RENTMEESTERS NA EDEN Les 5 voor 3 februari 2018.

Presentatie over: "RENTMEESTERS NA EDEN Les 5 voor 3 februari 2018."— Transcript van de presentatie:

1 RENTMEESTERS NA EDEN Les 5 voor 3 februari 2018

2 Een rentmeester is een persoon die aangesteld is om andermans eigendom te beheren.
Adam en Eva waren rentmeesters van God in Eden. Ze waren verantwoordelijk voor het onderhouden van en het genieten van een perfecte wereld. Toen drong de zonde de aarde binnen en de wereld veranderde, maar we zijn nog steeds rentmeesters. Deze week hebben we het Bijbelse concept van rentmeesterschap bestudeerd, vooral onze rol als rentmeesters van de geestelijke goederen die God ons heeft gegeven. Rentmeesters in het Oude Testament Rentmeesters van materiële goederen Rentmeesters in het Nieuwe Testament Trouwe en ontrouwe rentmeesters Rentmeesters van de mysteries van God Rentmeesters van geestelijke waarheid Rentmeesters vandaag Onze verantwoordelijkheid als rentmeesters

3 RENTMEESTERS VAN MATERIËLE GOEDEREN
"Zo vond Jozef genade in zijn ogen, en mocht hij hem bedienen. Potifar stelde hem aan over zijn huis en alles wat hij had gaf hij in zijn hand. "(Genesis 39: 4) In het Oude Testament waren de rentmeesters degenen die de leiding hadden over 'het huis'. Zij beheer- den de goederen van hun meesters, en hun meesters vertrouwden hen. Rentmeesters handelden in naam van hun meester, en deden wat zij zouden moeten doen. Ze omarmden de belangen van hun meester, en ze gebruikten hun goederen niet voor hun eigen voordeel. Er waren trouwe rentmeesters zoals Eliëzer en Jozef (Gen.15: 2; 39: 4), en ontrouwen zoals Arza en Sebna (1 Kon.16: 9; Jes. 22: 15-21). Sebna gebruikte rentmeesterschap om zijn persoonlijke belangen na te streven door een luxe graf op de Olijfberg te bouwen. Hij werd ontslagen. Shebna’s tomb (British Museum)

4 TROUWE EN ONTROUWE RENTMEESTERS
"Gezegend is die dienaar die zijn meester zo zal vinden als hij komt." (Lukas 12:43) "En hij riep hem en zei tegen hem: Wat is dit wat ik over u hoor? Geef rekenschap van uw rentmeesterschap, want u kunt niet langer rentmeester zijn." (Lukas 16: 2) Het Nieuwe Testament concentreert zich op de verantwoordelijkheid van de rentmeester. Elke rentmeester wordt verantwoordelijk gehouden voor zijn meester. Ontrouwe Rentmeesters worden gestraft (Lucas 12: 45-47), maar ze kunnen nog steeds geestelijke achteruitgang vermijden (Lukas 16: 8). Trouwe rentmeesters worden geprezen en zij krijgen grotere verantwoordelijkheden (Lucas 19:17). We moeten onze gaven goed gebruiken tijdens het wachten op de komst van Jezus (Lucas 12: 37-38).

5 RENTMEESTERS VAN DE MYSTERIES VAN GOD
"Bid meteen ook voor ons dat God voor ons de deur van het Woord opent, om van het geheimenis van Christus te spreken, om welke oorzaak ik ook gebonden ben." (Kolossenzen 4: 3) God heeft vele waarheden geopenbaard, maar er zijn andere die Hij niet geopenbaard heeft, omdat we ze niet kunnen begrijpen (Deuteronomium 29:29). Er zijn nog andere openbaringen die we slechts gedeeltelijk begrijpen. Die waarheden zijn 'mysteries'. God heeft enkele mysteries geopenbaard, die niet eerder werden begrepen (bijvoorbeeld: prediking aan de heidenen). Wij zijn rentmeesters van die mysteries. We moeten ze met anderen delen, ook al begrijpen we ze niet volledig.

6 De blindheid van Israël (Romeinen 11:25)
Wat zijn enkele van de mysteries die God in het Nieuwe Testament heeft geopenbaard? De blindheid van Israël (Romeinen 11:25) De wijsheid van God (1 Korinthiërs 2: 7) De transformatie van onze lichamen (1 Korinthiërs 15:51) Alle dingen samen bijeengebracht in Christus (Efeziërs 1: 9-10) Het evangelie aan de heidenen prediken (Efeziërs 3: 3-6) Huwelijk en de Kerk als de bruid van Christus (Efeziërs 5: 31-32) Het evangelie (Efeziërs 6:19) Dat de Vader en Jezus één zijn (Kolossenzen 2: 2) Wat de Antichrist doet (2 Thessalonicenzen 2: 7) De grote waarheid van het geloof (1 Timotheüs 3: 9) Jezus' incarnatie, dood en opstanding (1 Timotheüs 3:16)

7 RENTMEESTERS VAN GEESTELIJKE WAARHEID
"Laat ieder de anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen heeft, als goede beheerders van de veelsoortige genade van God." (1 Petrus 4:10) Waarheid Gerechtigheid Evangelie Geloof Redding Bijbel Spirituele waarheden zijn geschenken die God aan ons heeft gegeven voor ons eigen welzijn. Wij zijn ook rentmeesters van hen. Het meest waardevolle geschenk is verlossing. Zou je zo'n geweldig cadeau niet delen, zodat anderen het ook kunnen ontvangen? Denk aan de wapenrusting van God. Elk deel van dat harnas is een geestelijke gave die God ons heeft gegeven, en wij zijn Rentmeesters van die gaven (Efeziërs 6: 13-17).

8 ONZE VERANTWOORDELIJKHEID ALS RENTMEESTERS
"Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaard worden, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad." (2 Korinthiërs 5:10) ONZE VERANTWOORDELIJKHEID ALS RENTMEESTERS Een rentmeester zijn is een grote verantwoordelijkheid. Rentmeesters moeten veel middelen beheren om voor hun baas de grootste winst te behalen. Daarom zijn wij verantwoordelijk voor alles wat God ons heeft gegeven. Dat omvat materiële en geestelijke gaven. We zijn vrij om onze middelen te gebruiken voor ons eigen voordeel of ten behoeve van God. We moeten onthouden dat we verantwoordelijk worden gehouden (Prediker 11: 9). We zijn geroepen om trouwe rentmeesters te zijn van alle goederen van onze Meester.

9 “Op het moment dat een man het zicht verliest van het feit dat zijn vermogens en bezittingen van de Heer zijn, verduistert hij op dat moment de goederen van zijn Heer. Hij handelt als een onrechtvaardige rentmeester en lokt de Heer uit om zijn goederen over te dragen aan meer getrouwe handen. God roept degenen op, aan wie Hij zijn goederen heeft toevertrouwd, om er getrouw mee om te gaan, om aan de wereld te tonen dat ze werken voor de redding van zondaars. Hij roept degenen die beweren onder Zijn toezicht te staan op om Hem in karakter niet verkeerd voor te stellen ... Hij belaadt ons dagelijks met voordelen ... Laten we Hem verheerlijken door anderen de overvloed te geven die Hij ons heeft geschonken.” E.G. White (In Heavenly Places, 22 oktober)