De jeugd- en gezinsgeneralist in de eerste lijn Caroline Vink Nederlands Jeugdinstituut Kenniskring JGZ 17 juni 2013
1 januari 2015
Verschillende doelen van de stelselherziening Jeugd. Inhoudelijk (‘transformatie’) van zorg veraf naar preventie, ondersteuning en zorg dichtbij éénduidige regie op complexe casussen: één gezin, één plan, één regisseur van verkokerde naar integrale aanpak Bestuurlijk (‘transitie’) verantwoordelijkheid van VWS, V+J, provincies en zorgverzekeraars naar gemeenten in samenhang met andere stelselwijzigingen (passend onderwijs, wijzigingen sociale zekerheid, awbz/wmo) Financieel bundeling financieringsstromen harmonisatie bekostigingssystemen bezuiniging/ombuiging (150> 300> 450) De huidige manier waarop de jeugdzorg is georganiseerd en opereert zal een wezenlijke verandering moeten ondergaan. De effectiviteit van de jeugdzorg moet worden verbeterd door een stelselherziening. Het kabinet zal hiertoe de volgende maatregelen nemen: In lijn met het advies van de Parlementaire Werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg, worden gefaseerd alle taken op het gebied van jeugdzorg overgeheveld naar de gemeenten. Het betreft hier: jeugd-ggz (zowel AWBZ als Zorgverzekeringswet), provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdreclassering, jeugdbescherming en licht verstandelijk gehandicapte jeugd. Preventie en vrijwillige hulpverlening wordt in goede afstemming met gedwongen hulpverlening georganiseerd door (samenwerkende) gemeenten. De Centra voor Jeugd en Gezin die inmiddels gerealiseerd zijn, zullen bij de overheveling naar de (samenwerkende) gemeenten gaan dienen als front office voor alle jeugdzorg van de gemeenten.
Stelselontwerp + ambitie Pedagogische civil society Wijkteams, generalisten, huisartsen,SMW,CB’s, CJG’s, ZAT’s Algemene (jeugd)voor-zieningen Kwaliteit resultaten Bereik Tevredenheid Uitval Afname probleem 80% wordt 90% Speciale zorg naar jeugdige (includerend) Jeugdige naar speciale zorg (excluderend) Om dat te bereiken moeten de diensten concrete invulling krijgen, zowel qua focus (waar zijn ze op gericht) als wat betreft hun bijdrage aan het daadwerkelijk aanpakken van vragen en problemen die spelen. Ons idee is dat in eerste instantie maar eens te doen voor de meest voorkomende vragen en problemen van onze jeugdigen en opvoeders, de ‘top 10’ zeg maar. Zo weten we dat bovenaan die top 10 het omgaan met gewoon lastig gedrag van kinderen staat (niet willen luisteren, koppigheid, gedrag waarvoor je je kind achter het behang wil plakken) of met ernstiger gedragsstoornissen. Zo kunnen in het kader van de versterking van de pedagogische civil society er aan kinderen en gezinnen die geregeld met dit gedrag te maken hebben wat levenswijze maatjes worden gekoppeld, die met het kind geregeld leuke dingen en doen en praten. Dat geeft ouders wat lucht, vaak krijgen ze tips mee en de jeugdige ook (hé jongen, die vechtpartij was niet zo handig. Voortaan even tot tien tellen voordat je op de vuist gaat). Beroepsopvoeders zoals leerkrachten en medewerkers vd kinderopvang kunnen adviezen krijgen over hoe met lastige kindern om te gaan vi aprogramma’s als PBS en Alert4You (het voert te ver dit uit te leggen, de boodschap is: er zijn programma’s voor) Vanuit de eerste lijn is goed pedagogisch advies te geven over de aanpak van gedragsproblemen. Ook daar zijn veel programma’s voor waarin kennis verpakt zit (bijv. Triple P) Van belang is ook de kwaliteit van de speciale zorg verder te verbeteren door meer gebruik te maken van wat we weten over wat werkt (via o.a. richtlijnen en implementatie van effectieve interventies). Welzijnswerkers die in de bovenste helft van het continuüm opereren door in wijken en buurten te werken, kunnen een belangrijke functie vervullen in deze concrete invulling. Als zij ook kennis en vaardigheden meekrijgen die relevant zijn voor de aanpak van de top 10 van vragen en problemen via een versterking van de pedagogische civil society, via adviezen aan en ondersteuning van opvoeders beroepsopvoeders en door samenwerking met functionarissen in de eerstelijn en zo nodig ook met de daarachter liggende zorg Zal het hele systeem er effectiever op gaan worden. Die band met de speciale zorg wordt vaak vergeten, maar die is ook voor de welzijnswerker relevant. Simpel, een jeugdige kan vanwege ernstige gedragsproblemen in een tehuis terechtkomen of in een Reboundvoorziening van het onderwijs. Maarde kans van zo’n jongen op een normaal leven wordt sterk vergroot als een welzijnswerker bij terugkeer van zo’n jongen-met-gebruiksaanwijzing samen met de school kan regelen dat er een stageplaats of een bijbaantje komt bij een supermarkt, zodat hij leert verantwoordelijkheid te dragen en onder een baas te werken. Het helpt ook als de welzijnswerker de school, de ouders en de baas van de supermarkt tips weet te geven hoe je lastige jongeren positief kan benaderen, wat vaak latere problemen bij de jongeren voorkomt. Het NJi pleit er dan ook voor om burgers en werkers in het hele continuüm meer handelingsrepertoire te geven, om te beginnen bij de meest voorkomende problemen en gevoed door wat we weten over wat werkt. Dat geldt dus ook voor welzijnswerkers die met jeugdigen en gezinnen werken. 15% wordt 7% 5% wordt 3%
Diverse namen Eerste lijnsgeneralist Frontlijnwerker Sociale huisarts => jeugd- en gezinsadviseur Gezinscoach Wijkcoach Medewerker sociale teams Stadsmarinier
Jeugdwet: generalistisch werken Er is behoefte aan betrokken generalisten, die naast jeugdigen en hun ouders gaan staan, die sociale netwerken en eigen kracht versterken en benutten, die zorgen voor intersectorale afstemming met onderwijs, zorg en participatie, die bij complexe vragen of als de veiligheid in het geding is specialistische hulp inschakelen Dit vraagt om ruimte - vrijheid en verantwoordelijkheid - voor de professional (concept jeugdwet p.3)
Taken jeugd- en gezinsgeneralist Werken vanuit een netwerk in de wijk Ondersteunen van pedagogische basisvoorzieningen Aansluiten bij de vraag en werken op maat Helpen een gezinsplan op te stellen Versterken eigen kracht Versterken van de opvoeding Versterken van andere domeinen Erbij halen gespecialiseerde hulp Afstemmen van de hulp Optreden bij crisissituaties
Multidisciplinaire aanpak Uitvoering vanuit multidisciplinaire wijkteams/ basisteams Verschillende beroepsgroepen (min. Hbo niveau) met hun eigen vakkennis en deskundigheden, op maat: Jeugdzorgmedewerkers JGZ verpleegkundigen Jeugdarts (en evt. ook huisarts) Orthopedagoog (School)maatschappelijk werkers BJZ functionarissen GGZ medewerkers LVB specialisten Welzijnswerkers .
Generalist of specialist? T-shaped professional Horizontale streep: kennis op het gebied van jeugd en generalistische vaardigheden Verticale streep: specifieke competenties van de beroepsgroep. De T-shaped professional is dus enerzijds generalist en anderzijds specifiek deskundig op een bepaald terrein
Competenties? De 10 WMO-competenties: Verheldert vragen en behoeften Versterkt eigen kracht en zelfregie Is zichtbaar en gaat op mensen af Stimuleert verantwoordelijk gedrag Stuurt aan op betrokkenheid en participatie Verbindt gezamenlijke en individuele aanpak Werkt samen en versterkt netwerken Beweegt zich in uiteenlopende systemen Doorziet verhoudingen en anticipeert op veranderingen Benut professionele ruimte en is ondernemend
Dilemma’s: jeugd & gezin of 0 – 100? besluitvorming Relatie sociale wijkteams
Vragen?