Specialistische lesplaatsen (V)SO De Groote Aard TLV SO SBO De Piramide TLV SBO eventueel met SBO+ arrangement Ambulante dienst Centrum Passend Onderwijs (CPO)
TLV SO op De Groote Aard Via leerroutes naar verwachte uitstroom: 1 TLV SO op De Groote Aard Via leerroutes naar verwachte uitstroom: 1. Dagbesteding met belevingsgerichte activiteiten 2. Dagbesteding met dagbestedingsactiviteiten 3. Dagbesteding met arbeidsmatige activiteiten 4. Arbeidsmartktgericht/Vervolgonderwijs Voor SO uitstroomprofiel vervolgonderwijs. Werken met ontwikkelings- en uitstroomperspectieven. De organisatie van het onderwijs is erop gericht om leerlingen via vastgestelde leerroutes naar een te verwachten uitstroombestemming te brengen. Op basis van leerlingkenmerken van (V)SO-ZML - en ZML-MG-leerlingen kunnen we stellen dat het aantal realistische uitstroombestemmingen (V)SO beperkt is tot de volgende: 1. Dagbesteding met belevingsgerichte activiteiten (verzorgende en veilige situatie, waarin zoveel mogelijk kansen en stimulansen tot contact/interactie met de omgeving); 2. Dagbesteding met dagbestedingsactiviteiten (activiteiten gericht op ontwikkeling, oefening en behoud van vaardigheden); 3. Dagbesteding met arbeidsmatige activiteiten (werk/taken gericht op productie/resultaat met beperkte vereisten en werkdruk en zonder afrekening); 4. Arbeidsmartktgericht.
Werken met ontwikkelings- en uitstroomperspectieven. Werken met ontwikkelings- en uitstroomperspectieven. De organisatie van het onderwijs is erop gericht om leerlingen via vastgestelde leerroutes naar een te verwachten uitstroombestemming te brengen. Op basis van leerlingkenmerken van (V)SO-ZML - en ZML-MG-leerlingen kunnen we stellen dat het aantal realistische uitstroombestemmingen (V)SO beperkt is tot de volgende: 1. Dagbesteding met belevingsgerichte activiteiten (verzorgende en veilige situatie, waarin zoveel mogelijk kansen en stimulansen tot contact/interactie met de omgeving); 2. Dagbesteding met dagbestedingsactiviteiten (activiteiten gericht op ontwikkeling, oefening en behoud van vaardigheden); 3. Dagbesteding met arbeidsmatige activiteiten (werk/taken gericht op productie/resultaat met beperkte vereisten en werkdruk en zonder afrekening); 4. Arbeidsmartktgericht.
Ontwikkelingsperspectief binnen 6 weken vastgesteld 1 Ontwikkelingsperspectief binnen 6 weken vastgesteld 1. IQ/Cognitieve ontwikkeling 2. Communicatie 3. Redzaamheid 4. Motorische ontwikkeling 5. Sociaal-emotionele ontwikkeling 6. Leren leren Om voor leerlingen een realistisch ontwikkelingsperspectief te bepalen, gebruiken we een kijkwijzer, waarbij zes factoren bepalend zijn voor de keuze. Deze zes factoren zijn: 1. IQ/Cognitieve ontwikkeling 2. Communicatie 3. Redzaamheid 4. Motorische ontwikkeling 5. Sociaal-emotionele ontwikkeling 6. Leren leren De inschaling in de leerroute gebeurt met behulp van de kijkwijzers, die daarvoor ontwikkeld zijn. Omdat de onderwijsloopbaan van een ZML-leerling een groot aantal jaren kan omvatten (van 4 tot 20 jaar) en het bij het jonge kind erg moeilijk is om verwachtingen te formuleren en uitspraken te doen over de uitstroombestemming, splitsen we de schooltijd in twee logische delen die naadloos op elkaar aansluiten: Een SO-leerling stroomt uit naar het VSO. Hij blijft in dezelfde leerroute, waardoor de aansluiting geborgd is. - De SO(MG)-periode van 4 tot +/- 12 jaar. - De VSO(MG)-periode van 12 tot 20 jaar (of eerder uitstroommoment). Voor elke leerling wordt binnen zes weken na plaatsing een ontwikkelingsperspectief geformuleerd. Dit gebeurt in een samenspel tussen de leerkracht en de Commissie van Begeleiding. Het perspectief wordt ambitieus geformuleerd, dat wil zeggen dat we ons richten op het te verwachten hoogst haalbare resultaat.
Systematische leerlingenzorg en onderwijs Cyclisch samenspel: ouders, leerkrachten, pedagogisch team, commissie van begeleiding en overige deskundigen. Basis is ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Digitaal leerlingvolgsysteem (CED SO-doelen). Leerkracht maakt groepsprogramma met subles groepen. Waar nodig individueel handelingsplan. Leerkracht krijgt ondersteuning van pedagogisch team. Indien nodig externe deskundigen, zoals pedagogen, fysiotherapeuten en jeugdzorg. Om voor leerlingen een realistisch ontwikkelingsperspectief te bepalen, gebruiken we een kijkwijzer, waarbij zes factoren bepalend zijn voor de keuze. Deze zes factoren zijn: 1. IQ/Cognitieve ontwikkeling 2. Communicatie 3. Redzaamheid 4. Motorische ontwikkeling 5. Sociaal-emotionele ontwikkeling 6. Leren leren De inschaling in de leerroute gebeurt met behulp van de kijkwijzers, die daarvoor ontwikkeld zijn. Omdat de onderwijsloopbaan van een ZML-leerling een groot aantal jaren kan omvatten (van 4 tot 20 jaar) en het bij het jonge kind erg moeilijk is om verwachtingen te formuleren en uitspraken te doen over de uitstroombestemming, splitsen we de schooltijd in twee logische delen die naadloos op elkaar aansluiten: Een SO-leerling stroomt uit naar het VSO. Hij blijft in dezelfde leerroute, waardoor de aansluiting geborgd is. - De SO(MG)-periode van 4 tot +/- 12 jaar. - De VSO(MG)-periode van 12 tot 20 jaar (of eerder uitstroommoment). Voor elke leerling wordt binnen zes weken na plaatsing een ontwikkelingsperspectief geformuleerd. Dit gebeurt in een samenspel tussen de leerkracht en de Commissie van Begeleiding. Het perspectief wordt ambitieus geformuleerd, dat wil zeggen dat we ons richten op het te verwachten hoogst haalbare resultaat.
Ambulante begeleiding vanuit het CPO Begeleiden leerlingen en hun leerkrachten binnen regulier basisonderwijs en SBO, waardoor in steeds meer gevallen plaatsing in SO niet nodig is. Ambulante begeleider: competentie leerkracht Onderwijsassistent: onderwijs van de leerling Om voor leerlingen een realistisch ontwikkelingsperspectief te bepalen, gebruiken we een kijkwijzer, waarbij zes factoren bepalend zijn voor de keuze. Deze zes factoren zijn: 1. IQ/Cognitieve ontwikkeling 2. Communicatie 3. Redzaamheid 4. Motorische ontwikkeling 5. Sociaal-emotionele ontwikkeling 6. Leren leren De inschaling in de leerroute gebeurt met behulp van de kijkwijzers, die daarvoor ontwikkeld zijn. Omdat de onderwijsloopbaan van een ZML-leerling een groot aantal jaren kan omvatten (van 4 tot 20 jaar) en het bij het jonge kind erg moeilijk is om verwachtingen te formuleren en uitspraken te doen over de uitstroombestemming, splitsen we de schooltijd in twee logische delen die naadloos op elkaar aansluiten: Een SO-leerling stroomt uit naar het VSO. Hij blijft in dezelfde leerroute, waardoor de aansluiting geborgd is. - De SO(MG)-periode van 4 tot +/- 12 jaar. - De VSO(MG)-periode van 12 tot 20 jaar (of eerder uitstroommoment). Voor elke leerling wordt binnen zes weken na plaatsing een ontwikkelingsperspectief geformuleerd. Dit gebeurt in een samenspel tussen de leerkracht en de Commissie van Begeleiding. Het perspectief wordt ambitieus geformuleerd, dat wil zeggen dat we ons richten op het te verwachten hoogst haalbare resultaat.