WIE IS DE MAN VAN ROMEINEN 7? Les 8 voor 25 november 2017 WIE IS DE MAN VAN ROMEINEN 7?
Lees Romeinen 7:1-6 Als we deze vergelijking beter willen begrijpen, moeten we denken aan de context van Paulus' brief aan de Romeinen. De bekeerde Joden geloofden dat het noodzakelijk was zowel de morele als de ceremoniële wet te houden om te worden gered. Ze onderwezen aldus in verschillende kerken. Paulus begreep dat de oude mens (de Joodse gelovige) ernaar streefde om verlossing te verkrijgen door de wet strikt na te leven. De nieuwe mens aanvaardt het offer van Christus als een middel tot verlossing. Hij wilde voorkomen dat de heidenen het concept van redding door de wet zouden aanvaarden.
TRANSITIE VAN WET NAAR GENADE De eerste echtgenoot De "oude mens" is de eerste echtgenoot. De kruisiging van de "oude mens" (hfdst 6: 6) is de dood van die mens. De opstan-ding tot een nieuw leven (hfdst 6: 5, 11) is het nieuwe huwelijk. Het eindresultaat is het dragen van vruchten voor God; de vrucht van een hervormd leven. De echtgenoot is "de wet" (de oude mens die probeert gered te worden door de wet te gehoorzamen). Zolang we met de wet getrouwd zijn, zijn we aan haar eisen gebonden. Een nieuw huwelijk De dood van de eerste echtgenoot We worden herboren uit de Heilige Geest als we ons bij de opgestane Heiland aansluiten; voortaan dienen we niet langer God vanwege wet en angst, maar omdat we een nieuwe geest van vrijheid en liefde hebben. Wanneer we met Christus worden gekruisigd, sterft het oude ‘ik’ en zijn we vrij van verdoemenis en van de controle van zonde en wet.
PAULUS’ ERVARING Lees Romeinen 7:7-11 Wet is geen zonde. Zonde zit in de mens en de wet wijst ons op de zonde. Paulus was een Farizeeër, dus hij voldeed aan de vereisten van de strengste sekte in zijn religie. Door een uiterlijke naleving, streefde hij er onvermoeibaar naar om de eisen van een heilige wet die het hart doorzoekt, na te leven. Toen Paulus de geestelijke aard van de wet begreep, beschuldigde die nieuwe kennis hem van overtreding en produceerde het in hem kwade verlangens (vers 8). Toen begreep hij dat de wet ons niet redt maar ons veroordeelt, dus hij stierf. Dat wil zeggen, hij begreep dat het einde van de zondaars de eeuwige dood is (vers 11).
GEESTELIJK EN VLESELIJK Lees Romeinen 7:12-14 Geestelijk: De Wet Vleselijk: zonde Gods wet is de openbaring van het karakter van zijn Auteur en een uitdrukking van Zijn gedachte en wil. De wet werd gegeven voor ons eigen nut en is heilig, rechtvaardig en goed. Alleen zij die geestelijk zijn en de vrucht van de Geest hebben, kunnen daaraan gehoorzaam zijn. We geven ons over aan zonde als we naar het vlees leven. Zelfs de heiligste man is vleselijk in ver- gelijking met de geestelijkheid van de wet. Het permanente doel van de geboden is om gerechtigheid te openbaren, te overtuigen van de zonde en de noodzaak van een Verlosser te tonen. Als er geen wet was om te overtuigen van zonde, zou het evangelie machteloos zijn; als een zondaar niet overtuigd is van zijn zonde, zal hij de behoefte aan bekering en vertrouwen in Christus niet voelen.
“Wat ik namelijk teweegbreng, doorzie ik niet, want niet wat ik wil, dat doe [praktiseer] ik, maar wat ik haat, dat doe ik [uiteindelijk].” (Romeinen 7:15) "Wanneer een christen zich realiseert dat die oude verlangens en gevoelens - die hij afkeurt en haat - elke dag opnieuw hun macht over hem proberen terug te krijgen, vecht hij tegen hun invloed en wil hij vol zijn van de vrucht van de Heilige Geest. Maar dan ontdekt hij dat hij die vrijheid niet zelf of door de wet kan bereiken; hij kan niet bereiken wat hij wil doen. Elke nacht bekent hij zijn onmacht en vraagt om hulp van boven in een stem vol van verlangen." (SDA Bible Commentary, op Romeinen 7:15) "Elke dag zijn er hernieuwde inspanningen in het zich bedwingen en in zelfverloochening nodig. Elke dag is er een nieuwe strijd te leveren en zijn er overwinningen te behalen. Elke dag zou de ziel in ernstige smekingen tot God moeten roepen om de machtige overwinningen van het kruis.” E.G. White (Testimonies for the Church, deel 4, No. 29, “Duty of Parents to the College”)
Wat kunnen we doen met dat innerlijke gevecht? DE INNERLIJKE STRIJD Lees Romeinen 7:16-20 Wat kunnen we doen met dat innerlijke gevecht? "Hier is een werk voor de mens om te doen. Hij moet de spiegel onder ogen zien, Gods wet, de gebreken in zijn morele karakter onderscheiden en zijn zonden wegdoen, het gewaad van zijn karakter wassen in het bloed van het Lam. Afgunst, trots, boosaardigheid, bedrog, strijd en misdaad zullen worden gereinigd vanuit het hart dat de liefde van Christus bezit en die de hoop koestert om als Hij te worden gemaakt wanneer we Hem zullen zien zoals Hij is. De religie van Christus verfijnt en waardeert de bezitter ervan, ongeacht zijn associaties of situaties in het leven. Mensen die verlichte christenen worden, stijgen boven het niveau van hun vroegere karakter uit in grotere mentale en morele kracht. Degenen die gevallen en vernederd zijn door zonde en misdaad, kunnen door de verdiensten van de Verlosser verhoogd worden tot een plek maar weinig lager dan die van de engelen. " (E.G. White (God’s Amazing Grace, August 11)
TWEE WETTEN BINNEN IN DE MENS Lees Romeinen 7:21-25 We kunnen alleen de overwinning behalen door JEZUS CHRISTUS DE WET IN MIJN GEEST Het is Gods wil kennen, die aan de mens is geopenbaard Het is Gods wet, die wordt begrepen en geaccepteerd door mijn geest Het leidt me naar Jezus Christus, die mij bevrijdt van de zonde DE WET IN MIJN LEDEN Het is de kwade macht die problemen in mijn leven genereert Het maakt gebruik van elke vleselijke impuls Het maakt mij tot slaaf van de zonde De strijd tussen die twee wetten is een gevecht tot de dood.
“Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood “Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? God zij gedankt, door Jezus Christus onze Heer, Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere!” (Romeinen 7:24-25) “Dit is het hoogtepunt van de redenering van Paulus in dit hoofdstuk. Overtuigd te zijn van de voortreffelijkheid van de wet, en de wijsheid en rechtvaardigheid van zijn vereisten, is niet genoeg; zelfs het verkondigen van hoe goed de principes ervan zijn en je erin verheugen om ze te volgen is niet genoeg. De wet van de zonde in onze leden kan niet worden overwonnen door enige vorm van intense inspanning, tenzij de rebelse zondaar zich door het geloof aan Christus toewijdt. Dan zal die toewijding aan een Persoon (Jezus Christus) de wettische gehoorzaamheid aan een wet vervangen. Omdat het een toewijding is aan een teder geliefd persoon, voelt het aan als perfecte vrijheid.” SDA Bible Commentary, over Romeinen 7:25