Welke betekenis?
Welke betekenis heeft vriendschap voor jou en mij? Rechts definitie Wikipedia
Eén keer trek je de conclusie Vriendschap is een illusie Vriendschap is een droom Een pakketje schroot, met een dun laagje chroom Henk Westbroek schreef dit lied voor zijn groep Het Goede doel. Alleen refrein Henk Westbroek
vriend je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het erop aan komt voor je bidt of voor je vecht pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient dan pas kun je zeggen: 'k heb een vriend Toon Hermans Gedicht van Toon Hermans
Een vriend is iemand die alles van je weet en toch van je houdt Een vriend is iemand die alles van je weet en toch van je houdt. Augustinus
En Hij zeide tot hen: Wie van u zal een vriend hebben, en zal ter middernacht tot hem gaan, en tot hem zeggen: Vriend! leen mij drie broden; Overmits mijn vriend van de reis tot mij gekomen is, en ik heb niet, dat ik hem voorzette; Lukas 11: 5 Naar wie ga jij toe? Met je zorgen en met je blijdschap? Wie komt naar jou toe?
Vriendschap wil zeggen: Het verbonden zijn van (twee of meer) mensen aan elkaar door onderlinge genegenheid en gelijkwaardigheid, met behoud van ieders eigenheid.
Volkomen waardering van God en elkaar voor wie ze waren wezenlijk op elkaar gericht hun gaven en persoonlijkheid gebruiken tot zegen voor elkaar Volkomen vrij om zich niet anders voor te doen
Volkomen waardering van God en elkaar voor wie ze waren wezenlijk op elkaar gericht hun gaven en persoonlijkheid gebruiken tot zegen voor elkaar Volkomen vrij om zich niet anders voor te doen Onverenigd met God en afgunstig t.o.v. elkaar Op zichzelf gericht Gericht op eigen gemak en succes Zichzelf beter voor te doen en fouten af te schuiven
En Jezus zeide tot hem: Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede aan dit gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.
Volkomen waardering van God en elkaar voor wie ze waren wezenlijk op elkaar gericht hun gaven en persoonlijkheid gebruiken tot zegen voor elkaar Volkomen vrij om zich niet anders voor te doen Onverenigd met God en afgunstig t.o.v. elkaar Op zichzelf gericht Gericht op eigen gemak en succes Zichzelf beter voor te doen en fouten af te schuiven
ik ik
jij jij
Ik jij Ik jij Ik jij Ik jij
Eli 1 Sam. 2: 12 & 22-25 Ik jij
Achab 1 Kon 21: 20 & 25 Ik jij
Petrus Matth. 14: 28-30, Matth. 16: 22 Ik jij
Ik jij Jonathan en David. 1 Sam. 18: 1-5 Vriendschap vraagt: >> Onvoorwaardelijk geven zonder iets terug te verwachten. >> Gelijkwaardigheid >> Vrijheid
Vers 7 Zag ik mij door een vijand jagen, Dan kon, dan zou ik dit verdragen; Maar 't was mijn hater niet vóór dezen, Die tegen mij zich thans verheft; 'k Had anders wel 't gevaar beseft, En zou voor hem verborgen wezen. Vers 8 Neen, gij, gij zijt het, dien ik eerde, Dien ik, gelijk mij zelf, waardeerde, Met wien 'k gemeenzaam placht te hand'len, Mijn leidsman, met mij eensgezind, Met wien ik raadpleegd', als mijn vrind, En samen naar Gods huis mocht wand'len
Gelijkerwijs de Vader Mij liefgehad heeft, heb Ik ook u liefgehad; blijft in deze Mijn liefde. Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde. Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u blijve, en uw blijdschap vervuld worde. Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb. Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven zette voor zijn vrienden. Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede. Ik heet u niet meer dienstknechten; want de dienstknecht weet niet, wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb Ik u bekend gemaakt. Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u gesteld, dat gij zoudt heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht blijve; opdat, zo wat gij van den Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u dat geve. Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt.
Vers 67 Maak in Uw woord mijn gang en treden vast, Opdat ik mij niet van Uw paân moog' keren; En wordt mijn vlees door 't kwade licht verrast, Ai, laat het mij toch nimmer overheren. Verlos mij, HEER, van 's mensen overlast, Dan zal ik U, naar Uw bevelen, eren.