Ecologische drogredeneringen uit de sociale methodologie En inhoudelijk belangwekkende Macro-microparadoxen en macro-microverklaringen uit de theoretische.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Sociologie Tweedaagse Sociologie 13 Oktober 2008 Jochem Tolsma.
Advertisements

Tevredenheid met behandelaar en behandeling.
De schaduw van Jan Harrie Geelen Querido.
Tevredenheids onderzoek Door Lizanne Jespers HBO-V studente Maart 2014
Rebound Salland. In deze PowerPoint… 1. waarom ik naar rebound ging 2. wat ik geleerd heb! 3. hoe ik terug wil naar school 4. wat ik nodig heb van.
Uitleg bijwoordelijke bepaling (bwb)
Jezus en de wet van Mozes.
VAN MACROVRAGEN OVER POLITIEKE GELIJKHEID EN VREEDZAAM SAMENLEVEN NAAR MICRO-CONTEXTUELE VRAGEN OVER VERBONDENHEID MET ANDEREN Wout Ultee
Echte Vrienden zijn belangrijk in het leven.
H3 Industralisatie en Ismen.
Uitleg lijdend voorwerp (lv)
Mijn naam is Willem Wind. Mijn naam is Willem Wind En ik ben hoogbegaafd.
“Zonder taal geen verhaal” .
Pedagogische wetenschappen was niet echt M. zijn ding. Hij moest nog maar aan het vak denken of er liep al een koude rilling over zijn rug. Daarentegen.
Ik geloof… Dat onze achtergrond en omstandigheden misschien wel van invloed zijn geweest op wie we zijn, maar dat wìj verantwoorde- lijk zijn voor wie.
THEMA GENIET MAAR DRINK MET MATE
Onderwerpen: Veranderingen: Individuele verantwoordelijkheid en het individueel gedragen van Mensen Continuïteit: wat bleef hetzelfde bij groeps- en individueel.
Levensvragen Over geluk…..
© De Coninck Sofie en © Onze maatschappij is multicultureel.
Als normovertreding voordelig is, waarom dan toch normnaleving? Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën Naar aanleiding van Abram de.
Randstad Werkmonitor state of mind arbeidsmarkt (werknemer perspectief) juli – augustus 2007 B
Hoofdstuk 3 – Gegevens verzamelen
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
Het socialisme Paragraaf 7..
Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën
structureel-functionalistische antwoord op de zelfdodingsvraag
Wet inburgering Heleen Veringa
[naam school] informatieve bijeenkomst nieuwe Cito-normering [7 april 2014]
Cultuurparticipatie bij jongeren
ONGELIJKHEDEN IN NEDERLAND BESCHRIJVINGEN TRENDS VERGELIJKINGEN WOUT ULTEE HOOFDVRAGEN VAN DE SOCIOLOGIE 7 SEPTEMBER 2010 EN OUDERDAG 28 MEI 2011.
Ecologische drogredeneringen uit de sociale methodologie En inhoudelijk belangwekkende Macro-microparadoxen en macro-microverklaringen uit de theoretische.
DE LAMMERS-HYPOTHESE EN DE MAARTEN-POSTMA-HYPOTHESE HEDENDAAGDSE SOCIOLOGISCHE THEORIEËN DOCENT: WOUT ULTEE 8 JANUARI 2009.
VAN MACROVRAGEN OVER POLITIEKE GELIJKHEID EN VREEDZAAM SAMENLEVEN NAAR MICRO-CONTEXTUELE VRAGEN OVER VERBONDENHEID MET ANDEREN Wout Ultee
Verzuiling en ontzuiling in Nederland
Foto 1 Sofera kreunt en wist het zweet van haar voorhoofd. Ze heeft zoveel pijn, weet niet wat te doen. Het is de tweede keer dat Sofera bevalt van een.
Interpreteren van data
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Verlangen naar licht.
Ik geloof… Dat onze achtergrond en omstandigheden misschien wel van invloed zijn geweest op wie we zijn,maar dat wìj verantwoorde-lijk zijn voor wie we.
LES 3 LESMODULE LAAGGELETTERDHEID
ZELF SLEUTELEN! JOB CRAFTING OPDRACHT.
Slot 4Hc.
Staatsinrichting, Paragraaf 2
Hoogbegaafdheid van leerlingen in het primair onderwijs Ontwikkelingen en samenhangen met kenmerken van thuis, de groep en de school     Uitgegeven.
Stage: Basisschool de Klingerberg
Onze doelen en visie in beeld
ANW Module 2 Leven Door Gabriella, Melanie, Elise en Fabienne van v4.
Hirschi’s structureel-functionalistische antwoord op de vraag naar kleine criminaliteit onder jongeren Wout Ultee.
Een prachtige kans voor uw kinderen
Piet Mondriaan Jeugd en opleiding.
1 TH Hoofdstuk 1 Bevolking § 6 en 7
1 vwo Hoofdstuk 1 Bevolking, §7 - 9
Titel wereld moet weg. 1 havo/vwo 1 Bevolking § 7-8.
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Loopbaan oriëntatie en begeleiding
De herfst is begonnen.
Relaties Een diepere kijk. Waarom horen mensen zo graag bij een groep 3 vragen aan Herman De Dijn.
INTERVIEW. Hallo, Ik ben juf Isabelle. Ik geef les in het 1 ste leerjaar van de Sint-Stevensschool.
Resultaten van een Europese studie over racisme in Londen, Parijs en Brussel op het gebied van detailhandel en het openbaar vervoer.
Tekstbronnen Wat moet je er mee?. Lees de vraag Welke informatie heb je nodig? Weet je al iets over dit onderwerp? Over welke tijd gaat het? Over welk.
Het kwetsbare vertrouwen van ouders in de jgz Justine Pardoen Ouders Online.
Kies voor respect | Presentatie Eerbied voor God, respect voor elkaar.
Revoluties in Europa. Les 4 In het Gemeentehuis Doelen van les 4 Je kunt beschrijven welke taken burgemeester, wethouders en raadsleden uitvoeren. Je.
, Sociale veiligheid is cruciaal voor kinderen om te kunnen leren Evt. logo van de school.
Het school jaar Het school jaar is al bijna geweest van Boschveld iedereen is heel erg blij. Iedereen gaat bijna op vakantie het schooljaar was heel.
Pruiken en revoluties 4.1 De pruikentijd
H2 Op wie ga jij stemmen?.
Sociologische paradigma’s
structureel-functionalistische antwoord op de zelfdodingsvraag
Transcript van de presentatie:

Ecologische drogredeneringen uit de sociale methodologie En inhoudelijk belangwekkende Macro-microparadoxen en macro-microverklaringen uit de theoretische sociologie Wout Ultee Macro- en microsociologie 4 september 2008

Sociologie behoort over samenlevingen te gaan De eenheden in de uitspraken van de sociologie zijn echter maar al te vaak individuen En de kenmerken waaruit het gedrag of de houdingen van individuen worden verklaard zijn vaak achtergrondkenmerken Die hebben betrekking op verschillende intermediare groepen (niet op samenlevingen) en worden zelden opgevat als groepen met uiteenlopende normen en Groepen waarin individuen meer of minder hecht zijn geïntegreerd

verklaringen van individuele gedragingen en houdingen uit samenlevingskenmerken waren tot voor kort zeldzaam omdat de te analyseren gegevens zelden betrekking hebben op meerdere samenlevingen of op meerdere tijdstippen voor één en dezelfde samenleving Cohorten maken uit een dwarsdoorsneebestand als manier om ‘samenlevingen’ te scheppen (een samenleving verandert door steeds nieuwe cohorten)

De macrosociologie die er is, kan volgens sociale methodologen soms niet door de beugel omdat de ecologische drogredenering wordt begaan: Uit uitspraken over macro-eenheden mogen geen bijbehorende uitspraken over micro-eenheden worden afgeleid

Wout Ultee: De stelling dat de overgang van een macro- uitspraak op de bijbehorende micro- uitspraak een drogredenering is, Houdt de scheiding tussen macrosociologie en microsociologie in stand En houdt de scheiding tussen kwantitatieve methoden en kwalitatieve methoden in stand

Weber stelde vast dat het bedrijfskapitalisme in de zeventiende eeuw als eerste opkwam in de protestante landen van Europa en niet in de katholieke Die bevinding wilde hij verklaren en hij ging bijna meteen over tot de vraag waarom protestanten een hogere kans om bedrijfseigenaar en bedrijfsleider te worden dan katholieken Hij vertaalde een macrobevinding bijna onmiddellijk in een microbevinding Van de sociale methodologie mag dat niet: Een theoreticus die dat doet begaat dan de ecologische drogredenering

De theoretisch socioloog Wout Ultee: Er mag wel meer niet Hoe zou de microverklaring van de macrobevinding van de sociale methodoloog dan wel luiden? Sombart had beweerd dat Joden in alle delen van Europa de belangrijkste kapitalisten waren En dat ze aan het begin van de zeventiende eeuw uit het katholieke Spanje en Portugal waren verdreven en ondermeer in Nederland terecht waren gekomen

Volgens Weber kwam het kapitalisme niet alleen van de grond in Nederland Maar ook in Engeland, dat geen Joden toeliet En het kwam niet van de grond in wat nu Marokko en Europees Turkije is, waar wel Joden naar toegingen En als Joden ‘kapitalistisch’ waren, dan richtten ze geen productiebedrijven op Maar zaten ze in de handel en het bankwezen

Een eerste, toevallig niet- politiek-correcte, voorbeelden van de ecologische drogredenering: Als er aan het begin van de 20 ste eeuw meer zwarten in een Amerikaanse staat woonden, was het moordcijfer daar hoger Moorden negers meer, of lynchen blanken zwarten en hebben ze daartoe meer gelegenheid in staten met meer zwarten?

Een tweede, toevallig niet- politiek-correcte, voorbeelden van de ecologische drogredenering: In bedrijfsafdelingen waar meer vrouwen werken, wordt meer gevloekt. Vloeken vrouwen meer dan mannen, of vloeken mannen graag en vooral tegen vrouwen, en hebben ze daartoe op afdelingen met meer vrouwen meer gelegenheid?

Welke is de logische structuur van de uitspraak die duidelijk moet maken dat je niet eenvoudig van de macro-uitspraak op de micro-uitspraak mag overgaan? De alternatieve micro-uitspraak is geen zuivere micro- uitspraak maar een macro-micro-uitspraak Een uitspraak met in het als-gedeelte een absoluut individueel kenmerk en een contextueel kenmerk Persoon die Jood is en in een protestant dan wel katholiek land woont Persoon die blank is en woont in een staat met meer zwarten Persoon die man is en werkt in een afdeling met meer vrouwen Macro-eenheid is in eerste voorbeeld een land, in tweede een staat, in derde een bedrijfsafdeling

Zijn zulke macro-micro-verklaringen gezocht? Ik kan ze bij een heleboel macro-bevindingen niet bedenken. En we weten ook heel goed dat we ze soms wel en soms niet hebben. Wie vindt de bevinding: Hoe meer buitenlanders in een wijk, des te meer extreem rechts stemmen Verbazingwekkend? Iedereen denkt: in wijk met meer buitenlanders stemmen inheemsen met grotere kans extreem rechts Niemand denkt: Buitenlanders stemmen met hogere kans extreem rechts

Het denken in termen van contextuele kenmerken van personen (of lager- niveau eenheden) is dus niet altijd niet moeilijker dan het denken in termen van absolute kenmerken van personen (of lager- niveau eenheden)

We willen de vraag beantwoorden of Nederland echt zo veel geseculariseerd is. Er zijn in Nederland bevindelijk gereformeerden en die hebben zich behoorlijk van de wereldse wereld weten af te sluiten met Niet alleen Eigen kerkgenootschap Maar ook Eigen politieke partij (SGP), Eigen lagere en middelbare scholen, eigen televisie-omroep.

Verkiezings- uitkomsten per gemeente verbeeld De Nederlandse bijbelgordel

Laten bevindelijk gereformeerden hun kinderen nog steeds niet inenten? Er wordt in Nederland goed per gemeente en per jaar bijgehouden hoeveel procent van de kinderen geboren in jaar x op jaar x + 3 is ingeënt

Ook nog eens de inentingsuitkomsten per gemeente verbeeld

In hoeverre vallen de twee gordels samen? Als je met deze gegevens deze vraag gaat stellen Ben je volgens een sociaal methodoloog al de ecologische drogredenering aan het begaan Nou dat doet deze empirisch geworden theoretisch socioloog niet want die methodoloog heeft geen micro- gegevens voor me verzameld en ik probeer uit de bestaande macrogegevens zo veel mogelijk te halen

Webbink & Ultee Mens en maatschappij 79(2004)4-23

We gaan proberen iets uit de regressievergelijking af te leiden Als er in een gemeente geen SGP wordt gestemd, hoe groot is de kans dan dat een inwoner, dat wil zeggen niet-SGP stremmer, is ingeënt? De kans is gelijk aan het intercept, dwz 97,79 % Als er in een gemeente 100 % SGP wordt gestemd, hoe groot is dan de kans dat een inwoner, dat een wil zeggen een SGP stemmer is ingeënt? 97,79 – 100 *0,66 = 31,79 % Onze sociale methodoloog: maar je mag niet zo ver extrapoleren buiten het observatiebereik Dat is zo, maar ik kan bij een goed observatiebereik wel microgegevens uit macrogegevens afleiden!

En als ik deze macrogegevens voor meerdere tijdstippen heb, kan ik uit de veranderende regressiecoëfficiënt afleiden of SGP stemmers vaker hun kinderen zijn gaan inenten De sociale methodoloog: maar je veronderstelt dat SGP stemmers evenveel kinderen krijgen als niet-SGP stemmers Maar zelfs dat is geen goed bezwaar van onze sociale methodoloog, want als ze twee keer zoveel kinderen hebben, Kunnen met een beetje rekenen nog schattingen maken van het percentage ingeënte personen onder SGP stemmers

Ik kan ook nog eens goed naar de cijfers gaan kijken Hier nu de provinciale cijfers Telkens percentage niet- gevaccineerde personen groter dan het percentage SGP stemmers.

En dan de gemeentecijfers In de jaren zeventig waren er gemeenten met meer niet-ingeënte kinderen dan SGP stemmers Maar nu in elke gemeente andersom

Achter de macrobevinding Meer SGP stemmen(in provincie, gemeente), meer niet-ingeënte kinderen aldaar Kan dus best de microhypothese SGP stemmers laten hun kinderen met kleinere kans inenten Worden verondersteld We kunnen wel naast dit effect van het absolute individuele kenmerk een effect van een contextueel kenmerk postuleren

Hoe kunnen contextuele kenmerken, macro- micro uitspraken hier luiden? Als niet-SGP stemmers in een gemeente met meer SGP stemmers wonen, laten ze hun kinderen met grote kans inenten (de angst hypothese) Als een SGP stemmer woont in een gemeente met meer SGP stemmers is de kans dat deze persoon de kinderen laat inenten kleiner (normleving-door-groepsdruk hypothese )

Deze macro-micro hypothesen vallen niet te toetsen met de bestaande administratieve gegevens Maar de contextuele effecten zijn niet zodanig dat het individuele verband tegenovergesteld aan het macroverband wordt Zoals bij bedrijfskapitalisme, lynchen en vloeken

De inhoudelijke les: Macroverband Bestaat uit Absolutuut microverband Plus contexteffect

In de methodologie van kwalitatief onderzoek wordt vaker gezegd dat het enquête-onderzoek een individu uit zijn context isoleert Terwijl individuen juist tegen de achtergrond van hun context moeten worden bestudeerd Nou, kwantitatieve sociologen vragen individuen altijd naar hun achtergrondkenmerken En de goede kwantitatieve sociologen onderzoeken ook nog het effect van contextkenmerken

Zijn er vaak contextuele effecten naast het absolute microverband? Als meer laagstbetaalden in een wijk, meer thuisblijvers bij verkiezingen Blijven veelverdieners in een wijk met meer laagstbetaalden eerder thuis? Als meer leden van handarbeidende klasse in een kiesdistrict, meer stemmen op arbeiderspartij Stemt een handarbeider met meer kans op een arbeiderspartij als er meer handarbeiders in een kiesdistrict wonen?

Het eerste contextuele effect is minder plausibel dan het tweede contextuele effect Door op het tweede contextuele effect

De eerste plaatjes met contextuele effecten die ik heb gezien Butler & Stokes Political change in Britain 1969

Wat betekent het theoretisch of inhoudelijk dat er een kromme en geen rechte lijn door de punten loopt? Werkt groepsdruk pas als de groep heel groot wordt? Hypothese klopt voor eerste figuur, Maar niet voor tweede figuur

Voor Amerikaanse contextuele effecten in micro-meso setting zie: Barton, American Behavioral Scientist 1968 Barton probeert zo te toetsen dat er geen circulaire metingen zijn

Maar contextuele effecten worden beslist niet altijd gevonden Er zijn bijvoorbeeld maar weinig invloeden van schoolkenmerken op individuele leerprestaties aangetoond

Macrobevinding: Sommige middelbare scholen hebben een hoger percentage geslaagden bij het eindexamen dan andere scholen En het blijkt dat als een school meer buitenlandse leerlingen heeft en meer leerlingen met laagopgeleide ouders, het slaagpercentage van deze scholen lager is Een absoluut microverband, plus compositieverschillen en daarnaast een contextueel effect?

Leerlingen van middelbare scholen hebben een hogere kans om te slagen als hun ouders een hogere opleiding hebben en in Nederland zijn geboren Én als ze een school bezoeken waarvan de ouders van de leerlingen gemiddeld een hogere opleiding hebben en met grotere kans in Nederland zijn geboren

In de onderwijssociologie worden de effecten van de absolute kenmerken van leerlingen telkens weer gevonden Maar de gevolgen van de contextuele kenmerken van leerlingen veel minder vaak Daarom zijn scholen zo tegen de publicatie van rangordeningen in de kranten

Zeg niet dat de toetsing van micro-hypothesen met macro- gegevens altijd verkeerd is Door de stap van macro- bevindingen naar micro- hypothesen te maken Komt de sociologie tot spannend onderzoek

Je kan de stap van macro-bevindingen maken naar micro-hypothesen Hoe gemakkelijk valt nu de stap van micro-hypothesen naar macrohypothesen te maken? Of de stap van micro-bevindingen naar macro-bevindingen?

Als twee individuen bij hun verstand zijn en hun eigen nut nastreven Bewerkstelligen ze dan altijd de voor hen twee meest voordelige situatie? Neen Twee apart opgesloten verdachten die samen een misdrijf hebben gepleegd en alle twee rationeel zijn Weten hun gemeenschappelijk belang niet te verwezenlijken Indien de rechter de ene verdachte strafvermindering voor het verschaffen van bewijsmateriaal tegen de andere verdachte geeft

Individuele rationaliteit leidt niet tot collectieve rationaliteit Het dilemma der gevangenen Niet alleen in het Wilde westen in de VS Ook in Nederland bij de juridische constructie van kroongetuigen bij processen tegen de georganiseerde misdaad

Sociologie heeft drie hoofdvragen Rationalisering Ongelijkheid Cohesie Net gehad over micro-macro paradox bij de rationaliseringvraag Ook micro-macroparadoxen bij de ongelijkheidvraag en bij de cohesievraag?

Kunnen er bij ongelijkheidvragen wel micro- macroparadoxen zijn? Ongelijkheid is nooit een kenmerk van één persoon, om ongelijkheid vast te stellen heb je altijd meerdere personen nodig! Je zit altijd op het macro-niveau! Die opmerking is een quasi-slimheid Maar er kan beter worden gesproken over niveau-paradoxen

De personen waartussen de ongelijkheid wordt vastgesteld Landen, elk met hun eigen inwoners, Vormen het lagere niveau En alle landen van de wereld bij elkaar en daarmee de gehele wereldbevolking Vormen het hogere niveau

In bijna alle landen van de wereld is de laatste 20 jaar de inkomensongelijkheid toegenomen Waarbij de inkomensongelijkheid wordt gemeten als de gini En de gini een optelsom is van de inkomensverschillen tussen alle paren inwoners van een land

In de meeste landen is de inkomensongelijkheid toegenomen Niet alleen de Verenigde Staten en Zweden Maar ook China en Brazilië Maar over de hele wereld gerekend is de inkomensongelijkheid afgenomen? Hoe kan dat?

De methodologen-opmerking Inkomensgegevens zijn notoir onbetrouwbaar Bij andere inkomensongelijkheidmaten dan de gini wordt misschien wel wat anders gevonden Nou neen En het berekenen van wereld-gini’s is belangrijk gezien theorieën over de gevolgen van mondialisering (in slecht Nederlands globalisering)

Wereldinkomensongelijkheid = Inkomensongelijkheid binnen landen + Inkomensongelijkheid tussen landen De gini is een genormeerde maat die tussen 0 en 1 loopt en waartoe wordt gedeeld door het gemiddeld inkomen in een land

De inkomensongelijkheid tussen landen wordt gemeten aan de hand van verschillen in gemiddeld inkomen En de laatste 20 jaar zijn de landen in de wereld naar elkaar gegroeid wat betreft gemiddeld inkomen Dat is vooral gebeurd door een stijging van het gemiddeld inkomen in de landen met het hoogste aantal inwoners

Die landen zijn China, nu een jaar of 25 achter elkaar meer dan tien procent economische groei per jaar En India, nu een jaar of 20 achter elkaar meer dan vijf procent groei per jaar Terwijl de Verenigde Staten en de Europese Unie blij zijn als ze twee of drie procent groei per jaar in het gemiddeld inkomen hebben

Na deze door de socioloog Firebaugh ontdekte niveauparadox wat betreft ongelijkheidvragen De door de politicoloog Putnam niet goed onderkende niveauparadox wat betreft de cohesie van samenlevingen

Als de integratie van alle leden van een samenleving in intermediaire groeperingen toeneemt Neemt de cohesie van deze samenleving dan toe? Is cohesie van de maatschappij een eenvoudige aggregatie van de banden die individuen met andere individuen hebben?

Als de leden van een samenleving verschillen in bijvoorbeeld godsdienst en opleiding En als mensen van uiteenlopende godsdienst en opleiding tot andere intermediaire groepen behoren Zoals katholieke zangvereniging en academische hockeyploeg Dan leidt vaker lid zijn en meer naar bijeenkomsten gaan niet tot meer banden tussen mensen met uiteenlopende godsdienst en opleiding En wordt de cohesie van de samenleving niet groter

Putnam klaagde erover dat mensen in de Verenigde Staten tegenwoordig niet meer in clubverband bowlen Bowling alone is zijn beeldspraak met bredere strekking Maar in de jaren vijftig bowlden blanken met blanken en zwarten met zwarten Dus er was toen geen Bowling alone Maar er was wel Bowling apart

Niveauparadoxen Zijn Prachtige Onderzoekvragen

Het is uit macro-onderzoek bekend dat Het opleidingspeil van de Nederlandse bevolking de afgelopen dertig jaar is gestegen Het is uit verkoopcijfers bekend dat er in Nederland de laatste decennia minder boeken worden verkocht Twee macrobevindingen Uit individuele enquêtes is bekend dat in elk jaar in die tijd hoger opgeleide personen meer lezen dan lager opgeleide personen Hoe kan dat?

Slechte macro-gegevens? Slechte micro-gegevens? Nou De niveauparadox ontstaat Omdat de uitspraak In elkaar jaar meer opleiding, meer lezen Te vaag is

Is de laatste dertig jaar iedereen minder gaan lezen? (is het intercept van de regressielijn kleiner geworden?) Zijn de afgelopen jaren de laagst opgeleiden minder gaan lezen? (wijziging in de regressiecoëfficiënt?) Zijn de afgelopen jaren de hoogst opgeleiden minder gaan lezen? (andere wijziging in de regressiecoëfficiënt?)

Contexteffect? Zijn hoog opgeleiden minder gaan lezen omdat er meer hoog opgeleiden zijn gekomen? Dat klinkt niet als een plausibele en onderzoekwaardige hypothese Wat dan wel? Mensen lezen meer als zij en hun ouders hun hoge opleiding hebben Onder de hoog opgeleide personen is het aantal personen met laag opgeleide ouders toegenomen (Coulangeon, Revue francaise de sociologie 2005)

Het is toegestaan om micro- uitspraken op macro-gegevens te toetsen Omdat uit micro-uitspraken macro- uitspraken kunnen worden afgeleid En omdat microgegevens vaak ontbreken Wel is het zaak behalve micro- uitspraken met absolute kenmerken Ook micro-uitspraken met contextuele kenmerken te bedenken

Volgend keer: De Nederlandse paradox Een paradox in de zin van een aannemelijke hypothese en een goede onderzoeksbevinding die niet met deze hypothese strookt