De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Plancyclus les 3 Actualiteit Quiz over de stof tot nu toe

Verwante presentaties


Presentatie over: "Plancyclus les 3 Actualiteit Quiz over de stof tot nu toe"— Transcript van de presentatie:

1 Plancyclus les 3 Actualiteit Quiz over de stof tot nu toe
Diagnosticeren deel 1 Eindopdracht Huiswerk

2 Quiz Wat wordt er aan het eind van de 1e fase geformuleerd?
Op welke verschillende niveaus wordt er naar een 'probleem' gekeken? Wat betekent problematiseren? Wat is intersubjectiviteit? Wat betekent dialooggestuurd werken? Wat betekent de uitspraak: ‘de plancyclus is een meta-methode?’

3 Plancyclus De diagnostische fase
Oriënteren Diagnosticeren Plannen Uitvoeren Evalueren

4 Van probleemdefinitie naar hypothesen.
Probleemdefinitie is uitgangspunt. Je onderzoekt en analyseert het probleem: wat is de oorzaak van dit gedrag? De vragen naar en gedachten over oorzaken noemen we hypothesen. Je hebt nu al je kennis over ontwikkeling en opvoeding nodig. Analyseren is hetzelfde als diagnosticeren! Analyseren is letterlijk “losmaken”. Je gaat nu het probleemgedrag uit elkaar rafelen of in stukjes opdelen. Dit doe je door vragen te stellen over de oorzaak. Deze vragen zijn je hypothesen.

5 Hypothesen 1 Biopsychosociale model bij individuele casussen. Ecologische model (Bronfenbrenner) bij casussen waarin het om groepen gaat. Deze modellen helpen je je hypothesen te ordenen en te formuleren. Besteed altijd aandacht aan alle drie de niveaus. De modellen helpen je om je probleem in stukjes te knippen.

6 Biopsychosociale model en hypothesen stellen
Uitgangspunt is de samenhang tussen de drie niveaus. Je kunt zelf niet elk niveau onderzoeken, maar eventueel wel doorverwijzen.

7 Medisch biologisch Alles wat terug te voeren is tot biologische aspecten van het probleem. Van ziektes tot erfelijke zaken. Van persoonlijkheidsaspecten tot ontwikkelingsfase. Bij twijfel heeft medisch onderzoek altijd voorrang. Hier heb je je kennis van stoornissen vooral nodig of moet je een deskundige raadplegen. Temperament en intelligentie horen ook tot dit domein. Als je werkt met mensen met een verstandelijke beperking of met het syndroom van Down hebben verhoogde kans op bepaalde ziekten. Je moet ook weten welke medicijnen je cliënten slikken zodat je ook op zoek kan gaan naar eventuele bijwerkingen.

8 Individueel psychologisch
Gedragsmatige en cognitieve aspecten Emotionele stoornissen Psychodynamische aspecten, coping Aangeleerd gedrag Hier heb je je kennis van psychologie en pedagogie nodig of moet je een deskundige raadplegen. Coping gaat over het omgaan met bepaalde zaken. Dit kan ook een gediagnosticeerde stoornis zijn.

9 Sociaal De interactie tussen de cliënt en de omgeving. Gezin, leefgroep, wijk, buurt, huisvesting. Hier heb je je kennis van systeemtheorieën, opvoeding(sstijlen) en groepsdynamica nodig.

10 Ecologisch model Micro niveau: speelt er iets in de groep
Meso niveau: speelt er iets tussen de groep en de directe omgeving, bijvoorbeeld het team of de organisatie Macro en exoniveau: speelt er iets tussen de groep en de wijdere omgeving, bijvoorbeeld de buurt.

11 Hypothesen 2 Formule: kan het zijn dat x dit gedrag vertoont omdat…… Alternatief: ….. kan een verklaring zijn voor het gedrag dat X vertoont. Terug vertalen naar probleemdefinitie. Haal er in deze fase geen nieuwe informatie bij. Als dat moet -> naar vorige fase.

12 Hypothesen 3 Eerst een groslijst dan prioriteren:
wat ligt binnen mijn mogelijkheden welke vind ik/vinden wij het belangrijkst welke houden verband met elkaar Let op: verbetering op een aspect kan verandering op anderen te weeg brengen.

13 Hypothesen 4 Toetsende hypothesen, je kunt onderzoeken of jouw gedachten kloppen of niet. Deductief onderzoek: vanuit algemene kennis conclusies trekken over specifiek geval. Richting gevende hypothesen, geeft aan waar je het antwoord op je vraag moet zoeken. Inductief onderzoek: vanuit concrete situatie probeer je algemene principes te vinden.

14 Aan de slag met Johnnie Probleemdefinitie: Sinds de geboorte van zijn broertje schopt, slaat en scheldt Johnnie in situaties waarin hij gecorrigeerd wordt of geen aandacht krijgt. Welke hypothesen kan je allemaal stellen? Welke zouden jullie gaan onderzoeken?

15 De eindopdracht Pas de fasen oriënteren en diagnosticeren van de Plancyclus toe op een casus uit je stage . Bepaal de doelen waar je aan wilt werken. Bespreek met elkaar de casus die je in gedachten hebt.


Download ppt "Plancyclus les 3 Actualiteit Quiz over de stof tot nu toe"

Verwante presentaties


Ads door Google