Eet het Woord en profeteer! Ds. Jasper Klapwijk Eet het Woord en profeteer! Voorganger Thema: Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
De mededelingen van de kerkenraad staan op het liturgiebriefje Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Wij stellen ons voor God: Votum, groet Wij stellen ons voor God: “Onze hulp …” Hij begroet ons “Genade zij u …” Zingen :
Zingen Psalm 136: 1m, 2v, 3m, 18v, 19m, 21v (Eerste twee regels beurtzang/refrein samen) Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Looft de HEER, want Hij is goed, looft Hem met een blij gemoed, Zingen Ps. 136: [1m] 2v 3m 18v 19m 21v Looft de HEER, want Hij is goed, looft Hem met een blij gemoed, want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid.
Geeft de God der goden eer, looft nu aller heren Heer, Zingen Ps. 136: 1m [2v] 3m 18v 19m 21v Geeft de God der goden eer, looft nu aller heren Heer, want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid.
God alleen heeft in zijn kracht wonderen tot stand gebracht Zingen Ps. 136: 1m 2v [3m] 18v 19m 21v God alleen heeft in zijn kracht wonderen tot stand gebracht want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid.
Die aan ons, zozeer veracht, in zijn liefde heeft gedacht, Zingen Ps. 136: 1m 2v 3m [18v] 19m 21v Die aan ons, zozeer veracht, in zijn liefde heeft gedacht, want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid.
Die ons volk, hoe ook verdrukt, aan de vijand heeft ontrukt, Zingen Ps. 136: 1m 2v 3m 18v [19m] 21v Die ons volk, hoe ook verdrukt, aan de vijand heeft ontrukt, want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid.
Brengt de God des hemels eer, prijst zijn grootheid, looft de Heer, Zingen Ps. 136: 1m 2v 3m 18v 19m [21v] Brengt de God des hemels eer, prijst zijn grootheid, looft de Heer, want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid.
Inleidende woorden voor het Heilig Avondmaal Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Zingen Gezang 179a Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels Zingen Gez. 179a Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. En in Jezus Christus, zijnen eniggeboren Zoon, onze Here; die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria;
die geleden heeft onder Pontius Pilatus, Zingen Gez. 179a: Vervolg die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle; ten derden dage wederom opgestaan van de doden; opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods,
des almachtigen Vaders; vanwaar Hij komen zal om te oordelen Zingen Gez. 179a: Vervolg des almachtigen Vaders; vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest. Ik geloof ene heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen;
wederopstanding des vlezes; en een eeuwig leven. Amen, amen, Amen. Zingen Gez. 179a: Vervolg vergeving der zonden; wederopstanding des vlezes; en een eeuwig leven. Amen, amen, Amen.
Viering Heilig Avondmaal Gebed (aan tafel) Viering Dankzegging Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Zingen Gezang 89: 1 en 4 Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Jezus, leven van mijn leven, Jezus, dood van mijnen dood, Zingen Gez. 89: [1] 4 Jezus, leven van mijn leven, Jezus, dood van mijnen dood, die voor mij U hebt gegeven in de bangste zielenood, opdat 'k weten zou in 't sterven, dat ik 't leven mag beërven. Duizend-, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
Dank, mijn Heiland, voor uw lijden, voor uw bittre bange nood, Zingen Gez. 89: 1 [4] Dank, mijn Heiland, voor uw lijden, voor uw bittre bange nood, voor uw heilig, biddend strijden, voor uw trouw tot in de dood. Voor de wonden, U geslagen, voor het kruis, door U gedragen, voor al 't heil aan mij geschied, prijst U eeuwiglijk mijn lied.
Bidden Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Maar eerst een korte inleiding: Lezen Lezen: Ezechiël 2: 9 – 3: 11 Maar eerst een korte inleiding: waar zitten we op de bijbelse tijdlijn. Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Ezechiël 2 assur babel Israël juda israël juda egypte assur babel david
Lezen Lezen: Ezechiël 2: 9 – 3: 11 Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Zingen Psalm 119: 39 en 40 Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Hoe aangenaam is 't woord van uw verbond, Zingen Ps. 119: [39] 40 Hoe aangenaam is 't woord van uw verbond, hoe lieflijk klinkt uw wet in onze oren, Ja, zij is mij als honing in de mond, inzicht ontvang ik, door naar haar te horen. Ik zoek uw recht, en haat uit 's harten grond het pad van hen die zich in 't kwaad verloren.
Uw woord is als een lamp, een helder licht, Zingen Ps. 119: 39 [40] Uw woord is als een lamp, een helder licht, een schijnsel op mijn pad, een eeuwig baken dat in de duisternis mijn schreden richt. Ik zwoer en ik begeer het waar te maken, dat ik zal wandlen voor uw aangezicht, dat ik uw recht zal roepen van de daken.
Preek Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Eet Gods Woord…. en profeteer
1) Eet Gods Woord a) wie: een nederig mensenkind Jij, mensenkind, luister naar mijn woorden en wees niet opstandig zoals dat volk. Doe je mond wijd open en eet wat ik je te eten geef.’ Ez. 2 :8 Een klein en zondig mens God in al zijn majesteit
1) Eet Gods Woord b) wat: de hele boodschap Ik keek, en zag een hand die naar mij was uitgestrekt en een boekrol vasthield. Die werd voor mijn ogen uitgerold en ik zag dat hij aan beide kanten beschreven was. Dit stond erop te lezen: Klaagliederen, en gezucht en gesteun. Ez. 2 :9
Neem het in je op! 1) Eet Gods Woord c) hoe: doorslikken en de stem zei: ‘Mensenkind, vul je maag en je buik met deze rol, die ik je geef.’ Ez. 3 :3 ‘Mensenkind, onthoud alles wat ik je zal zeggen, luister er aandachtig naar. Ez. 3 :10 Neem het in je op!
1) Eet Gods Woord c) hoe: doorslikken
1) Eet Gods Woord d) Het effect: heerlijk!! Ik at de rol op; hij was zo zoet als honing. Ez. 3 :3 Hoe zoet zijn uw woorden voor mijn gehemelte, zoeter dan honing voor mijn mond. Psalm 119:103
Eet Gods Woord…. en profeteer
2) ..en profeteer a) breng zijn woord Daarop zei de stem tegen mij: ‘Mensenkind, ga naar de Israëlieten en breng hun mijn woorden over. . Ez. 3 :4 Jezus: zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik jullie
2) ..en profeteer b) doe het in Zijn kracht Maar de Israëlieten zullen niet naar je willen luisteren, omdat ze niet naar mij willen luisteren, want heel het volk van Israël is koppig en eigenzinnig. Ez. 3 :7
2) ..en profeteer b) doe het in Zijn kracht Maar ben ik daar geschikt voor? de belofte Daarom maak ik je even onbuigzaam als zij, en even koppig. Ik maak je harder dan steen, ik maak je zo hard als staal; daarom hoef je voor hen niet bang te zijn, daarom mag je je niet door hen laten afschrikken, hoe opstandig ze ook zijn. Ez 3:8-9
2) ..en profeteer b) doe het in Zijn kracht Maar ben ik daar geschikt voor? de belofte de opdracht Mensenkind, ga naar de Israëlieten en breng hun mijn woorden over. Ez 3:4
Zingen Psalm 19: 3 en 4 Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
't Verkwikt elk die het hoort en deze wet begeert, Zingen Ps. 19: [3] 4 Volkomen is Gods woord. 't Verkwikt elk die het hoort en deze wet begeert, daar Gods getuigenis hem die nog inzicht mist, de ware wijsheid leert.
Hoort naar het woord van God. Volmaakt is zijn gebod, Zingen Ps. 19: [3] 4 Hoort naar het woord van God. Volmaakt is zijn gebod, betrouwbaar, rein en heilig. Zijn woord, dat ons verlicht en onze voeten richt, geleidt ons vast en veilig.
De dienst van God de HEER verheugt het hart steeds meer Zingen Ps. 19: 3 [4] De dienst van God de HEER verheugt het hart steeds meer en duurt in eeuwigheid. Rechtvaardig is de wet die God heeft ingezet en die ten leven leidt.
Zijn woord, dat ons behoudt, maakt rijker dan fijn goud, Zingen Ps. 19: 3 [4] Zijn woord, dat ons behoudt, maakt rijker dan fijn goud, is zoeter nog dan honing. Wie daarin zich verheugt, vindt in dat woord zijn vreugd, zijn rijkdom, zijn beloning.
Bevestiging ouderlingen en diakenen Taak van de ouderlingen en diakenen Psalm 40: 2 en 4 Bevestiging Zegen Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Achtergrondinfo vanuit de Bijbel Inleiding Hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd. Efeziërs 4: 11-12
Achtergrondinfo vanuit de Bijbel Inleiding Hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd. Efeziërs 4: 11-12
Apostelen stelden oudsten aan Twee soorten oudsten: Achtergrondinfo vanuit de Bijbel Over ouderlingen Apostelen stelden oudsten aan Twee soorten oudsten: Leiding geven Leiding geven + preken en onderwijs Samen de kerkenraad Hun taak: als herders de gemeente leiden
Zorgen dat de liefde van Christus zichtbaar wordt in de gemeente Achtergrondinfo vanuit de Bijbel Over diakenen Zorgen dat de liefde van Christus zichtbaar wordt in de gemeente Oproepen tot gastvrijheid, offervaardigheid en bramhartigheid Benoemd om te zorgen dat de hulpverlening in en door de gemeente geoed verloopt.
Bevestiging ouderlingen en diakenen Taak van de ouderlingen en diakenen Psalm 40: 2 en 4 Bevestiging Zegen Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Zalig de man die op de HEER vertrouwt, geen acht slaat op de eigenwaan Zingen Ps. 40: [2] 4 Zalig de man die op de HEER vertrouwt, geen acht slaat op de eigenwaan van die hun eigen wegen gaan, maar die de leugen uit zijn leven houdt. Mijn God, ik wil U roemen en al uw daden noemen, niets is aan U gelijk.
't gaat boven mijn bereik. Zingen Ps. 40: [2] 4 Wil ik ze tellen, HEER, ik zie er telkens meer, 't gaat boven mijn bereik.
Ik breng de blijde boodschap van uw recht aan al wie U zijn toegedaan, Zingen Ps. 40: 2 [4] Ik breng de blijde boodschap van uw recht aan al wie U zijn toegedaan, dat zij uw wonderen verstaan in 't woord dat Gij mij op de lippen legt. Ik spreek dat woord met klaarheid, opdat uw trouw en waarheid door elk begrepen wordt.
HEER, ik weerhoud mij niet, maar loof U in mijn lied Zingen Ps. 40: 2 [4] HEER, ik weerhoud mij niet, maar loof U in mijn lied met een blijmoedig hart.
Bevestiging ouderlingen en diakenen Taak van de ouderlingen en diakenen Psalm 40: 2 en 4 Bevestiging Zegen Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Bevestiging ouderlingen en diakenen Taak van de ouderlingen en diakenen Psalm 40: 2 en 4 Bevestiging Zegen Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Zingen Psalm 134: 3 Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
de zegen van uw God, de HEER, die hemel, aarde, al wat leeft, Zingen Ps. 134: [3] Uit Sion dale op u neer de zegen van uw God, de HEER, die hemel, aarde, al wat leeft, zijn naam ter eer geschapen heeft.
Opdracht aan ambstdragers en gemeente Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Bidden Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Zingen Opwekking 407 Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407
Zingen Opw. 407 O, Heer mijn God, wanneer ik in verwondering de wereld zie die U hebt voortgebracht. Het sterrenlicht, het rollen van de donder, heel dit heelal, dat vol is van uw kracht.
Zingen Opw. 407 Refrein: Dan zingt mijn ziel ) tot U, o Heer mijn God: )2x hoe groot zijt Gij, ) hoe groot zijt Gij! )
Zingen Opw. 407 Als ik bedenk, hoe Jezus zonder klagen tot in de dood gegaan is als een Lam, sta ik verbaasd, dat Hij mijn schuld wou dragen en aan het kruis mijn zonde op zich nam.
Zingen Opw. 407 Refrein: Dan zingt mijn ziel ) tot U, o Heer mijn God: )2x hoe groot zijt Gij, ) hoe groot zijt Gij! )
Zingen Opw. 407 Als Christus komt met majesteit en luister, brengt Hij mij thuis, hoe heerlijk zal dat zijn. Dan zal ik vol aanbidding voor Hem buigen en zingt mijn ziel: o Heer, hoe groot zijt Gij!
Zingen Opw. 407 Refrein: Dan zingt mijn ziel ) tot U, o Heer mijn God: )2x hoe groot zijt Gij, ) hoe groot zijt Gij! )
Zegen Zingen: Amen, amen, amen! Ps. 136: 1, 2, 3, 18, 19, 21 | Gz. 179a | Gz. 89: 1, 4 | Ezechiel 2: 9 – 3: 11 Ps. 119: 39, 40 | Ps. 19: 3, 4 | Ps. 40: 2, 4 | Ps. 134: 3 | Opw. 407