Romeinen (5) WELKOM.

Presentatie over: "Romeinen (5) WELKOM."— Transcript van de presentatie:

1 Romeinen (5) WELKOM

2 GK 119: 1 De kerk van alle tijden kent slechts een vaste grond:
´t is Christus, die door lijden zijn volk aan zich verbond om haar als bruid te werven, kwam hij ten hemel af ´t was hij die door zijn sterven aan haar het leven gaf.

3 GK 119: 2 Uit ieder volk verkoren, toch in haar Heiland één,
is zij door Hem herboren, blijft dit haar kracht alleen: één Geest, één vast vertrouwen één doop, één heilge dis, één Heer, op wie te bouwen haar troost en rijkdom is.

4 Romeinen (5) GEBED

5 Romeinen (5) Lezen Romeinen 7
Vragen vorige keren (is alweer een tijdje geleden) Romeinen 7 laat zich lezen als een persoonlijk getuigenis van het werk van de zonde Je zou kunnen zeggen: psychologie van de zonde Met daarin: De begeerte <> het vlees De wet <> 10 geboden De zonde = als persoonlijke macht Het geweten <> het verstand Paulus spreekt hier als gelovige in Christus!

6 Romeinen (5) De functie van de wet – het persoonlijke verhaal van Paulus Wat is uw persoonlijke verhaal bij de 10 geboden? Wat betekenen de 10 geboden voor u en hoe maakt u het praktisch? Welk gebod(en) is het meest ontdekkend of leerzaam of confronterend? Extra info: de catechismus = onder andere geënt op Romeinen 7, 1-6, 8

7 Romeinen (5) De functie van de wet – het persoonlijke verhaal van Paulus Inzoomen op Romeinen 7:7-12 – nog een keer lezen Sleutel is “de begeerte” Daarin komen twee lijnen samen Het tiende gebod De zondeval In Genesis 3 is de zonde de persoonlijke macht > Let op woorden als misleiding / verleiding Gebod ten leven <> leidde tot de dood Begeerte

8 Romeinen (5) Daarom goed om Genesis 3:1-6 te lezen
Uitgangspunt > gebod ten leven Misleiding Genesis 3:1 Verdediging > gebod ten leven Misleiding Genesis 3:4-5 Begeerte leidt tot zonde – overtreding van het gebod Gebod ten leven <> stierf ik Genesis 3:1-6 is niet alleen de geschiedenis van de val in zonde, maar ook de geschiedenis van de zonde in mijn leven

9 Romeinen (5) Inzoomen op Romeinen 7:7-12 – nog een keer lezen
Hierbij ook het beeld van het kleine kind Zolang er geen verbod / gebod is – geen probleem Zodra er een gebod / verbod is – wel probleem Denk aan bordje verboden toegang Als er geen bordje hangt – minder interessant De zonde maakt misbruik van het goede dat God heeft gegeven (vers 23, 25)

10 Romeinen (5) Interessant gegeven:
De Bijbel in gewone taal kiest voor een heel andere benadering Ik is niet Paulus – maar ik is het volk Israël

11 Romeinen (5) Vers (25) Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God, maar in alles wat ik doe zie ik die andere wet. Hij voert strijd tegen de wet waarmee ik met mijn verstand instem en maakt van mij een gevangene van de wet van de zonde, die in mij leeft. Hoe werkt dit? Twee verschillende wetten? Nee Wet van God <> wet van de zonde – zonde als persoonlijke macht Het is dezelfde wet Probleem zit in het Nederlands bij het gebruik van het voorzetsel “van”

12 Romeinen (5) Vers (25) Probleem zit in het Nederlands bij het gebruik van het voorzetsel “van” Stukje theorie: Als in het Grieks staat “liefde van God”, kan dat twee dingen betekenen, zonder dat er in dit geval een keus gemaakt moet worden! liefde > God = gericht op God (1) liefde < God = uitgaat van God (2) Maar in Romeinen moet wel een keus gemaakt worden, namelijk volgens regel (2) wet van God = wet < God (2) = God geeft zijn wet ten leven wet van zonde = wet < zonde (2) = zonde misbruikt dezelfde wet ten dode

13 Romeinen (5) Vers (25) Dood kun je overigens breder trekken dan “sterven van een mens” Zonde leidt tot dood van liefde / vertrouwen / huwelijk / recht Let er op dat Paulus in het begin slechts één gebod er uit heeft gelicht > het tiende. Het tiende gebod is een onderliggend gebod. Voorbeeld: “Pleeg geen overspel” zal niet snel leiden tot “het plegen van overspel” Maar de begeerte “zinnen zetten op de vrouw” van een ander wel En als dat dan werkt, is de kans aanwezig dat vervolgens het gebod buiten werking wordt geplaatst.

14 Romeinen (5) Romeinen 8 Geen slaven meer van de wet, begeerte, de zonde, de dood. Maar door de Geest kinderen van God. En door de Geest van God verlangen wij naar de verlossing! Romeinen 8:17-39 (blz. 25) Zekerheid van het geloof (blz. 25) De ketting van het heil = Romeinen 8:28-30

15 Romeinen (5) Romeinen 8 Geen slaven meer van de wet, begeerte, de zonde, de dood. Maar door de Geest kinderen van God. En door de Geest van God verlangen wij naar de verlossing! Zekerheid van het geloof > blz. 25 De ketting van het heil = Romeinen 8:28-30 Zekerheid ligt in de roeping(!) De volkomen zekerheid van het geloof = Romeinen 8:38-39

16 Romeinen (5) Romeinen 9-11 gaat over de positie van Israël.
Belangrijk > in de tijd van Paulus bestond de kerk voor het merendeel uit Joden: Dus de kerk: Joden die Jezus hebben aangenomen als verlosser; Heidenen die Jezus hebben aangenomen als verlosser; Israël: Die Joden die Jezus hebben verworpen als verlosser (tot dan toe!) Grote vraag: hoe zit het dan met de beloften van het Oude Testament?

17 Romeinen (5) Beeld van de boom:
Boom is het volk Israël + Oude Testament In de tijd van Paulus kenden mensen het principe van enten bij olijfbomen : dus goede takken werden geënt op de oude stam en niet vruchtdragende takken > weggebroken. De nieuwe takken (= heidenen) zijn geënt Sommige takken (ongelovige Joden) zijn weggenomen

18 Romeinen (5) Hoe staat u nu tegenover Israël:
Nog steeds bijzonder volk? Volk onder de volken – geen uitzondering meer? Kerk in de plaats van Israël gekomen? Paulus wijst op grote belang van de verkondiging (Romeinen 10:14-18)

19 Romeinen (5) Uiteindelijke verhouding kerk-Israël
Blz. 33 Lofprijzing is het doel van ieder christen! Romeinen 11:33-36

20 GK 119: 3 God houdt zijn kerk in leven, hoe ook bespot, verdrukt,
door dwalingen omgeven, verscheurd, uiteengerukt. Al roepen van de tinnen de wachters nog: Hoe lang? Straks gaat de dag beginnen en 't klagen wordt gezang.

21 GK 119: 5 Nog weet zij zich verbonden in haar drieëenge Heer
met wie zijn trouw bevonden, de strijders van weleer. Een wolk van Godsgetuigen omringt ons in de strijd, tot wij met hen ons buigen, gekroond met heerlijkheid.

22 Romeinen (5) DANKGEBED