Boek III: Administratief goederenrecht
Openbaar en privaat domein Belang van het onderscheid: bijzonder juridisch regime van het domein van overheidslichamen Art 537 B.W. “goederen die niet aan bijzondere personen toebehoren worden beheerd en kunnen alleen worden vervreemd met inachtneming van de vormen en overeenkomstig de regelen die daarvoor in het bijzonder zijn bepaald”
De begrippen “openbaar domein” en “privaat domein” Begrippen van doctrinale oorsprong Goederen van openbare rechtspersonen behoren in beginsel tot het privaat (overheids)domein tenzij het tegendeel blijkt uit de wet of de bestemming van het goed Criteria voor het onderscheid - B.W. art. 538, 539, 541: ontoereikend - Cass. 3 mei 1968 : “behoren tot het openbaar domein de goederen die door een uitdrukkelijke of impliciete beslissing van de bevoegde overheid worden bestemd tot het gebruik van allen, zonder onderscheid van de persoon”
Voorbehoud en kritiek “bestemd tot het gebruik van allen” “goederen die van nature tot het openbaar domein behoren” (overheidsbeslissing is slechts declaratief) Centrale notie : “bestemd tot de openbare dienst of voor de tegemoetkoming aan andere openbare noodwendigheden en dat in die functie door geen ander kan worden vervangen”
Affectatie en desaffectatie Een goed wordt in het openbaar domein opgenomen dooor zijn affectatie; door desaafectatie komt hieraan een einde, dit alles zonder dat hierbij eigendomsoverdracht moet plaatsvinden. Desaffectatie (uitdrukkelijk of impliciet doch zeker : Cass. 3 mei 1968; R.v.St., 23 februari 1996). Regelgeving inzake openbaar domein en, meer specifiek die inzake de buurtwegen, staat los van de iegendom van de ondergrond (R.v.St., 8 februari 2000)
Rechtsregelen inzake openbaar domein Onvervreemdbaarheid van het OD (zolang het is bestemd voor de werking van de openbare dienst is het buiten de handel) Onverjaarbaarheid van goederen behorend tot OD In beginsel niet vatbaar voor zakelijke rechten of vatbaar olm te worden bezwaard (opstal, hypotheken, erfdienstbaarheden, …) Geen toepassing van art. 2279 en 2280 BW Niet vatbaar voor verhuring Beslagbaarheid : art. 1412bis Ger.W. Vlaams decreet van 18 juli 2003 betreffende de publik private samenwerking (zakelijke rechten ingeval van uitdrukkelijke en omstandige motivering én niet kennelijk onverenigbaar met de bestemming van het goed)
Rechtsregelen betreffende het privaat domein In beginsel zijn de bepalingen van het B.W. van toepassing Uitzonderingen: - art. 1412bis Ger. W. - verhuring : bijzondere wetten - vervreemding : art. 87-90 van het KB houdende de coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit (uitz art. 8 PPS-decreet) - gelijkheidsbeginsel en transparatiebeginsel
Ingebruiknemeing van de goederen van het openbaar domein Collectief met inachtneming van de wetten en reglementen Privatief Bij wijze van stationeer- of wegvergunning Bij wijze van domeinconcessie Wijze van gunning Precaire rechten, herroepbaar maar verbod van willekeur