« DE HUISARTS – SPECIALIST »

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
SINT LUKAS HOGESCHOOL BRUSSEL
Advertisements

KWALITEITSZORG november 2012
Nathalie Ragheno Adviseur bij het Juridisch departement van het VBO
VOORSTEL TOT HERVORMING VAN DE ORDE DER GENEESHEREN Walter Michielsen Ondervoorzitter Nationale Raad.
Tijdelijk onderwijs aan huis voor kinderen met een chronische ziekte Els Meerbergen Studiedag 18 maart 2013 Platform van Onderwijs aan Zieke Leerlingen.
De nieuwe wetgevingsprocedures
UNILEVER BELGIUM Aandelenoptieplan.
Medico-legale status van richtlijnen
1 Resultaten marktonderzoek RPM Zeist, 16 januari 2002 Door: Olga van Veenendaal, medew. Rothkrans Projectmanagement.
November 2013 Opinieonderzoek Vlaanderen – oktober 2013 Opiniepeiling Vlaanderen uitgevoerd op het iVOXpanel.
Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
1 Fonds voor de medische ongevallen. 2  Opdrachten  Toepassingsgebied  Vergoedingsvoorwaarden  Raad van bestuur Fonds voor de medische ongevallen.
Onderwijs aan zieke kinderen. Onderwijs aan zieke kinderen Tijdelijk Onderwijs Aan Huis Info- en sensibiliseringscampagne vanaf februari 2012 Folder bestemd.
Sint Jorisschool Examenvoorlichting Studie & Voorbereiding Examen Uitslag Diploma.
Sint Jorisschool Examenvoorlichting
Krankzinnigenwet 18 juni 1850 : Opgeheven
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Voorontwerp van wet “Diverse bepalingen”, hoofdstuk “Administratieve vereenvoudiging” Deel “Rijksregister”
IAE UPEX Wie heeft welke rol?
De Kalender en De Seizoenen Ellen Adriansens Gegradueerde in de ergotherapie BuSo – OV 2 – 2 e graad Algemene en Sociale Vorming Raamplan BuSo.
Hoorzitting resoluties CVS 19 maart 2014 Commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu & de Maatschappelijke Hernieuwing.
BZ voor de Klas 3 juni 2010.
DE NOTARIS EN BEMIDDELING: 10 jaar later 20 mei 2009.
Verkiezingen 2014 E. Van Verdegem. Verkiezingen 2014 Welke verkiezingen? Agenda Belangrijkste wijzigingen Varia
Nationale Campagne Safe Surgery Checklist Eerste resultaten en doelstellingen van de federale overheid Stéphanie Maquoi Dr. Margareta Haelterman Louiza.
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 1 Kwaliteit en Patiëntveiligheid in de Belgische ziekenhuizen anno 2008 Rapportage over.
DE BIJZONDERE BEROEPSTITEL VAN VERPLEEGKUNDIGE GESPECIALISEERD IN GERIATRIE EN DE BIJZONDERE BEROEPSBEKWAAMHEID VAN VERPLEEGKUNDIGE MET EEN BIJZONDERE.
Elke 7 seconden een nieuw getal
1. 2 De ontwikkeling van creatieve concepten t.b.v. mediacampagnes. Peter van Kessel Creatief Directeur, Headland Interactive.
Inkomen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid
Varia Mer-forum deskundigen 19 mei Varia 1. Actualisatie richtlijnenboeken 2. Erkenning Mer-coördinator 3. Infosessie Archeologie 4. Vaak gestelde.
1 7 nov Rijnsburg 7 nov Rijnsburg. 2 Hebreeën 7 15 En nog veel duidelijker wordt het, als naar het evenbeeld van Melchisedek een andere priester.
13 maart 2014 Bodegraven 1. 1Korinthe Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam.
1 19 dec Rijnsburg 19 dec Rijnsburg. 2 Hebreeën 8 1 De hoofdzaak VAN ONS ONDERWERP is, dat wij zulk een hogepriester hebben, die gezeten is.
Febelfin – Studiedag “De beurs vandaag” Leen Van Wambeke Retail Marketing Services Euronext Brussels.
De nieuwe voorschrijvers
2009 Tevredenheidsenquête Resultaten Opleidingsinstellingen.
ribwis1 Toegepaste wiskunde Lesweek 01 – Deel B
door mannelijke artsen van vrouwelijke patiënten
Sint Jorisschool Examenvoorlichting Studie & Voorbereiding Examen Uitslag Diploma.
De nieuwe regels van de onafhankelijkheid van de commissaris
Dia 1 Productencatalogus: Infosessie provinciale en lokale besturen 24/11/11.
Vrouwen, opgenomen in ZNA-ziekenhuizen 08/03/2007.
‘Rechten van de patiënt’ Gent, 28 januari 2003 Werkgroep Klinische Biologen West-Vlaanderen & Gentse Apothekers Biologen UITEENZETTING DOOR Prof. K. Schutyser.
1 Controleplan 2005 Raadgevend comité Hotel President – donderdag 21 april 2005.
Wachtdienstregeling.
CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD
Herman Nys Directeur CBMER KULeuven.  Wet 28 mei 2002 (BS 22 juni 2002)  Wet van 10 november 2005 tot aanvulling van W. 28 mei 2002 met bepalingen over.
Gebruik grafische rekenmachine bij M&O via de TVM-solver
11 Overlegvergadering Een kijk op de toekomst Katleen De Wilde (deskundige/inspecteur FANC)
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
1 Amsterdam, april 2005 Drs. Frits Spangenberg Rotary Extern imago.
KB’s van 9 en 19 maart Lichte ongevallen Bijscholing hulpverleners
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Medisch toezicht van personen in de levensmiddelensector. Koninklijk besluit tot wijziging van.
Datum naam 1 23 maart 2010 datum plaats Bedrijfsarts en kwaliteit Noks Nauta Namens Kwaliteitsbureau NVAB naam persoon.
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
12 sept 2013 Bodegraven 1. 2  vooraf lezen: 1Kor.7:12 t/m 24  indeling 1Korinthe 7  1 t/m 9: over het huwelijk  10 t/m 16: over echtscheiding  16.
De (T)OR en de bestuurder
Het wettelijk statuut van klinisch psychologen en psychotherapeuten
26 sept 2013 Bodegraven 1. 1Korinthe 8 1 Wat het offervlees aangaat, wij weten, dat wij allen kennis bezitten. De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde.
Tom Balthazar Hoofddocent gezondheidsrecht UGent.
De wet op de GGZ - beroepen
De nieuwe krijtlijnen en spelregels voor psychotherapeuten, stand van zaken” Gilbert Lemmens.
Regelgeving beroepsuitoefening gezondheidszorg, 1994, R.F. Baneke
Mediprima en Dringende Medische Hulp
De erkenning, wie vaart er wel bij?
Transcript van de presentatie:

« DE HUISARTS – SPECIALIST » Medisch landschap in beweging « DE HUISARTS – SPECIALIST » Dr. Marc MOENS Ondervoorzitter BVAS Secretaris-generaal VBS Herkenrode Huisartsenkring Hasselt 13.10.2007

DE HUISARTS-SPECIALIST Inleiding Wettelijk kader K.B. 78 K.B. 21.04.1983 : erkenningscriteria K.B. 14.09.1984 : nomenclatuur Medisch dossier De Orde der Geneesheren Vlaams decreet eerste lijnsgezondheidszorg Europa: UEMO Besluit Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 2

Dikke Van Dale (14de uitgave, 2005) 1. INLEIDING Dikke Van Dale (14de uitgave, 2005) Specialist: iemand die een bepaald onderdeel van de geneeskunde beoefent Antoniem: generalist, huisarts Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 3

DE HUISARTS-SPECIALIST Inleiding Wettelijk kader K.B. 78 K.B. 21.04.1983 : erkenningscriteria K.B. 14.09.1984 : nomenclatuur Medisch dossier De Orde der Geneesheren Vlaams decreet eerste lijnsgezondheidszorg Europa: UEMO Besluit Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 4

2. WETTELIJK KADER (1) Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 5

Na 34 wetswijzigingen heet de wet vandaag: 2. WETTELIJK KADER (2) 2.1. K.B. 78 (10.11.1967) Na 34 wetswijzigingen heet de wet vandaag: “Koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen” In uitvoering van art. 35ter en quater: “Koninklijk besluit van 25.11.1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde” Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 6

Uitvoeringsbesluit 25.11.1991 2.1. K.B. 78 (10.11.1967) 2. WETTELIJK KADER (3) 2.1. K.B. 78 (10.11.1967) Uitvoeringsbesluit 25.11.1991 “Artikel 1. De lijst van de bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de titularissen van een wettelijk diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde of van de academische graad van arts is als volgt vastgesteld: 1) huisarts 2) geneesheer-specialist in de anesthesie-reanimatie 3)  geneesheer-specialist in de klinische biologie 4) geneesheer-specialist in de cardiologie 5) geneesheer-specialist in de heelkunde 6) geneesheer-specialist in de neurochirurgie 7) geneesheer-specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde 8) geneesheer-specialist in de dermato-venereologie; 9) geneesheer-specialist in de gastro-enterologie 10) geneesheer-specialist in de gerechtelijke geneeskunde 11) geneesheer-specialist in de geriatrie 12) geneesheer-specialist in de gynaecologie-verloskunde 13) geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde 14) geneesheer-specialist in de neurologie 15) geneesheer-specialist in de psychiatrie 16) geneesheer-specialist in de neuropsychiatrie 17) geneesheer-specialist in de oftalmologie 18) geneesheer-specialist in de orthopedische heelkunde 19) geneesheer-specialist in de otorhinolaryngologie 20) geneesheer-specialist in de pediatrie 21) geneesheer-specialist in de fysische geneeskunde en de revalidatie 22) geneesheer-specialist in de pneumologie 23) geneesheer-specialist in de rontgendiagnose 24) geneesheer-specialist in de radiotherapie-oncologie 25) geneesheer-specialist in de reumatologie 26) geneesheer-specialist in de stomatologie 27) geneesheer-specialist in de urologie 28) geneesheer-specialist in de pathologische anatomie 29) geneesheer-specialist in de nucleaire geneeskunde 30) geneesheer-specialist in de arbeidsgeneeskunde 31) geneesheer-specialist in het beheer van gezondheidsgegevens 32) geneesheer-specialist in de urgentiegeneeskunde 33) geneesheer-specialist in de acute geneeskunde 34) geneesheer-specialist in medische oncologie 35) geneesheer-specialist in de verzekeringsgeneeskunde en de medische expertise Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 7

Uitvoeringsbesluit 25.11.1991 2.1. K.B. 78 (10.11.1967) 2. WETTELIJK KADER (4) 2.1. K.B. 78 (10.11.1967) Uitvoeringsbesluit 25.11.1991 Artikel 2. De lijst van de bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de titularissen van een wettelijk diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde of van de academische graad van arts, die reeds houder zijn van één van de bijzondere beroepstitels vermeld in artikel 1, wordt vastgesteld als volgt: 1) en in de nucleaire in vitro geneeskunde 2) en in de functionele en professionele revalidatie van gehandicapten 3) en in de mond-, kaak- en aangezichtschirurgie 4) en in de intensieve zorgen 5) en in de urgentiegeneeskunde 6) en in de pediatrische neurologie 7) en in de neurologie 8) en in de endocrino-diabetologie 9) en in de oncologie 10) en in de neonatologie 11) en in het beheer van gezondheidsgegevens 12) meer bepaald in de volwassen psychiatrie 13) meer bepaald in de kinder- en jeugdpsychiatrie 14) en in de klinische hematologie 15) en in de geriatrie Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 8

Elke titel wordt geregeld bij ministerieel besluit 2. WETTELIJK KADER (5) 2.1. K.B. 78 (10.11.1967) Elke titel wordt geregeld bij ministerieel besluit De ministers worden alsmaar meer betuttelend vb. 1. M.B. van 21.02.2006 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen (B.S. 27.02.2006) artikel 10: ”Om de erkenning als huisarts en de bijzondere beroepstitel van huisarts te behouden oefent de huisarts de huisartsgeneeskunde uit conform de volgende criteria: 1° De erkende huisarts verstrekt de zorgen eigen aan de huisartsgeneeskunde waarvan de inhoud, enkel en alleen refererend naar wetenschappelijk onderbouwde praktijken, wordt bepaald door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.” Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 9

Elke titel wordt geregeld bij ministerieel besluit 2. WETTELIJK KADER (6) 2.1. K.B. 78 (10.11.1967) Elke titel wordt geregeld bij ministerieel besluit vb. 2. Ministerieel besluit van 11 mei 2007 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de medische oncologie en van de bijzondere beroepsbekwaamheid in de oncologie evenals van stagemeesters en stagediensten voor deze disciplines en deze bijzondere beroepsbekwaamheid.” (B.S. 06.06.2007) Weliswaar 133 verschillen tussen Nederlandse en Franse versie, maar de minister bepaalt de wetenschappelijke inhoud van het beroep NIET Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 10

Artikel 34 octies en novies: 2. WETTELIJK KADER (7) 2.1. K.B. 78 (10.11.1967) Artikel 34 octies en novies: Planningscommissie Medisch Aanbod en uitvoeringsbesluit (K.B. 30.05.2002) Expliciet 2 gescheiden circuits: huisartsen: max. quotum/jaar specialisten: max. quotum/jaar en min. quotum per specialisme/jaar Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 11

Planningscommissie Medisch Aanbod 2. WETTELIJK KADER (8) 2.1. K.B. 78 (10.11.1967) Planningscommissie Medisch Aanbod Bovenop maximum aantal specialisten, extra plaatsen voor: Niet RIZIV specialisten arbeidsgeneesheren beheer gezondheidsgegevens gerechtelijke geneeskunde Specialisten tekorten onderzoek- en vervangmandaten (20) urgentiegeneeskunde (5) acute geneeskunde (10) kinder- en jeugdpsychiatrie (20) Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 12

2. WETTELIJK KADER (9) K.B. van 08.12.2006 tot wijziging van het K.B. van 30.05.2002 betreffende de planning van het medisch aanbod (B.S. 22.12.2006 – Ed. 2) Jaar Aantal artsen Huisartsen Specialisten Totaal N F 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 700 833 975 420 500 585 280 333 390 300 358 419 180 215 251 120 143 168 400 475 556 240 285 334 160 190 222 Tabel 1 Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 13 * Beslissing ministerraad 20.07.2006. De planningscommissie had op 30.06.2006 een verhoging tot 1.025 voorgesteld. Dit K.B. is nog niet gepubliceerd. Dr. M. MOENS MS7, Brussel 14.11.2006 11

(onafhankelijk van RIZIV profiel) 2. WETTELIJK KADER (10) Aantal artsen op 31.12.2006 (onafhankelijk van RIZIV profiel) Erkende algemeen geneeskundigen Niet erkende algemeen geneeskundigen Algemeen geneeskundigen in opleiding (HIBO) 14.273 3.174 580 Totaal algemeen geneeskundigen 18.027 Geneesheren-specialisten in opleiding (GSO) Erkende geneesheren-specialisten 3.598 20.801 Totaal specialisten 24.399 TOTAAL AANTAL ARTSEN 42.426 Bron: RIZIV Jaarverslag 2006 Tabel 2 Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 14 Dr. M. MOENS MS7, Brussel 14.11.2006 11

EVOLUTIE EFFECTIEVEN Aantal zorgverleners 2000 2001 2002 2003 2004 2. WETTELIJK KADER (11) EVOLUTIE EFFECTIEVEN Aantal zorgverleners 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Algemeen geneeskundigen met profiel 13.946 (= 100) 13.931 13.855 13.731 13.704 13.597 (= 97) Specialisten met profiel 14.753 15.023 15.202 15.382 15.814 (= 107) HIBO 747 742 753 748 718 694 (= 93) GSO 3.430 3.456 3.383 3.459 3.698 3.505 (= 102) TOTAAL 32.876 33.152 33.193 33.320 33.502 33.610 Tabel 3 Bron: RIZIV en VBS-jaarverslagen 2000-2005 Dr. M. Moens Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 15 Dr. M. MOENS MS7, Brussel 14.11.2006 11

Aantal “actieve” Belgische huisartsen voorlopige resultaten 2005 2. WETTELIJK KADER (12) Aantal “actieve” Belgische huisartsen voorlopige resultaten 2005 Aantal algemeen geneeskundigen RIZIV dd. 31.12.2005 (inclusief HIBO’s en GSO’s) 21.804 Aantal algemeen geneeskundigen met profiel 2005 waarvan 003 / 004 13.597 (12.705) Aantal algemeen geneeskundigen met huisartspraktijk waarvan geaccrediteerd = 99,7 % van de raadplegingen en huisbezoeken 2005 11.799 (9.948) Tabel 4 Bron: RIZIV en VBS-jaarverslag 2005 Dr. M. Moens Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 16 Dr. M. MOENS MS7, Brussel 14.11.2006 11

Artikel 1 aparte definitie: 2. WETTELIJK KADER (13) 2.2. Koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen. Artikel 1 aparte definitie: “Geneesheer-specialist: de geneesheer die een aanvullende opleiding in een specialiteit heeft gevolgd en die als dusdanig erkend wordt overeenkomstig de van kracht zijnde criteria” ”Erkend huisarts: de geneesheer die een aanvullende opleiding in de huisartsgeneeskunde heeft gevolgd en die als dusdanig erkend wordt overeenkomstig de van kracht zijnde criteria” Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 17 11

2. WETTELIJK KADER (14) 2.2. K.B. van 21 april 1983 Artikel 4: gemeenschappelijke Hoge Raad maar apart vermelde erkenningscommissies “Bij het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin worden opgericht : 1° een Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen; 2° een erkenningscommissie van geneesheren-specialisten voor elk van de geneeskundige specialiteiten vastgesteld door de wetten en verordeningen betreffende de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering; 3° een erkenningscommissie van huisartsen. Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 18 11

Sinds publicatie (B.S. 29.09.1984) tot heden: 2. WETTELIJK KADER (15) 2.3. De nomenclatuur der geneeskundige verstrekkingen (K.B. 14.09.1984) Sinds publicatie (B.S. 29.09.1984) tot heden: 310 K.B.’s tot wijziging 29 errata 9 wijzigingen t.g.v. arresten van Raad van State Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 19 11

Complexiteit vooral voor specialisten 2. WETTELIJK KADER (16) 2.3. De nomenclatuur der geneeskundige verstrekkingen (K.B. 14.09.1984) Complexiteit vooral voor specialisten 823 A4 pagina’s waarvan slechts 25 over huisartsgeneeskunde art. 1 (algemene bepalingen) art. 2 (raadplegingen, bezoeken, GMD, …) art. 3 (gewone technische verstrekkingen) en verder enkele verstrekkingen verspreid over meerdere artikels Vb. « 350416-350420: ° Deelname aan multidisciplinair oncologisch consult door de behandelende arts die geen deel uitmaakt van de ziekenhuisstaf. » Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 20 11

Specifieke huisartsencode : het GMD 2. WETTELIJK KADER (17) 2.3. De nomenclatuur der geneeskundige verstrekkingen (K.B. 14.09.1984) Specifieke huisartsencode : het GMD “102771 Bijkomend honorarium bij de verstrekkingen 101032, 101076, 103132, 103412, 103434, 103515, 103530, 103552, 103913, 103935 en 103950 voor het beheer van het globaal medisch dossier op uitdrukkelijk verzoek en/of na schriftelijk akkoord van de patiënt, eenmaal per kalenderjaar en per patiënt aan te rekenen door de erkende huisarts”. Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 21 11

GLOBAAL MEDISCH DOSSIER 2. WETTELIJK KADER (18) 2.3. De nomenclatuur der geneeskundige verstrekkingen (K.B. 14.09.1984) GLOBAAL MEDISCH DOSSIER Evolutie 2000 - 2005 2000 921.012 + 260 % 2005 3.314.927 Evolutie + 2.393.915 Tabel 5 Bron: RIZIV Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 22 Dr. M. MOENS MS7, Brussel 14.11.2006 11

Globaal medisch dossier Spreiding per arrondissement 2. WETTELIJK KADER (19) 2.3. De nomenclatuur der geneeskundige verstrekkingen (K.B. 14.09.1984) Globaal medisch dossier Spreiding per arrondissement Aantal globaal medische dossiers / 100 leden VI België 32 % Vlaanderen 40 % Wallonië 16 % Brussel 19 % Bron: RIZIV Figuur 1 Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 23 Dr. M. MOENS MS7, Brussel 14.11.2006 11

Huisartsen / Specialisten (bedragen in miljoen €) 2. WETTELIJK KADER (20) 2.3. De nomenclatuur der geneeskundige verstrekkingen (K.B. 14.09.1984) Huisartsen / Specialisten (bedragen in miljoen €) 2000 2005 Groei Reële groei Huisartsen Specialisten 669,8 3.432,5 16,3 % 83,7 % 912,7 4.328,3 17,4 % 82,6 % + 36,3 % + 26,1 % 24,4 % 15,1 % TOTAAL 4.102,3 100 % 5.241,0 + 27,8 % 16,6 % Inflatie: 9,6 % Tabel 6 Bron: RIZIV Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 24 Dr. M. MOENS MS7, Brussel 14.11.2006 11

Evolutie honoraria Huisartsgeneeskunde (waarde op 01.10.2007) 2. WETTELIJK KADER (21) 2.3. De nomenclatuur der geneeskundige verstrekkingen (K.B. 14.09.1984) Evolutie honoraria Huisartsgeneeskunde (waarde op 01.10.2007) 2000 * 01.10.2007 Evolutie reëel 101076 (consultatie) 103132 (huisbezoek) 102771 (GMD) 17,15 21,03 14,05 20,79 31,18 25,00 21,22 % 48,26 % 77,94 % Tabel 7 * Aangepast naar prijs 2007 Bron: RIZIV Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 25 Dr. M. MOENS MS7, Brussel 14.11.2006 11

Macroresultaten uitgaven RIZIV (bedragen in miljoen €) 2. WETTELIJK KADER (22) 2.3. De nomenclatuur der geneeskundige verstrekkingen (K.B. 14.09.1984) Macroresultaten uitgaven RIZIV Huisartsgeneeskunde (bedragen in miljoen €) 2000 2005 Raadplegingen Huisbezoeken 312,206 297,031 417,387 355,936 Andere (GMD) 16,880 69,037 Technische prestaties 25,268 20,587 Diversen (telematica, disponibiliteit,…) 18,449 49,752 Algemeen totaal 669,834 912,699 + 36,26 % Tabel 8 Bron: RIZIV Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 26 Dr. M. MOENS MS7, Brussel 14.11.2006 11

Alle artsen dienen een medisch dossier bij te houden voor elke patiënt 2. WETTELIJK KADER (23) 2.4. Medisch dossier Alle artsen dienen een medisch dossier bij te houden voor elke patiënt Code van geneeskundige plichtenleer, art. 38: « De geneesheer moet in principe voor elke patiënt een medisch dossier bijhouden » e.v. Art. 9 Wet van 22.08.2002 betreffende de rechten van de patiënt Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 27

2.4. Medisch dossier Bovendien: 2. WETTELIJK KADER (24) 2.4. Medisch dossier Bovendien: voor ziekenhuisartsen: art. 15 van de « Wet op de ziekenhuizen gecoördineerd op 7 augustus 1987 » en zijn uitvoerend « K.B. van 3 mei 1999 houdende bepaling van de algemene minimumvoorwaarden waaraan het medisch dossier moet voldoen » dat bepaalt dat voor elke patiënt in het ziekenhuis een medisch dossier moet worden aangelegd en bewaard voor de huisartsen: artikel 10, 3° van het « K.B. van 21 februari 2006 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen ». Dat bepaalt:  « De erkende huisarts legt op gepaste wijze medische dossiers over zijn patiënten aan en houdt die bij. Het bijhouden van het globaal medisch dossier van de patiënt, zoals bedoeld in de regelgeving met betrekking tot de ziekte-en invaliditeitsverzekering, met name in het K.B. van 09.03.2003 tot wijziging van het K.B. van 14.09.1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, kan beschouwd worden als een element van verificatie van deze erkenningsvoorwaarde ». Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 28

Gebruik in Code van medische plichtenleer 2. WETTELIJK KADER (25) 2.5. Orde der Geneesheren Gebruik in Code van medische plichtenleer behandelend geneesheer: 40x consulent: 13x specialist: 3x (art. 35, 143 en 157) huisarts: 3x (art. 110 en 143) Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 29

Gebruik van « huisarts » en « specialist » 2. WETTELIJK KADER (26) 2.5. Orde der Geneesheren Gebruik van « huisarts » en « specialist » Artikel 35: “Behalve in geval van overmacht mag de geneesheer zijn beroep enkel uitoefenen onder voorwaarden die de kwaliteit van de zorgen en van de medische behandeling niet in het gedrang brengen. a) Behoudens in spoedeisende gevallen mag de geneesheer slechts zoveel personen in behandeling nemen als hij aankan om aan ieder van hen gewetensvol, zorgvuldig en met eerbied voor de menselijke persoon zorgen te verstrekken. b) De geneesheer mag zijn bevoegdheid niet overschrijden. Hij moet het advies inwinnen van confraters, onder meer van specialisten, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de patiënt, telkens wanneer dit binnen de diagnostische of therapeutische context nuttig of noodzakelijk blijkt. c) Wanneer de toestand van de patiënt dit vereist laat de geneesheer zich bijstaan door bevoegde verpleegkundige, paramedische, technische en sociale medewerkers.”   Artikel 110: “De geneesheer, werkzaam in een centrum of een instelling voor preventieve geneeskunde mag, behoudens hoogdringende gevallen, geen zorgen toedienen in het kader van deze activiteiten. Wanneer hij een ziekte vaststelt, verzoekt hij de zieke beroep te doen op zijn huisarts of raadt hij hem aan een huisarts te kiezen.” Artikel 157: “Behoudens schriftelijk akkoord tussen de belanghebbenden, mag een geneesheer die bij een collega als student of tijdens zijn opleiding als specialist een stage heeft volbracht, zich niet komen vestigen in omstandigheden die aanleiding zouden kunnen geven tot het onttrekken van patiënten van die collega.” Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 30

Alleen in artikel 143 komen « huisarts » en « specialist » samen voor 2. WETTELIJK KADER (27) 2.5. Orde der Geneesheren Alleen in artikel 143 komen « huisarts » en « specialist » samen voor Artikel 143: “Wanneer een zieke uit eigen beweging een gespecialiseerd practicus raadpleegt, vergt het belang van de patiënt dat de specialist navraag doet naar de naam van de huisarts aan wie hij de resultaten en besluiten van zijn onderzoek kan bezorgen.” Is onderdeel van titel IV van de Code van geneeskundige plichtenleer « Verhouding tussen geneesheren ». Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 31

2. WETTELIJK KADER (28) 2.5. Orde der Geneesheren Model van samenwerking huisartsen-specialisten van de Nationale Raad dd. 20.10.1990 “Definitie huisarts-geneeskundig handelen: - integrale benadering van de "zieke" - synthetisch, over een lange episode van het leven van de zieke - vaak in gezinsverband - gespreid over raadplegingen en huisbezoeken - somatisch-psychisch-sociaal-existentieel gericht - eerste lijn Definitie specialistisch-geneeskundig handelen: - specifieke benadering van "ziekten" zonder evenwel de zieke mens te veronachtzamen - diepgaand systematisch onderzoek, diagnostisch + therapeutisch, sterk technologisch ondersteund - in principe tijds-gelimiteerd - tweede en derde lijn (academisch)” Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 32

2. WETTELIJK KADER (28) 2.5. Orde der Geneesheren Model van samenwerking huisartsen-specialisten van de Nationale Raad dd. 20.10.1990 Er bestaat een onverenigbaarheid in het cumuleren van de taak van huisarts en specialist, ook tijdens de opleiding hiertoe. Een optimale huisarts-specialistrelatie kan verstoord worden wanneer een patiënt door beiden verzorgd wordt zonder medeweten van mekaar. Enerzijds dient de huisarts het ganse spectrum van de integrale geneeskunde te beheersen dit ondanks zijn beperkte technische middelen. Hij coördineert, interpreteert alle eigen en specialistische bevindingen in het kader van de familiale, persoonlijke en systeemanamnese van elke patiënt. Hij is de spilfiguur in de gezondheidszorg. Anderzijds legt de specialist zich toe op één systeem, één orgaan of één ziekte, dient hierover de meest uitgebreide kennis te bezitten en te blijven verwerven. Daar hij steeds meer weet over steeds minder zal hij zijn bevindingen per kerende ten dienste stellen van de "lijf-arts" van de patiënt. Goede geneeskunde is daarom meer dan ooit een harmonieus samengaan van beide disciplines. Er kan geen sprake meer zijn van "mijn" patiënt, maar van "onze" patiënt: naast de "colloque singulier" dient ook tijd gemaakt voor "colloquia" tussen alle geneesheren die samen een patiënt volgens diens vrije keuze behandelen. Uit wat voorafgaat vloeit voort dat beide groepen geneesheren rechten, plichten, bevoegdheden en beperkingen hebben: zij dienen bijgevolg een deontologische gedragscode te volgen.” Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 33

2.6. Vlaams decreet eerste lijnsgezondheidszorg 2. WETTELIJK KADER (29) 2.6. Vlaams decreet eerste lijnsgezondheidszorg “Decreet van 3 maart 2004 betreffende de eerstelijnsgezondheidszorg en de samenwerking tussen de zorgaanbieders” (B.S. 20.04.2004) Art. 2 “Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : ……… 19° zorgverstrekker: een in de eerstelijnsgezondheids-zorg werkzame apotheker, arts, diëtist, kinesist, logopedist, tandarts, verpleegkundige, vroedvrouw of beroepsbeoefenaar van een andere door de Vlaamse regering bepaalde discipline, met uitzondering van de arts - specialist, met inbegrip van feitelijke of juridische entiteiten die hen groeperen in mono- of multidisciplinair verband.” Bezint eer ge begint! Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 34

DE HUISARTS-SPECIALIST Inleiding Wettelijk kader K.B. 78 K.B. 21.04.1983 : erkenningscriteria K.B. 14.09.1984 : nomenclatuur Medisch dossier De Orde der Geneesheren Vlaams decreet eerste lijnsgezondheidszorg Europa: UEMO Besluit Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 35

3. EUROPA : UEMO UEMO Document 2007/012 dd. 03.02.2007 “Recognition of new specialties under Directive 2005/36/EC According to the new Directive 2005/36/EC, which is to be transposed to national legislation by the end of 2007, a new specialty can be introduced in the annexes of the Directive if at least 2/5 of the member states (currently 27) demand for that.   It is important to be aware of the fact that in order for GP/FM to be included in the annexes, not only 2/5 of the member states should ask for it, but they should also agree on the minimum training period required”. Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 36

DE HUISARTS-SPECIALIST Inleiding Wettelijk kader K.B. 78 K.B. 21.04.1983 : erkenningscriteria K.B. 14.09.1984 : nomenclatuur Medisch dossier De Orde der Geneesheren Vlaams decreet eerste lijnsgezondheidszorg Europa: UEMO Besluit Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 37

huisarts = een moeilijk specialisme 4. BESLUIT (1) Mijn persoonlijke perceptie: huisarts = een moeilijk specialisme met - weinig techniciteit - veel anamnestische en klinische deskundigheid - flinke dosis sociaal doorzicht om « pluis » van « niet pluis » te onderscheiden en adequaat te (be-)handelen Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 38

Regelgeving - federaal - gewestelijk 4. BESLUIT (2) Regelgeving - federaal - gewestelijk trok hoge schotten op tussen huisartsen en specialisten De « huisarts-specialist » erkenning is niet voor morgen, noch in België noch in Europa Maar ze moet nagestreefd Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 39

Zowel hospitalocentrisme als eerstelijns fetisjisme zijn uit den boze 4. BESLUIT (3) Continu « huisarts-specialist » en « specialist-specialist » overleg is verkieslijk boven betuttelende regelgeving Zowel hospitalocentrisme als eerstelijns fetisjisme zijn uit den boze SAMEN STERK Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 40

en van optimale en collegiaal georganiseerde patiëntenzorg 4. BESLUIT (4) VEEL SUCCES en van optimale en collegiaal georganiseerde patiëntenzorg Dr. M. MOENS De Huisarts-Specialist Hasselt, 13.10.2007 41