Klinische besluitvorming voor Justitieel Verpleegkunde Marlou de Kuiper Master Zorgtraject Ontwerp
ICF wordt nog niet gebruikt? Nooit van gehoord Weer iets nieuws Kost tijd en geld Past het in het EPD? Past het in het verpleegplan? Kan de ICF gebruikt worden om diagnoses te stellen en interventies te ontwerpen?
Van Medisch Model naar Sociaal model PERSOONLIJK probleem vs SOCIAAL probleem medische zorg vs sociale integratie aanpassing aan persoon vs aanpassing in omgeving gedrag vs houding, beeldvorming zorgbehoefte vs mensen-, burgerrechten verzorgingsstaat vs politiek individuele aanpassing vs sociale verandering Individuele behandeling vs sociale actie professionele hulp vs individuele & collectieve verantwoordelijkheid De diverse modellen om beperkingen, handicaps en ziektes te verklaren en te classificeren kunnen het beste uitgelegd worden in de vergelijking van het “medische model” met het “sociale model”. Het medische model ziet het fenomeen van de beperking als een “persoonlijk” probleem, dat direct veroorzaakt wordt door ziekte, trauma of gezondheidstoestand, dat medische zorg vereist in de vorm van individuele behandeling door professionals. Het management van beperkingen, of het maatschappelijk antwoord op beperkingen is gericht op een betere aanpassing van de persoon aan de omgeving en op verandering van het gedrag. Gezondheidszorg wordt beschouwd als hoofdthema en op politiek niveau is dit het gezondheidszorgbeleid dat aangepast moet worden (verzorgingsstaat). Veranderingen en verbeteringen blijven binnen het kader van het gezondheidszorgbeleid. Het sociale model daarentegen ziet beperking als een ”maatschappelijk” probleem vanuit de invalshoek van de integratie van personen met beperkingen in de maatschappij (volwaardig burgerschap). Beperking is geen eigenschap van de persoon, maar een complexe verzameling van condities/problemen, waarvan vele veroorzaakt worden door de inrichting van de sociale omgeving. Dus vereist het management van beperkingen sociale actie en is het de collectieve verantwoordelijkheid van de maatschappij om aanpassingen in de omgeving te realiseren die nodig zijn voor de volledige participatie van mensen met beperkingen aan alle aspecten van het sociale leven. De hoofdzaak is van ideologische aard en vereist sociale verandering, terwijl op politiek niveau het een zaak is van mensenrechten. Het onderwerp ‘beperking’ is zeer politiek geladen, zowel binnen het medische als het sociale model.
persoonlijke factoren ICF schema ICF schema ziekte/aandoening functies/ anatomische eigenschappen (stoornissen) externe factoren persoonlijke factoren activiteiten (beperkingen) participatie (participatie- problemen) Zie dia 5 en 6 voor toelichting. Belangrijk is dat de pijltjes 2 kanten op gaan. Versterking CliëntenPositie (VCP) mei 2009
Uitgangspunt ICF is: Iedereen wil een zinvolle levensinvulling Versterking CliëntenPositie (VCP) mei 2009
Wat is ICF? De taal die het menselijk functioneren: - beschrijft - ordent - in kaart brengt wat nodig is om deel te nemen aan de samenleving ( compensatie) - Gemeenschappelijke taal voor gemeente en burger in kader van het maken van gemeentelijk beleid, bijvoorbeeld WMO. Functionele omschrijving van het hulpmiddel met behulp van de ICF (International Classification of Function) De ICF is een taal die de termen bevat waarmee het menselijk functioneren, kan worden beschreven en vormt zo een raamwerk voor het ordenen van gegevens van de gebruiker. Het onderlinge verband tussen het menselijk functioneren en de problemen en de externe en persoonlijke factoren worden in kaart gebracht. Het in kaart brengen leidt tot de keuze van het hulpmiddel of de zorg die iemand nodig zou kunnen hebben om deel te nemen ( participeren) aan de samenleving. Dus incontinentie materiaal is een uitwendig hulpmiddel bij het compenseren van een anatomische en /of functiestoornis van afvalproducten/ productie en opslag van urine, het uitscheiden van urine. Eenvoudig gezegd: Incontinentie materiaal kan P en P opvangen, opslaan en zorgen voor het feit dat de persoon deze veilig kan uitscheiden en gaan en staan waar hij of zij wil. De activiteiten die iemand wil ondernemen zijn nodig om te kunnen participeren in de samenleving.
Doelen van het ICF-systeem een wetenschappelijke basis creëren een gemeenschappelijke taal ontwikkelen een systematisch coderingsschema opzetten de vergelijking van gegevens mogelijk maken: gezondheids- en andere disciplines publieke diensten over tijdsperiodes over landen en culturen Doelen van het ICF-syteem zijn: het creëren van een wetenschappelijke basis om gezondheidscondities en de gevolgen ervan te beschrijven en van een gemeenschappelijke taal om de communicatie te verbeteren tussen werkers in de gezondheids- en andere sectoren en mensen met een handicap en hun belangenorganisaties. (Het stimuleren van een betere zorg en dienstverlening om daardoor de maatschappelijke participatie van mensen met een handicap te verbeteren – dit staat centraal in het verbeteren van de kwaliteit van leven en het versterken van de autonomie van mensen met een handicap.) Het mogelijk te maken van de vergelijking van gegevens over landen, gezondheidsdisciplines, publieke diensten en tijd – de behoefte aan zo’n internationale taal bestaat al lange tijd. het voorzien in een systematische codering voor systemen waarin gezondheidsinformatie wordt gebruikt – aan uniforme systemen heeft het lang ontbroken in internationale vergelijkingen van epidemiologische en andere gegevens. (Het stimuleren van onderzoek naar de gevolgen van diverse gezondheidstoestanden – dit vergemakkelijkt het ontwikkelen van effectievere interventies/programma’s/maatregelen.) (Het verzamelen van gegevens over de factoren in de maatschappij die de participatie van mensen met een handicap bevorderen of belemmeren – dit is cruciaal om politiek-bestuurlijk de verandering van beleid te beïnvloeden.)
ICF heeft drie perspectieven: Voor de individuele benadering functioneren van lichaam functioneren in vorm van activiteiten deelname aan sociaal maatschappelijk leven.
persoonlijke factoren ICF schema ziekte/aandoening functies/ anatomische eigenschappen (stoornissen) externe factoren persoonlijke factoren activiteiten (beperkingen) participatie (participatie- problemen) Zie dia 5 en 6 voor toelichting. Belangrijk is dat de pijltjes 2 kanten op gaan.
Factoren van de persoon: de huidige situatie (mét beperking of participatieprobleem) de gewenste situatie (zinvolle levensinvulling).
Functie van de ICF eenduidig gebruik van begrippen bij Wmo, AWBZ e.a. zoeken samen mogelijkheden of het beïnvloeden van het vermogen om van huidige naar de gewenste situatie te komen Door: Inzicht in patronen Empowerment/Positieve feedback op patronen Gedeelde besluitvorming
Wat is specifiek aan verplegen Gevolgen van ziekte Holisme/heel de mens Taal van medische en paramedische disciplines Kennis uit andere disciplines: biologie, psychologie, sociologie, antropologie, filosofie etc
Holisme Een systeem is meer dan de som van de onderdelen Reductionisme is nodig om de subsystemen te beschrijven De ervaring van verbondheid met het zelf, de ander, de omgeving en het hogere is essentieel
Nieuwe definitie van gezondheid Gezondheid als het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven
Systeemtheorie Voortdurende uitwisseling met de omgeving, materie, informatie, energie Input, throughput, output Voortdurende ontwikkeling/complexiteit van patronen Interne, interpersoonlijke en externe omgeving Heeft hulpbronnen (fysiologisch, psychologisch, obtwikkelingsbepaald, sociaal-cultureel, spiritueel)
Stress-coping theorie Stress: taxatie van dreiging en vermogens Coping: effectief, neutraal, ineffectief Draaglast en draagkracht
Preventie Stress voorkomen (draaglast verminderen) Coping verbeteren (draagkracht verbeteren) Reserves creeren (primaire preventie) Erger voorkomen, herstel bevorderen (secundaire preventie) Nieuwe patronen leren (tertiaire preventie)
Kenmerken ICF: Uitgangspunten Menselijk functioneren - niet alleen problemen Universeel model - niet minderheids model Integratief Model - niet alleen medisch of sociaal Interactief model - niet lineair progressief Oorzaak irrelevant - niet etiologische oorzaak Inclusief omgeving - niet alleen persoon Toepasbaarheid over culturen heen - niet Westerse concepten Operationeel - niet alleen theorie gestuurd Alle leeftijdscategorieën - niet gericht op volwassenen
persoonlijke factoren ICF schema ziekte/aandoening functies/ anatomische eigenschappen (stoornissen) externe factoren persoonlijke factoren activiteiten (beperkingen) participatie (participatie- problemen) Zie dia 5 en 6 voor toelichting. Belangrijk is dat de pijltjes 2 kanten op gaan.
oefening interview elkaar: Wat is je grootste probleem Is er een verschil met je normale leven en je situatie nu? Heb je dat probleem al eens eerder gehad? Hoe ben je daar toen mee omgegaan? Hoe zie je je toekomst? Wat doe je nu aan het probleem, wat kun je doen? Wat verwacht je van anderen? Van mij?
diagnostiek In kaart brengen: verschillen in beleving van de situatie. Wat zijn de belangrijkste stress veroorzakers voor de client? Wat zijn dominante coping patronen? Hoe beinvloeden deze copingpatronen zijn situatie/zijn relaties?/ zijn emoties? Beschrijf de conditie van de client en zijn behoefte aan zorg/hulp/steun/behandeling en jouw mening daarover
doelen Wat wil de cliënt bereiken? Wat motiveert de cliënt om dat te willen? Wat zijn de kwaliteiten/talenten/patronen/vermogens die hij kan inzetten? Wanneer wil hij dat bereikt hebben? Stappenplan? Welke steun wil de cliënt graag en welke steun kan gecreëerd worden?
interventies Doe een voorstel betreffende de interventies/behandeling volgens de normen van gedeelde besluitvorming Informatie uitwisselen over de huidige situatie Bespreken van de verschillende opties Informeren naar de voorkeuren van de patiënt Wat heeft de cliënt nodig om een besluit te kunnen nemen Gezamenlijk een plan opstellen Vervolgafspraken maken
Shiny eyes