Zie hoe Jezus daar loopt....
Bidden
Spotten met Jezus toen en nu
Lukas 19 en Johannes 12 37 En als Hij nu genaakte aan den afgang des Olijfbergs, begon al de menigte der discipelen zich te verblijden, en God te loven met grote stemme, vanwege al de krachtige daden, die zij gezien hadden; 38 Zeggende: Gezegend is de Koning, Die daar komt in den Naam des Heeren! Vrede zij in den hemel, en heerlijkheid in de hoogste plaatsen! 12 Des anderen daags, een grote schare, die tot het feest gekomen was, horende, dat Jezus naar Jeruzalem kwam, 13 Namen de takken van palmbomen, en gingen uit Hem tegemoet, en riepen: Hosanna! Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren, Hij, Die is de Koning Israëls!
Johannes 19 1 Toen nam Pilatus dan Jezus, en geselde Hem. 2 En de krijgsknechten, een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op Zijn hoofd, en wierpen Hem een purperen kleed om; 3 En zeiden: Wees gegroet, Gij Koning der Joden! En zij gaven Hem kinnebakslagen. 4 Pilatus dan kwam wederom uit, en zeide tot hen: Ziet, ik breng Hem tot ulieden uit, opdat gij wetet, dat ik in Hem geen schuld vinde. 5 Jezus dan kwam uit, dragende de doornenkroon, en het purperen kleed. En Pilatus zeide tot hen: Ziet, de Mens! 6 Als Hem dan de overpriesters en de dienaars zagen, riepen zij, zeggende: Kruis Hem, kruis Hem! Pilatus zeide tot hen: Neemt gijlieden Hem en kruist Hem; want ik vind in Hem geen schuld. 7 De Joden antwoordden hem: Wij hebben een wet, en naar onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelven Gods Zoon gemaakt
Lukas 23 21 Maar zij riepen daartegen, zeggende: Kruis Hem, kruis Hem! 22 En hij zeide ten derden male tot hen: Wat heeft Deze dan kwaads gedaan? Ik heb geen schuld des doods in Hem gevonden. Zo zal ik Hem dan kastijden en loslaten. 23 Maar zij hielden aan met groot geroep, eisende, dat Hij zou gekruist worden; en hun en der overpriesteren geroep werd geweldiger. 33 En toen zij kwamen op de plaats, genaamd Hoofdschedelplaats, kruisigden zij Hem aldaar, en de kwaaddoeners, den een ter rechter-, en den ander ter linkerzijde. 34 En Jezus zeide: Vader, vergeef het hun; want zij weten niet, wat zij doen.
34 En Jezus zeide: Vader, vergeef het hun; want zij weten niet, wat zij doen. Wat zeggen wij?
Stellingen
Zingen Zie hoe Jezus daar loopt in Jeruzalem Met een kruis op Zijn rug en een doornen kroon Hoor de menigte schreeuwt en roept 'Kruizig hem!' Zo gaf God zijn eigen Zoon Zie Het Lam aan het kruis daar op Golgotha Als de koning der Joden word Hij veracht Zie de liefde voor ons in Zijn ogen staan als Hij roept 'Het is volbracht!' Ja, ik dank U voor Uw genade, o Heer Dat U het kruis voor ons droeg U bewijst Uw genade aan ons telkens weer Uw genade is ons genoeg
Zingen In het rijk van de dood is Hij neer gedaald Ja, uit liefde voor ons heeft Hij dit gedaan maar de steen van het graf is nu weg gehaald Jezus leeft! Hij is opgestaan! Ja, ik dank U voor Uw genade, o Heer Dat U het kruis voor ons droeg U bewijst Uw genade aan ons telkens weer Uw genade is ons genoeg
Zingen En nu kom ik tot U met vrijmoedigheid Met ontzag en respect kniel ik voor U neer U bent Koning en God tot in eeuwigheid U bent Jezus de hoogste Heer Ja, ik dank U voor Uw genade, o Heer Dat U het kruis voor ons droeg U bewijst Uw genade aan ons telkens weer Uw genade is ons genoeg
Zingen psalm 98 vers 2 Hij heeft gedacht aan Zijn genade, Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt; Dit slaan al 's aardrijks einden gade, Nu onze God Zijn heil ons schenkt. Juich dan den HEER met blijde galmen, Gij ganse wereld, juich van vreugd; Zing vrolijk in verheven psalmen Het heil, dat d' aard' in 't rond verheugt.