Jeugdbeschermingskader
Kinderen hebben recht op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid. De ouders hebben de verantwoordelijkheid om dit recht te realiseren. Maar wanneer de ouders deze verantwoordelijkheid niet naar behoren vervullen, is het de plicht van de overheid om passende, dat wil zeggen dwingende maatregelen te nemen. Dan moet wel duidelijk zijn dat jeugdzorg in het vrijwillige kader niet mogelijk is, en de rechten van de minderjarige ernstig (dreigen te) worden geschonden.
Het gaat in de jeugdbescherming steeds om opvoedings- en leefsituaties die niet voldoen aan de minimum-voorwaarden voor een voorspoedige ontwikkeling van een minderjarige. De overheidsverantwoordelijkheid voor deze minderjarigen heeft geleid tot een systeem van jeugdbescherming. Dit systeem stelt de overheid in staat om een onderzoek in te stellen naar de opvoedings- en leefsituatie van de minderjarige en in te grijpen als dat nodig is.
Indien een minderjarige zodanig opgroeit, dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen, kan de kinderrechter hem onder toezicht stellen van een stichting als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg. (= bureau jeugdzorg) Artikel 1:254 lid 1 BW1
Drie elementen van de OTS Het bureau jeugdzorg houdt toezicht op de minderjarige en zorgt dat aan de minderjarige en de met gezag belaste ouder hulp en steun worden geboden teneinde de bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen of de gezondheid van de minderjarige af te wenden, het bureau jeugdzorg bevordert de gezinsband tussen de met het gezag belaste ouder en de minderjarige. Artikel 1:257 lid 1 BW1
Kernelementen Delta
Clustering van de kernelementen deltamethode • Kind staat centraal - belang van het kind - ontwikkeling van kinderen • Planmatig werken • Gericht op mogelijkheden, ‘wel-doelen’
Belang van het kind Gronden van de maatregel als uitgangspunt (welke zorgen zijn er, concreet benoemen) Bescherming van het kind meteen ter sprake brengen Recht van het kind op … Ontwikkeling van het kind staat centraal (wat is de gewenste ontwikkelingsuitkomst voor dit kind) ‘Kind is de morele opdrachtgever’ (wij doen dit namens het kind) ‘Goed genoeg’ ouderschap (minimale voorwaarden, in gang gezette verbeteringen zijn belangrijk)
Ontwikkeling van kinderen Ontwikkeling van de jeugdige staat centraal Positieve factoren, beschermende factoren (kind, ouders en omgeving) Talenten van het kind Interesses/kansen vanuit het kind gezien Sociale netwerk vanuit het kind gezien Het kind in zijn context (personen in de context van kind en gezin die een positieve bijdrage kunnen leveren, die zijn belangrijke informant)
Planmatig werken Methodisch werken (4 stappen model, veiligheidslijstjes, PvA) ‘Plan op tafel’, in tweevoud: bij gezinsvoogd en de ouders In IJ is een nieuw plan ook echt een nieuw plan (op basis van nieuwe informatie, cyclisch werken) Hulp en steun hoort weer bij de taken van de GV Engageren, activeren van gezinsleden Positioneren, eisen stellen Signs of safety, Turnell, omgekeerde bewijslast (´bewijs mij dat het kind veilig is´) Risicotaxatie en risicomanagement Ontwikkelingsgerichte, positieve en concrete doelen, gekoppeld aan OTS Tijdsplanning, verlaagde case-load Beslissings- overleg- en ondersteuningsstructuur
Engageren 1. Open communicatie 2. Positieve communicatie 3. Aansluiten bij de wensen in het gezin 4. Aansluiten bij de krachten in het gezin 5. Bieden van een ontwikkelingsperspectief
Positioneren Gezinsvoogden verduidelijken: • De maatregel • Het feit dat het gaat om het belang van het kind • Hun deskundigheid • Hun bevoegdheden en plichten • Hun positie ten opzichte van ouders en kind NB: in feite gaat het om het positioneren van het kind.
Het vier-stappen model