Het werk van de Geest
Jezus’ afscheidsrede
Johannes 14:15-18: “Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden Johannes 14:15-18: “Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. 16 Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: 17 de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in jullie blijven. 18 Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug” Johannes 14:26: “Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest die de Vader jullie namens mij zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat ik tegen jullie gezegd heb.” Johannes 15:26,27: “Wanneer de pleitbezorger komt die ik van de Vader naar jullie zal zenden, de Geest van de waarheid die van de Vader komt, zal die over mij getuigen.
Johannes 16:7-15: “Werkelijk, het is goed voor jullie dat ik ga, want als ik niet ga zal de pleitbezorger niet bij jullie komen, maar als ik weg ben, zal ik hem jullie zenden. 8 Wanneer hij komt zal hij de wereld duidelijk maken wat zonde, gerechtigheid en oordeel is: 9 zonde – dat ze niet in mij geloven, gerechtigheid– dat ik naar de Vader ga en jullie me niet meer zien, 11 oordeel – dat de heerser over deze wereld is veroordeeld. 12 Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. 13 De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waar heid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat. 14 Door jullie bekend te maken wat hij van mij heeft, zal hij mij eren. 15 Alles wat van de Vader is, is van mij – daarom heb ik gezegd dat hij alles wat hij jullie bekend zal maken, van mij heeft.
Welke overeenkomsten zie je tussen de discipelen die de laatste maaltijd nemen met Jezus en de christenen vandaag… en jezelf in het bijzonder? Welke betekenis en welk belang hebben Jezus’ woorden voor jou vandaag? Op welke manier spreken ze je aan? Jezus’ discipelen zullen verder moeten zonder zijn lijfelijke aanwezigheid om zijn werk voort te zetten. Net als wij ! Op welke manier word jij bemoedigd door wat Jezus zegt over de Geest?
Parakleet komt van het Griekse PARAKLÊTOS, en betekent letterlijk: geroepen bij => ‘Parakleet’ slaat dus op iemand die men bij zich roept als hulp, bijstand, assistent, raadsman, trooster, getuige, verdediger, advocaat. “Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug” (Joh 14:18) Joh 14:16 “Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn” “Hij woont in jullie en zal in jullie blijven” (Joh 14:17): => innerlijke tegenwoordigheid
Lees nog eens de definitie van het woord ‘PARAKLEET’ en de verschillende aspecten die ermee verbonden zijn: hulp, bijstand, assistent, raadsman, trooster, getuige, verdediger, advocaat: wat spreekt u het meeste aan? Waarom? Ervaar jij die aanwezigheid van de Geest – Parakleet in jou? Heb je een positieve ervaring of een frustratie die je kunt delen? Deel met elkaar uw gedachten en ervaringen m.b.t. deze belofte van nabijheid en bijstand van Godswege die je de hele Bijbel door kunt vinden. Hoe kun je spreken over deze belofte in een wereld waar God soms zo afwezig lijkt?
«Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest die de Vader jullie namens mij zal zenden, jullie alles duidelijk maken (leren) en alles in herinnering brengen wat ik tegen jullie gezegd heb.» (Jn 14.26)
Wij beschikken over de evangeliën (dat hadden de discipelen niet…) Wij beschikken over de evangeliën (dat hadden de discipelen niet…). Hoe wordt de belofte uit Joh 14:26 concreet in onze tijd? Komt dit zomaar uit de hemel vallen, of hebben wij een actieve inbreng? Wat doe jij om onderricht te worden en te herinneren? Op welke manier kan de kerk je helpen? Zich herinneren wat Jezus geleerd heeft: vind je dit belangrijk, nuttig? Waarom (niet)? En wat doe jij concreet met Jezus’ onderricht? Op welke manier helpt de Geest jou?
“Wanneer de pleitbezorger komt die ik van de Vader naar jullie zal zenden, de Geest van de waarheid die van de Vader komt, zal die over mij getuigen. 27 Ook jullie moeten mijn getuigen zijn, want jullie zijn vanaf het begin bij mij geweest.” – Joh 15:26,27 “Wanneer hij komt zal hij de wereld duidelijk maken wat zonde, gerechtigheid en oordeel is: 9 zonde – dat ze niet in mij geloven, 10gerechtigheid – dat ik naar de Vader ga en jullie me niet meer zien, 11 oordeel – dat de heerser over deze wereld is veroordeeld.” Joh 16:8-11
Welk soort getuigenis heb jij nodig in je geloofsleven Welk soort getuigenis heb jij nodig in je geloofsleven? Wat versterkt je geloof? Hoe getuig jij, en waarover? Wat vind jij het belangrijkste? Waarom? Hoe zie jij ‘de wereld’? Als iets slecht en vijandig of als voorwerp van Gods liefde? Wat is jouw plaats en jouw rol in de wereld? Welk getuigenis breng je? Hoe kun je een ‘betrouwbare getuige‘ zijn naar het voorbeeld van Jezus?
“Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid.” – Joh 16:13 : in het Hebreeuwse denken (dus ook Jezus’ denken) wijst ‘waarheid’ op een heel concrete realiteit : wat juist is, recht, zeker, vast, betrouwbaar. Het Hebreeuwse ‘EMET’ (waarheid) is verbonden met het werkwoord AMAN (dragen, ondersteunen, vast maken), met het substantief ‘EMOENAH’ (soliditeit, trouw) en ligt ook aan de basis van het woord ‘AMEN’ Jezus wordt de ‘Amen, de trouwe en betrouwbare getuige’ genoemd (Op 3 :14) Jezus zegt dat hij ‘de weg, de waarheid en het leven’ is (Joh 14:6) Het Griekse ALÊTHEIA neemt deze Hebreeuwse betekenis over, en ook een meer absolute betekenis: wat reëel is, compleet (in tegenstelling tot wat vals of onvolledig is).
Wat is jouw reactie op Jezus’ woord in Joh 16:13 en de bijhorende commentaren hierboven? Jezus heeft nooit gezegd dat hij de waarheid ‘heeft’, wel dat hij de waarheid is… Reactie? Om te mediteren: “Het belangrijkste is niet om de waarheid te hebben, wel om waar te zijn.” (J.-Y. Leloup)