‘Methoden & Technieken’ Opleiding Informatiekunde ‘Methoden & Technieken’ 3e college Dinsdag 21 januari 2003 Docent: drs. F. de Vries practicumassistent: Toon Michel
Programma vandaag s 1. Berg, hoofdstuk 3 s 2. Berg, hoofdstuk 4 s 3. Bespreking opdracht 2 s 4. Toelichting opdracht 3
Berg, hoofdstuk 3 s Ethische kwesties: –Belangrijk hoofdstuk –Afgestemd op sitiatie in VS
Berg, hoofdstuk 3 (1) s Vraag: –Waarom is onderzoeksethiek noodzakelijk bij wetenschappelijk onderzoek? –1949: Neurenberg code –1964/1975 WHO: Verklaring van Helsinki –VS 1974: NRA stelt IRB’s in
Berg, hoofdstuk 3 (2) s IRB = Institutional Research Board –Toezichthoudend orgaan –Vereist: ‘written informed consent’ van elke proefpersoon/respondent –Doel: bescherming door beperking van het risico voor de respondent
Berg, hoofdstuk 3 (3) s Relatie onderzoeker – proefpersoon is geheel verschillend in grootschalig of kleinschalig onderzoek
Berg, hoofdstuk 3 (4) s 3 soorten IRB reviews: –Full blown: alle pp schriftelijk toestemming vragen –Expedited: versnelde procedure –No: geen review, dit wordt bepaald door de CFR
Berg, hoofdstuk 3 (5) s Onderzoekers hebben steeds meer problemen met de IRB’s: –IRB’s trekken steeds meer macht naar zich toe –IRB’s gaan steeds meer op de stoel van de onderzoeker zitten
Berg, hoofdstuk 3 (6) s Jaren ’80: beroepsorganisaties stellen eigen ethische code op: –Vrijwillige deelname aan onderzoek –Op de hoogte van eventuele risico’s s Dilemma vrijwilligheid
Berg, hoofdstuk 3 (7) s Afweging ‘covert’ of ‘overt’ s Gevaren van verborgen (covert) onderzoek: –Fysiek geweld –Wetsovertreding –Schending vertrouwen
Berg, hoofdstuk 3 (8) s Andere ethische elementen: –‘Informed vs implied consent’ –Vertrouwelijkheid en anonimiteit –Beveiliging van gegevens –Objectiviteit en zorgvuldigheid
Berg, hoofdstuk 3 (slot) s Conclusie: –In elk onderzoek moet van tevoren zorgvuldig worden nagedacht over de relatie met de proefpersonen/ respondenten, over de risico’s, over vertrouwelijkheid, anonimiteit, gegevensbeveiliging en zorgvuldigheid.
Berg, hoofdstuk 4 “A dramaturgical look at interviewing”
Berg, hoofdstuk 4 (1) s Wat is interviewen? s Karakteristiek? –kunst –vaardigheid –wetenschap –spel –techniek s In dit hoofdstuk..
Berg, hoofdstuk 4 (2) s ‘dramaturgie’ als metafoor voor het interview model s overeenkomsten met: –Douglas (1985): ‘creatief’ interviewen –Holstein & Gubrium (1995): ‘aktief’ interviewen
Berg, hoofdstuk 4 (3) s Kwalitatief interview: 3 typen –gestandaardiseerd –ongestandaardiseerd –semi-gestandaardiseerd s Aannames
Berg, hoofdstuk 4 (4) s 4 typen vragen: –essentiële vragen –extra vragen –weggooivragen –‘probes’
Berg, hoofdstuk 4 (5) s goede vraagstelling? –validiteit –‘garbage-in, garbage-out’ s ‘zero order level of communication’ –gevaar hiervan –‘cross sections’
Berg, hoofdstuk 4 (6) s problemen bij vraagformulering: –‘affective words’ –dubbele vraag –te complexe vraag –[ dubbelzinnige vraag] –[ niet te beantwoorden ]
Berg, hoofdstuk 4 (7) s testen van het schema: –door inspectie –pré-test –5 vragen
Berg, hoofdstuk 4 (8) s belangrijk obstakel: –‘avoidance ritual’ –‘deference ceremony’ s oplossing: ‘dramaturgical interview’ –rollen –repertoire –oefening baart kunst
Berg, hoofdstuk 4 (9) s technieken voor nieuwelingen: –oncomfortabele stilte –‘echooing’ –laat mensen praten
Berg, hoofdstuk 4 (10a) s de 10 geboden: –1. begin nooit koud aan een interview –2. onthoudt de doelstelling –3. presenteer een natuurlijk front –4. demonstreer bewust luisteren –5. denk om de verschijning –6. interview op een comfortabele plek –7. neem geen genoegen met cryptische
Berg, hoofdstuk 4 (10b) s de 10 geboden - vervolg: –antwoorden –8. toon respect –9. oefen, oefen en nog eens oefenen –10. wees beleefd en toon waardering
Berg, hoofdstuk 4 (11) s analyseren van de gegevens: –ordenen en inhoudsanalyse –opbergen, indexeren en annoteren –samenvattingen per interview
Berg, hoofdstuk 4 (slot) s Conclusie: –interviewen is een vaardigheid die te leren valt, waarbij gekozen kan worden uit een scala van technieken, en dat als een serieus spel gespeeld kan worden
Opdracht 2 s literatuur zoeken –het zoekproces -->> interview –het zoekproduct -->> recall maat s Model Maltha
Bespreking opdracht 2 s de kunst van het literatuur zoeken s het maken van titelbeschrijvingen s vergelijkbaar maken van resultaten met behulp van ‘fixed format’ bestand
Toelichting opdracht 3 kwaliteit s ontwerpen van een meetinstrument voor de kwaliteit van het literatuurzoekproces: –volledigheid –nauwkeurigheid
Opdracht 1: theorie (1) s uitgangspunten s definities s aannames s empirische uitspraken s mechanismen s logische relaties s heuristieken
Opdracht 1: theorie (2) s waarde voor Informatiekunde s onduidelijkheden, inconsistenties s witte plekken, ontbrekende elementen s verbreding, verdieping
reminder s Sleutelbegrippen voor het vakgebied Informatiekunde: –Informatie-intensieve of kennis-intensieve, processen waarin geïntegreerde mens- computer systemen participeren –kennisproces versus kennisstructuur?
Theorie van DC (1) s Uitgangspunten: –DC omvat alle cognitieve processen van elk element van het geïntegreerde mens- computer systeem –Niet beperkt tot processen in de hersenen –Niet beperkt in locatie –Wel beperkt: eigen dynamiek in coordinatie van subsystemen vereist
Theorie van DC (2) s Uitgangspunten: –DC is niet beperkt in mechanismen die kunnen bijdragen aan het cognitieve proces –Cognitief event is meer dan manipulatie van symbolen
Theorie van DC (3) s Uitgangspunten: –Het cognitieve proces kan verdeeld zijn over leden van de groep –Het cognitieve proces kan bestaan uit coordinatie van interne en externe structuren –Cognitieve processen kunnen verdeeld zijn over tijd
Theorie van DC (4) s Begrippen: –Cognitie –Cognitief proces –Distributie –Taakuitvoering –Het systeem –Dynamische configuratie –Interne en externe structuren
Theorie van DC (5) s Heuristieken: –de waarde van gedistribueerde kennis neemt toe naarmate kennisuitwisseling tussen elementen meer symmetrisch plaats vindt
Theorie van DC (6) s Heuristieken: –de waarde van gedistribueerde kennis neemt toe naarmate kennis consistent en integer is, waarbij redundantie in bepaalde mate is wenselijk is
transparantieregels s Wordt in omgekeerde zin gebruikt: niet- transparantie s Op nivo van: –Data –Informatie –Kennis
Transparantie regels (1) s Locatie transparantie: –Het geïntegreerde mens-computer systeem bepaalt zelf een efficiënte manier om de kennis te vergaren vanuit de diverse locaties op basis van behoefte aan kennis van een gebruiker of programma
Transparantie regels (2) s Fragmentatie transparantie: –Kennis kan gefragmenteerd worden opgeslagen, verspreid over meerdere locaties, de gebruiker van het geïntegreerde mens-computer systeem hoeft niets te merken van deze fragmentatie bij het werken met deze kennis
Transparantie regels (3) s Transactie transparantie: –de gebruiker van het geïntegreerde mens- computer systeem moet beschermd worden tegen de neveneffecten van interferentie tussen eigen kennis- activiteiten en de kennis-activiteiten van andere gebruikers met het systeem
Transparantie regels (4) s Transparantie bij mislukking (failure): –Wanneer verbindingen tussen bronnen van het geïntegreerde mens-computer systeem niet lukken dan mogen alleen die kennis- activiteiten daaronder lijden die van die bronnen of verbindingen gebruik maken
Transparantie regels (5) s Transparantie bij culturele verschillen: –Wanneer het geïntegreerde mens- computer systeem in verschillende culturen wordt gebruikt, dan mogen de kennis- activiteiten daaronder niet lijden