De Nationale Veiligheidsstrategie Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS Voorzitter Denktank Nationale Veiligheid De Nationale Veiligheidsstrategie Gevraagd om een vertaalslag te maken van PNV naar de politie. Grote consequenties: Nationale veiligheidssector gaat op de schop Regie van overheid wordt opnieuw ingevuld. Hopelijk komt er een einde aan de complexe organisatie. Er komt een landelijk systeem om capaciteiten te berekenen Sprake van een reëel probleem. Kamervraag PVV: Heeft u kennisgenomen van het bericht “Deskundige laakt rampenbestrijding in Nederland”? Antwoord: Ja. Deelt u de mening van de heer De Wijk dat de organisatie van crisisbeheersing en rampenbestrijding totaal krankzinnig is georganiseerd? Zo neen, waarom niet? Deelt u de mening dat de rampenbestrijding behoorlijk complex is georganiseerd en dat dit een snelle en effectieve inzet bij een grote rampenbestrijding niet ten goede komt? Zo neen, waarom niet, zo ja hoe gaat u verbeteringen aanbrengen? De heer De Wijk overdrijft als hij de organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing krankzinnig georganiseerd noemt. Ik deel wel zijn opvatting dat het complex is georganiseerd. Dat is deels onvermijdelijk: bij de bestrijding van rampen en crises zijn nu eenmaal vaak vele organisaties en functionarissen betrokken. Onze bestuurlijk gedecentraliseerde overheidsorganisatie is per definitie complex in relatie tot ´command & control´ in een crisissituatie. Mede in het kader van het programma Nationale Veiligheid worden verdere voorstellen ontwikkeld om de slagkracht van de crisisorganisatie te verbeteren. Zodra deze voorstellen een definitieve vorm hebben gekregen, zal ik de Tweede Kamer informeren.
Project Nationale Veiligheid (1) 9/11 en moord op Fortuyn (2002) gaven aanzetten voor anders denken over nationale veiligheid. Aanslagen Madrid (2004) en Londen (2005) waren katalysatoren. Deelname aan militaire operaties gaf extra dimensie.
Project Nationale Veiligheid (2) Besef ontstond dat: Interne en externe veiligheid verweven raken De bescherming van individuen noodzakelijk is voor politieke en maatschappelijke stabiliteit Onveiligheid kan worden uitgelokt
Project Nationale Veiligheid (3) Daarnaast besef dat: Terrorisme een steeds reëlere bedreiging wordt De schaalgrootte van rampen en crises toeneemt De dreiging grensoverschrijdend is Een multidisciplinaire aanpak vereist is Er nauwelijks een ‘operationele mindset’ is De organisatie uiterst complex is. Werkprogramma 2007 – 8:
Terroristische dreiging Tegen symbolische doelwitten en gericht op catastrofale effecten 9/11 had ook in Europa kunnen gebeuren CBRN dreiging is reëel Aanwezigheid moslimminderheid, buitenlandse politiek en houding publieke figuren verhogen de risico’s Alle grote, gelukte aanslagen in Europa tegen vervoerssystemen
Coördinerend Burgemeester Ministers Actiecentra Parate Diensten Overleg van Burgemeesters Managementteam Gemeentelijk Beleidsteam* Gemeentelijke Diensten ??x Operationeel team* Gemeente Secretaris GCC** Gemeentelijke organisatie Regionaal RCC** Coördinerend Burgemeester Commando Rampterrein Secties CTPI** Commissaris van de Koningin NCC PCC** MBT* LOCC DCC** 12x 1x 13x IBT* RvdVR Regionale Organisatie Regionaal Operationeel Team Operationeel Leider Ministers Commandant Burgemeester Eenheden Provinciale Organisatie Landelijke Organisatie Voor ramp bottum up standaard regelingen voor handen Voor crisis top-down improviseren MinBzk is de coördinerend minster danwel een vakminister danwel de Minister president Criteria: Operationele inzetduur en betrokken disciplines Interdepartmentale keteneffecten Publiciteit Bedrijven en Burgers NCBB Zit niet formeel in de bevelslijn Toezichthouder Rijksheer** Minister President/Ministerraad RNV MinBZK
Wat is een crisis? Een serie gebeurtenissen of rampen die vaak een groot gebied treft en vraagt om een zware bestuurlijke coördinatie waarin maatregelen om de crisis te beheersen en de voorlichting te coördineren. Een crisis tast de openbare orde of de nationale veiligheid aan…. of volgens het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming leidt tot 'een ernstige verstoring van de basisstructuren, dan wel aantasting van de fundamentele waarden en normen van het maatschappelijk systeem'.
Rampen na W.O. II op NL Grondgebied Datum Incident Doden 7-10-1946 Vliegtuigcrash in HBS school, Apeldoorn 23 14-11-1946 Vliegtuigcrash KLM PH-TBW, Schiphol 26 17-1-1947 Explosie kruitfabriek, Muiden 17 24-3-1947 Mijnramp Staatsmijn Hendrik, Brunssum 13 12-2-1950 Scheepsramp Noordzee, Den Helder 11 1-2-1953 Watersnoodramp, Zeeland, Zuid Holland 1836 23-8-1954 Vliegtuigcrash, Noordzee, west van Bergen 21 29-9-1954 Autobus ongeluk, Valkenburg 19 8-1-1962 Treinramp, Harmelen 93 15-6-1965 Scheepsbrand Ronastar, Botlek 16 25-6-1967 Tornado, Chaam / Tricht 7 20-1-1968 Explosie olietank Shell, Pernis 2 12-12-1968 Explosie olietanker Diana, Amsterdam 24-10-1970 Brand in psychiatrische inrichting, Wagenborgen 12 2-2-1971 Brand in verpleeghuis, Rolde 28-9-1971 Hotelbrand 't Silveren Seepaerd, Eindhoven Datum Incident Doden 25-8-1972 Ketting botsing A16, Prinsenbeek 13 7-11-1975 Explosie DSM, Geleen 14 4-5-1976 Treinramp, Schiedam 24 9-5-1977 Brand hotel Polen, Amsterdam 33 3-1-1980 Woningbrand, Rotterdam 11 6-10-1981 Vliegtuigcrash NLM PH-CHI, Moerdijk 28 16-12-1983 Brand Casa Rosso, Amsterdam 6-11-1990 Ketting botsing A16, Breda 10 8-7-1992 Explosie Cindu, Uithoorn 3 16-9-1992 Brand in sociaal pension de Vogel, Den Haag 4-10-1992 Bijlmerramp, Amsterdam 43 15-7-1996 Hercules ramp, Eindhoven 34 25-9-1996 Dakota ramp PH-DDA, Waddenzee, Den Helder 32 28-2-1999 Legionella besmetting Westfriese flora, Bovenkarspel 13-5-2000 Explosie vuurwerkfabriek, Enschede 23 1-1-2001 Cafébrand, Volendam 1-4-2003 28-9-2003 Elektriciteitscentrale, Geertruidenberg 5 26-10-2006 Brand cellencomplex Schiphol-Oost
Voyager: besluitvorming en sturing Onvoldoende oog voor operationele effecten Besluitvorming regionaal, beter dan op landelijk niveau. Besluiten zijn niet altijd helder, processen tussen relevante organisaties niet altijd duidelijk. +Besluiten worden genomen op basis van benodigde informatie. +Informatie is toegankelijk +Regelmatige vergaderstructuur, prioriteiten worden gesteld
Strategie nationale veiligheid (2007) Werkwijze om d.m.v. analyse, via strategische planning naar opvolging en beleid te komen Werkprogramma 2007 – 8: werkwijze wordt toegepast op drie thema’s – klimaatverandering, energievoorzieningszekerheid en polarisatie / radicalisering.
Strategische planning Nationale Risico- beoordeling Toekomst-verkenningen Taken Capaciteiten Dreigingsanalyses Wat moeten we kunnen? Wat hebben we daarvoor nodig? Wat bedreigt Nederland en hoe erg is dat? Opvolging beleid Analyse Strategische planning Agenda
Nationale veiligheid is in het geding bij bedreiging van: Territoriale veiligheid Economische veiligheid Ecologische veiligheid Fysieke veiligheid Sociale en politieke stabiliteit
Tijdshorizon is vijf jaar.
Gaat niet alleen om de positie in het diagram, maar ook om de te verwachten dynamiek. Hitte-droogte kan waarschijnlijker en ernstiger in uitwerkingen worden Schaarste staat er nu nog niet in: vorige week eerste sociale gevolgen van hoge olieprijze.
Bedreigingen voor de nationale veiligheid Matige impact, waarschijnlijk: Dierenrechtextremisme Rechts / links politiek extremisme Droogte, hitte Gemiddelde impact, grote waarschijnlijkheid: Politiek salafisme Jihadisme Landelijke black-out Hoge impact, geringe waarschijnlijkheid: Ergst denkbare overstromingen / Dijkring 14 Moedwillige verstoring ICT en elektriciteitsvoorziening Hoge impact, grote waarschijnlijkheid: Financiële crisis Grieppandemie Verstoring energie voorziening Dieren: Acties tegen bio industrie etc Extremisme: grootschalige rellen Droogte/hitte: over een periode van 15 dagen >30 graden. Rivieren te ondiep voor scheepvaartverkeer. Mensen overlijden door hitte. Politiek salafisme: moslims keren zich af van de maatschappij, parallelle samenlevingen. Landelijke black-out: 24 uur, Meeste vitale infrastructuur zal doordraaien. DR 14: overstroming westelijke kust, bijna 4000 km2 onder water, mogelijk >10.000 doden. EDO: half Nederland stroomt onder. Moedwillige verstoring: 48 uur door terroristische aanslag. Vitale infrastructuur kan uitvallen Financiële crisis: kredietcrisis. Grieppandemie: wereldwijde uitbraak, 30% van de wereldbevolking getrokken, 5 miljoen Nederlanders, 5.000 – 80.000 mensen overlijden. Energievoorziening: conflict in MO, mogelijk sancties.
Conclusie voor 2007 Fitna was enige ‘crisis’ in 2007/8 met mogelijke repercussies voor de nationale veiligheid en waarbij sprake was van een sterke verwevenheid tussen interne en externe veiligheid.
Maatregelen Overheid: versterken landelijke regie bij nationale crises Bedrijfsleven: versterken van de continuïteit van vitale producten en diensten Burger: versterken van zelfredzaamheid en burgerparticipatie
Hoe verder? Betere structuur voor rampenbestrijding en crisisbeheersing met duidelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor gemeente, veiligheidsregio en rijk (GRIP 5) Betere operationele ‘mindset’ bij bestuurders en heldere scheiding tussen beleid en uitvoering in responsefase Capaciteiten georiënteerde planning op landelijk niveau Civiel – militaire samenwerking Invoering van operationele aansturing op basis van netwerkcentrische principes Kortom, grotere operationele effectiviteit op basis van beginselen als ‘unity in effort’ door ‘unity in command’