. Beelden waar sprake is van controle, eigenheid en autonomie. Het zouden echter ook beelden kunnen zijn die een bepaalde, of de door jou gekozen, professionele identiteitsspanning laten zien. Omdat je dit altijd en overal tegen kunt komen, geven wij je een instrument waarvan wij hopen dat je die daarvoor gaat gebruiken. Dit instrument is de app leren met aandacht. TUO p-fase 27 jan. 2015. Persoonlijk Meesterschap op de werkplek
Hoe nu verder? Naast de mogelijkheid van de app Leren met aandacht om zoveel mogelijk je profiel / portfolio te vullen met beelden in de app, willen we je ook een uitdaging meegeven met betrekking tot één van de door jou gekozen professionele identiteitsspanning. Denk eens na over een mogelijke plan van aanpak waarmee je de professionele identiteitsspanning voor jou beheersbaar wilt maken. Maak daarbij gebruik van de agencymeter. In het persoonlijk gesprek met je coach zal dit plan van aanpak centraal staan. De beelden die je geplaatst hebt in de app kunnen mogelijk jouw verhaal in deze bespreking ondersteunen. TUO p-fase 27 jan. 2015. Persoonlijk Meesterschap op de werkplek