Decentralisatie van de jeugdzorg decentralisatie jeugdzorg Per 1 januari 2015 gaan in één keer alle taken en verantwoordelijkheden naar de gemeenten over. Het gaat om taken waarvoor nu het Rijk en de provincie (in ons geval de stadsregio Rotterdam) verantwoordelijk zijn. Via deze operatie zal de jeugdzorg effectiever en efficiënter moeten worden.
Uit Beleidsbrief stelselwijziging jeugd “Geen kind buiten spel’ dd. 8 november Onze ambitie is dat alle kinderen gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen. De ouders zijn hiervoor eerst verantwoordelijk. De overheid komt in beeld als dit niet vanzelf gaat. Dan moet het jeugdstelsel snel, goed en op maat functioneren: „Geen kind buiten spel!‛‛ Het stelsel moet eenvoudiger en een integrale aanpak van problemen bevorderen. Ouders, kinderen en andere opvoeders moeten gemakkelijker ergens terechtkunnen met hun vragen over opgroeien en opvoeden. De hoofddoelen van de stelselwijziging zijn dan ook eerdere ondersteuning en zorg op maat en betere samenwerking rond jeugdigen en gezinnen.
Met het nieuwe stelsel wil het kabinet de volgende tekortkomingen aanpakken: te grote druk op gespecialiseerde zorg tekortschietende samenwerking rond kinderen en gezinnen afwijkend gedrag wordt niet onnodig gemedicaliseerd het kostenopdrijvend effect als afgeleide van deze knelpunten.
In de stelselwijziging van de jeugdzorg spelen drie soorten vraagstukken een rol: het stelsel: onder andere afspraken tussen bestuurslagen, budgetverdeling(systemen), wet- en regelgeving, besturing en toezicht de organisatie: onder andere effecten, strategie, sturing, interactie, inkoop en verantwoording de uitvoering: onder andere competenties, werkwijze, dienstverlening, interactie met burger/cliënt.
2 soorten processen te onderscheiden: transitie en transformatie. Het transitieproces (vooral de structuur) betreft de periode van het veranderen van het huidige stelsel: de regels, wetten, financiële verhoudingen en dergelijke, die het mogelijk moeten maken om tot de jeugdzorg nieuwe stijl te kunnen komen. Dit heeft directe impact op de organisatie van de uitvoering, omdat meestal verantwoordelijkheden van de betrokken partijen wijzigen, evenals de financieringsstromen.
Het transformatieproces (vooral het handelen en de cultuur) is gericht op het realiseren van de beoogde inhoudelijke effecten van de stelselwijziging: ander gedrag van professionals en burgers, andere cultuur bij instellingen en professionals, andere werkwijzen en vooral ook het anders met elkaar omgaan tussen burgers, professionals, instellingen en gemeenten. Het is een veranderingsproces dat in gang gezet wordt.
Een effectieve transformatie richt zich op vier opgaven: visievorming: Wat willen we bereiken? (ook in termen van (kwantitatief) effect) vormgeving van een nieuw lokaal samenspel: Met welke partijen en in welke vormen? het samenstellen van een nieuw aanbod: Met welke aanbod? en de implementatie van een nieuwe werkwijze: Op welke manier?
Eén gezin, één plan, één regisseur Het uitgangspunt is dat hulp bij het opvoeden en opgroeien een tijdelijk karakter heeft. Hulp is zo intensief als nodig en duurt zo lang als nodig. Hulp wordt zoveel mogelijk dichtbij georganiseerd en in verbinding met lokale voorzieningen.
Opvoeding versterken Dit onderdeel van de zorgstructuur is beschikbaar voor iedereen. Het biedt preventie, opvoedingsondersteuning en jeugdgezondheidszorg. Waar nodig wordt intensievere hulp ingeroepen en wordt dit gecoördineerd. Ook worden informele steun en sociale netwerken geholpen zich te organiseren.
2 Versterking ondersteunen Als intensievere ondersteuning nodig is, biedt een professional aan ouders deze ondersteuning aan. Deze hulp komt zoveel mogelijk naar de jeugdige en de opvoeders toe. Het Centrum voor Jeugd en Gezin en de Zorgadviesteams zijn belangrijke schakelpunten voor de inzet van deze extra ondersteuning.
3 Opvoeding overnemen De hulp vanuit dit onderdeel doorbreekt in sterke mate de oorspronkelijke opvoedingscontext en wordt alleen waar nodig ingezet. Het betreft hulpverlening in het kader van jeugdbescherming of reclassering, gesloten opnames, plaatsing op een aparte onderwijsplek en dergelijke.
In 2014 is er voor alle kinderen en hun ouders een goed en makkelijk bereikbaar aanbod van opvoed- en opgroeisteun: een passend aanbod in elke wijk, aansluiting tussen zorg en onderwijs en het Centrum voor Jeugd en Gezin als spin in het web.’
casus verdelen uitvoeren navragen
opdracht voor volgende keer hoe ziet ons maatschappelijk probleem eruit binnen de Rotterdamse context?’ en ‘wat betekent de Rotterdamse opvoedvisie voor onze (ketengerichte) benadering van dit probleem?’