Ds. A. Van der Sloot Johannes 20: 24 - 29 Voorganger Tekst Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4
De mededelingen van de kerkenraad staan op het liturgiebriefje Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4
Ds. A. Van der Sloot Johannes 20: 24 - 29 Voorganger Tekst Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4
Wij stellen ons voor God: Votum, groet Wij stellen ons voor God: “Onze hulp …” Hij begroet ons “Genade zij u …” Zingen :
Zingen Psalm 118: 5 en 7 Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4
De HEER is mij tot hulp en sterkte, Zingen Ps. 118: [5] 7 De HEER is mij tot hulp en sterkte, Hij is mijn lied, mijn psalmgezang. Hij is het, die mijn heil bewerkte. Ik loof de HEER mijn leven lang. Hoort in hun kamp Gods knechten zingen nu Hij de zege heeft gebracht: Gods rechterhand doet grote dingen, Gods rechterhand heeft grote kracht!
Ontsluit, ontsluit nu voor mijn schreden de poorten der gerechtigheid. Zingen Ps. 118: 5 [7] Ontsluit, ontsluit nu voor mijn schreden de poorten der gerechtigheid. Laat mij de voorhof binnentreden en loven 's HEREN majesteit. Dit is de poort, de poort des HEREN, Gods knechten zullen binnengaan. God van mijn heil, U wil ik eren, nu ik uw antwoord heb verstaan.
Gebed Gebed Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4
Lezen: Johannes 20: 19 – 29 1 Johannes 1: 1 - 4 Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4
Liedboek 435: 1, 2 en 5 Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4
O verbreker aller banden, Gij die ons vertrouwen zijt, Zingen LB. 435: [1] 2 5 O verbreker aller banden, Gij die ons vertrouwen zijt, bij wie schade zelfs en schande hemel wordt en heerlijkheid, tuchtig Adams trotse zonen in hun eigenzinnigheid, tot Ge uw aangezicht zult tonen en hen uit de kerker leidt.
Heer, ons lot is in uw handen, en het is uw hartewens, Zingen LB. 435: 1 [2] 5 Heer, ons lot is in uw handen, en het is uw hartewens, naar uw beeld ons te verand'ren, Jezus Christus, nieuwe mens. O Gij zijt ons zeer genegen, ook al doet uw liefde pijn en al smaalt men allerwegen, dat wij uw gevang'nen zijn.
Duur hebt Gij uw volk verworven en alleen van U zijn wij. Zingen LB. 435: 1 2 [5] Duur hebt Gij uw volk verworven en alleen van U zijn wij. Heer, zowaar Gij zijt gestorven, maak ons nu ook waarlijk vrij. O, uw heil zal spoedig komen, Gij laat ons niet ledig staan: schoner dan de schoonste dromen breekt de dag der vrijheid aan.
Preek Tekst: Johannes 20: 24 - 29 Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4
Psalm 18: 9 Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4
Alleen Gods weg kan tot het doel geleiden, Zingen Ps. 18: [9] Alleen Gods weg kan tot het doel geleiden, zijn woord is waar en zuiver t' allen tijde. Hij is een schild, een schuilplaats in de strijd, voor al wie bij Hem zoekt naar veiligheid. Want wie is God, dan deze onze HERE? Wie is de rots die alles kan trotseren? Alleen die God die mij met kracht omgordt, bij wie mijn levenspad een heilsweg wordt.
Gezang 179b Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Zingen Gez. 179b Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde. En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Here; die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria;
die geleden heeft onder Pontius Pilatus, Zingen Gez. 179b die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in de hel; op de derde dag opgestaan uit de doden;
opgevaren naar de hemel en zit aan de rechterhand van God, Zingen Gez. 179b opgevaren naar de hemel en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader, vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden
Ik geloof in de Heilige Geest. Zingen Gez. 179b Ik geloof in de Heilige Geest. Ik geloof een heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen; vergeving van de zonden; opstanding van het vlees; en een eeuwig leven. Amen.
Bidden Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4
Collecte: 1e: Kerk 2e: Werven Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4
Zingen Liedboek 322: 1, 2, 3 en 4 Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4
kom Gij tot ons, neem onze offeranden, Zingen LB. 322: [1] 2 3 4 Hoor Gij ons aan! Wij heffen onze handen, kom Gij tot ons, neem onze offeranden, waarmee wij dankbaar voor U staan.
ons hier met onze schatten. Zingen LB. 322: 1 [2] 3 4 Uw oog aanschouwt ons hier met onze schatten. Woont Gij, wie zelfs de heem'len niet bevatten, toch in een huis door ons gebouwd?
wat onze mond wil spreken, het is een staam'lend, ontoereikend teken, Zingen LB. 322: 1 2 [3] 4 Gij ziet en hoort wat onze mond wil spreken, het is een staam'lend, ontoereikend teken, een zwak en machteloos mensenwoord.
zijn wij voor U getreden. Wend dan uw oor naar onze smeekgebeden, Zingen LB. 322: 1 2 3 [4] In stil ontzag zijn wij voor U getreden. Wend dan uw oor naar onze smeekgebeden, waak met uw ogen nacht en dag!
Zegen Zegen Ps. 118: 5, 7 | Joh. 20: 19 – 29 | 1 Joh. 1: 1 – 4 | LB. 435: 1, 2, 5 Joh. 20: 24 – 29 | Ps. 18: 9 | Gez. 179b | LB. 322: 1, 2, 3, 4