De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De inhoud van dit thema:

Verwante presentaties


Presentatie over: "De inhoud van dit thema:"— Transcript van de presentatie:

1 De inhoud van dit thema:
1.2 Het werkveld en werk van de sportmanager 1.3 De sportmanager als leider en strateeg 1.4 De sportmanager als planner 1.5 De sportmanager als organisatiebouwer 1.6 De sportmanager als stuurman 1.7 Tips voor de praktijk 1-1 1

2 Managen: het gestructureerd en planmatig realiseren van doelen 1-2 2

3 Het werk van de sportmanager:
• de rollen • de taken 1-3 3

4 Rollen: • interpersoonlijke rollen - hoofd van de organisatie - leider
- verbindingspersoon • informatierollen - monitor - filter - woordvoerder • besluitvormingsrollen - ondernemer - probleemoplosser - verdeler van middelen - onderhandelaar 1-4 4

5 Taken van de sportmanager:
• doelen stellen / beleid formuleren • plannen • structureren en organiseren - werkverdeling - coördinatie • beheersen - controleren - leidinggeven 1-5 5

6 Leiding en strategie: • doelen en beleid • omgeving 1-6 6

7 Beleid: • het kiezen en vastleggen van de tactische en operationele doelen die men in de sportorganisatie wil bereiken én • het kiezen en vastleggen van de weg waarlangs en de middelen waarmee deze doelen gerealiseerd kunnen worden 1-7 7

8 Organisatiedoelstellingen:
• hoofddoelstellingen • nevendoelstellingen 1-8 8

9 Hoofddoelstellingen sportorganisaties:
• voorzien in een maatschappelijke behoefte • winst maken 1-9 9

10 Organisaties: • non-profit, not-for-profit, profit • publiek, privaat
1-10 10

11 Nevendoelstellingen:
• maatschappelijke doelstellingen • management doelstellingen • sociale doelstellingen 1-11 11

12 Omgevingsfactoren: • partijen • ontwikkelingen 1-12 12

13 Planning: • resultaten • tijd • activiteiten • mensen en middelen
• randvoorwaarden (kaders) 1-13 13

14 Planningsniveaus: • strategische planning • tactische planning
• operationele planning 1-14 14

15 Organisatie bouwen: • organisatiestructuur • organisatiecultuur 1-15

16 Ordeningsprincipes bij het samenstellen van afdelingen en hiërarchische niveaus:
• functionele indeling (F-indeling) • productindeling (P-indeling) • marktindeling (M-indeling) • geografische indeling (G-indeling) 1-16 16

17 De functionele indeling:
1-17 17

18 De productindeling: 1-18 18

19 De marktindeling: 1-19 19

20 De geografische indeling:
1-20 20

21 Het zichtbare en het onzichtbare niveau:
gedrag verhalen fysieke omgeving vooronderstellingen opvattingen waarden attitudes gevoelens 1-21 21

22 Organisatieculturen:
• machtgerichte cultuur • persoonsgerichte cultuur • rolgerichte cultuur • taakgerichte cultuur 1-22 22

23 In ‘control’: • transparante en gedragen doelen
• transparante en effectieve planning • passende organisatiestructuur - effectieve en efficiënte arbeidsverdeling met duidelijke taken en bevoegdheden - passende cultuur - duidelijke regels en procedures - effectieve en efficiënte overlegstructuren • effectieve beheersactiviteiten - effectieve managementinformatie 1-23 23

24 Drie beheersingsvormen:
• activiteitenbeheersing • resultaatbeheersing • doelbeheersing 1-24 24

25 De inhoud van dit thema:
2.2 Een beleidsmodel 2.3 SWOT analyse en andere beleidsinstrumenten 2.4 Een veranderstrategie 2.5 Tips voor de praktijk 2-1 25

26 Beleid: • het kiezen en vastleggen van de tactische en operationele doelen die men in de sportorganisatie wil bereiken • het kiezen en vastleggen van de weg waarlangs en de middelen waarmee deze doelen gerealiseerd kunnen worden • het efficiënt bereiken van de organisatiedoelen Strategie: 2-2 26

27 SWOT-analyse: onderzoek naar de kansen en bedreigingen (externe
analyse) én sterkten en zwakten (interne analyse) van een sportorganisatie met het oog op de keuze van de juiste strategie om de beleidsdoelen te realiseren 2-3 27

28 Beleidsinstrumenten externe analyse:
• DESTEP • scenarioplanning • 5 krachtenmodel 2-4 28

29 Beleidsinstrumenten interne analyse:
• checklist • 7 S Model • benchmarking 2-5 29

30 Verandermanagement: het gestructureerd en planmatig realiseren van de
veranderdoelen in de organisatie 2-6 30

31 Verandering: acht-fasen model:
• urgentiebesef vestigen • leidende coalitie vormen • visie en strategie ontwikkelen • veranderingsvisie communiceren • breed draagvlak creëren • korte-termijn-successen genereren • verbeteringen consolideren • verandering verankeren 2-7 31

32 De inhoud van dit thema:
3.2 Adequate managementinformatie 3.3 Communicatienetwerk 3.4 Effectieve besluitvorming 3.5 Medezeggenschap 3.6 Kwaliteitsmanagement 3.7 Tips voor de praktijk 3-1 32

33 Managementinformatie:
de informatie uit de sportorganisatie en de omgeving die de sportmanager nodig heeft om besluiten te kunnen nemen, bij te kunnen sturen en zich te kunnen verantwoorden 3-2 33

34 Eisen aan managementinformatie, of adequate managementinformatie:
• kwantiteit • relevantie • tijdigheid • kwaliteit 3-3 34

35 Gegevens, informatie en communicatie:
gegevens/data: de weergave van een feit of een idee informatie: de betekenis die aan gegevens gegeven wordt communicatie: het zenden en ontvangen van informatie of gegevens 3-4 35

36 Communicatienetwerk:
• formele communicatiestructuur (overlegstructuur) • formele communicatiekanalen • informele communicatiestructuur • informele communicatiekanalen 3-5 36

37 Beslissingen op drie niveaus:
• strategische besluiten • tactische of organisatorische besluiten • operationele besluiten 3-6 37

38 Factoren die beslissingen beïnvloeden:
• belang van verschillende partijen of personen • beleid • persoonlijke gevoelens en voorkeuren • politieke spelletjes; • afspraken uit het verleden • tijdgebrek • de organisatiecultuur 3-7 38

39 Een effectief besluit houdt in:
• het probleem is echt opgelost • de beslissing wordt geaccepteerd en uitgevoerd 3-8 39

40 BOB-model: drie fasen in het besluitvormingsproces:
• Beeldvorming • Oordeelsvorming • Besluitvorming 3-9 40

41 Besluitvormingsmethoden en Besluitvormingsregels:
• eenmansbesluit • groepsbesluit besluitvormingsregels: • unanimiteit • consensus • meerderheid • delegatie 3-10 41

42 Besluitvormingsinstrumenten:
• brainstorming • advocaat van de duivel • scenarioplanning • besluitvormingsmatrix • beslisbomen 3-11 42

43 Medezeggenschap: het geheel van maatregelen en regelingen met behulp
waarvan werknemers en andere belanghebbenden betrokken worden in het beleid van een organisatie 3-12 43

44 Medezeggenschap: • adviesbevoegdheid • instemmingsrecht 3-13 44

45 Kwaliteitsmanagement:
het geheel van activiteiten dat ondernomen wordt om de kwaliteit van de sportorganisatie te onderzoeken, te borgen of te verbeteren, en openbaar te maken 3-14 45

46 Functies van kwaliteitsmanagement:
• zoeken naar zwakke plekken in de organisatie • verbeteren prestaties • borging resultaten • verantwoording 3-15 46

47 Verantwoording van de sportmanager en de sportorganisatie:
• formeel: - intern - extern • informeel 3-16 47

48 De inhoud van dit thema:
4.2 Begripsbepaling en opvattingen leiderschap 4.3 Leiderschap en mensvisie 4.4 Leiderschap in een organisatiecultuur 4.5 Leiderschap en leiderschapsstijlen 4.6 De kenmerken van effectief leiderschap 4.7 Tips voor de praktijk 4-1 48

49 Leidinggeven: het op basis van persoonlijk contact positief
beïnvloeden van de prestaties van medewerkers 4-2 49

50 Mensvisies die van belang zijn voor leidinggeven:
• behavioristisch mensbeeld • humanistisch mensbeeld 4-3 50

51 Cultuurtypen Quinn en Rohrbauch:
• familiecultuur • hiërarchiecultuur • adhocratiecultuur • marktcultuur 4-4 51

52 Vier leiderschapsstijlen:
• S1 = leiden ( instrueren) • S2 = begeleiden (overtuigen) • S3 = steunen (overleggen) • S4 = delegeren 4-5 52

53 Zeven eigenschappen van effectief leiderschap:
1e trap: basis voor onafhankelijkheid 1 proactiviteit 2 doelgerichtheid 3 prioriteiten stellen 2e trap: basis voor wederzijdse afhankelijkheid 4 denken in termen van winnen-winnen 5 empatisch zijn 6 samenwerking zoeken 3e trap: basis voor permanent leren en inspireren 7 vernieuwend zijn 4-6 53

54 De inhoud van dit thema:
5.2 Werving en selectie als onderdeel van personeelsbeleid 5.3 Afbreukrisico en schaarste 5.4 Het wervings- en selectieproces 5.5 De voorbereidingsfase 5.6 De wervingsfase 5.7 De sollicitatiefase 5.8 De selectiefase 5.9 Tips voor de praktijk 5-1 54

55 Werving als onderdeel van personeelsbeleid:
• werven, kwantitatief en kwalitatief • beheren • leidinggeven 5-2 55

56 Schaarste en afbreukrisico:
groot afbreukrisico schaarste genoeg mensen te vinden laag afbreukrisico 5-3 56

57 De wervings- en selectieprocedure:
voorbereidingsfase: 1 analyseren vacature 2 formuleren uitgangspunten procedure 3 functieprofiel formuleren wervingsfase: 4 keuze voor intern of extern werven 5 adverteren sollicitatiefase: 6 uitwisselen van informatie selectiefase: 7 selecteren 8 interpreteren en kiezen 5-4 57

58 De voorbereidingsfase:
• aannamebeleid • analyseren van vacature • uitgangspunten procedure formuleren • functieprofiel formuleren 5-5 58

59 Werving en selectie; stap 1:
ontstaan vacature: wat is het personeelsplan? 5-6 59

60 Functieprofiel: • functiebeschrijving • objectieve persoonskenmerken
• subjectieve persoonskenmerken 5-7 60

61 Interne werving: bekend goedkoop bevooroordeeld 5-8 61

62 Vier voorwaarden aan een personeelsadvertentie:
opvallend selecterend motiverend informerend 5-9 62

63 De kennismaking: sollicitatiebrief sollicitatieformulier
sollicitatiegesprek 5-10 63

64 Criteria bij de keuze voor een selectiemiddel:
voorspellende waarde relevantie aanvaardbaarheid tijd en geld 5-11 64

65 De belangrijkste selectiemiddelen:
• het selectiegesprek • het psychologisch onderzoek • probleemsituaties voorleggen • de assessmentcenter-methode (ACM) • referenties inwinnen 5-12 65

66 De waarde van selectiemiddelen:
selectiemethode voorspellende toepasbaarheid kosten waarde selectiegesprek laag hoog middelmatig psychologische test middelmatig middelmatig middelmatig ‘probleemsituaties’ middelmatig middelmatig laag assessment center hoog laag hoog referenties laag hoog laag 5-13 66

67 Rollen in de selectiecommissie:
• observeren • het gesprek leiden • vragen stellen • beslissen 5-14 67

68 STAR-methode: • Situatie • Taak • Actie • Resultaat 5-15 68

69 Drie soorten tests: • capaciteitentest • persoonlijkheidstest
• projectieve test 5-16 69

70 De inhoud van dit thema:
6.2 Human resource management 6.3 Teamrollen 6.4 Samenwerken in een tam 6.5 Personeelsinstrumenten • opleiding, vorming en training • competentiemanagement • gespreksvoering 6.6 Personeelsactiviteiten 6.7 Burnout 6.8 Personeelsplanning 6.9 Tips voor de praktijk 6-1 70

71 Human resource management:
• wat is HRM? • uitgangspunten en aandachtspunten HRM 6-2 71

72 HRM: het systematisch managen van personeel in een
flexibele, open organisatie met oog voor veranderingen, op zodanig motiverende en op de organisatiedoelen afgestemde wijze, dat het personeel zoveel mogelijk toegerust wordt met bagage waarmee zij hun werk vorm en inhoud kunnen geven, zonder dat veelvuldige inmenging van een leidinggevende is vereist 6-3 72

73 Samenwerken in een team:
• voorwaarden • kwaliteiten • niveau 6-4 73

74 Personeelsinstrumenten:
• competentiemanagement • opleiding, vorming en training (OVT) • gespreksvormen: coachingsgesprek, functioneringsgesprek en beoordelingsgesprek 6-5 74

75 Competentie: • een set van integrale vaardigheden, kennis en attitudes (of ‘houdingen’) die iemand in staat stellen om zijn professionele taken succesvol uit te voeren • een vermogen dat kennis-, inzicht-, attitude- en vaardigheidsaspecten omvat om in een concrete arbeidssituatie optimaal te kunnen functioneren 6-6 75

76 Stappen competentiemanagement:
• competenties vaststellen • competenties concretiseren • competenties meten • analyseren van competenties • trekken van conclusie en opstellen van een plan (POP) • overleg tussen medewerker en leidinggevende • evalueren 6-7 76

77 Burnout: • van stress naar burnout • wat is een burnout 6-8 77

78 Fasen opstellen dienstrooster:
in kaart brengen van de hoeveelheid en aard van de werkzaamheden plannen van de werkzaamheden over de periode overzicht van de inzetbaarheid, kwaliteiten en wensen van de medewerkers blokkeren van organisatiespecifieke momenten inplannen van specialisten en/of medewerkers die beperkt inzetbaar zijn inplannen van de overige werknemers controle 6-9 78

79 De inhoud van dit thema:
7.2 Het arbeidsconflict 7.3 Soorten conflicten in organisaties 7.4 Conflicthanteringstijlen 7.5 Conflictescalatie 7.6 De gevolgen van conflicten 7.7 Bemiddeling 7.8 Tips voor de praktijk 7-1 79

80 Modellen omgaan met conflicten:
• tweevoudig zorgmodel • model van coöperatie en competitie • model De Dreu 7-2 80

81 Factoren die van invloed zijn op de conflicthanteringstijl:
• actie-reactie • sociale waarde oriëntatie • de situatie 7-3 81

82 Conflictescalatie: • herkennen van een escalatie
• verloop van een escalatie • tegengaan van een escalatie 7-4 82

83 De inhoud van dit thema:
8.2 Begroting en budgettering 8.3 Resultaat en analyse 8.4 Kostprijsberekening 8.5 De balans en de resultatenberekening 8.6 Kengetallen 8.7 Tips voor de praktijk 8-1 83

84 Begroting en budget: begroting:
een overzicht van verwachte kosten en opbrengsten budget: een begroting waarvoor een vooraf vastgestelde prestatie geleverd moet worden 8-2 84

85 Analysemethoden: • verschillenanalyse • BEP-analyse 8-3 85

86 Manieren om de kostprijs te berekenen:
• standaardkostprijsmethode • direct-costing methode 8-4 86

87 Een financieel overzicht geven met:
• de balans • de resultatenrekening 8-5 87

88 Balans: een overzicht van bezittingen, schulden en eigen
vermogen op één bepaald moment 8-6 88

89 Kapitaal en vermogen: kapitaal:
alle productiemiddelen of kapitaalgoederen vermogen: geld waarover je kunt beschikken en waarmee je kapitaalgoederen betaalt, waarbij we eigen vermogen en vreemd vermogen onderscheiden 8-7 89

90 Eigen vermogen: eigen vermogen = bezittingen – schulden 8-8 90

91 Activa (debetzijde): • vaste activa • vlottende activa
• liquide middelen 8-9 91

92 Passiva (creditzijde):
• eigen vermogen • vreemd vermogen 8-10 92

93 Debiteuren en crediteuren:
mensen van wie jij nog geld tegoed hebt crediteuren: mensen die jij nog moet betalen 8-11 93

94 De resultatenrekening:
overzicht van de behaalde (bedrijfs)resultaten (winst of verlies) gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar) 8-12 94

95 Omzet: de som van alle opbrengsten uit de verkoop
gedurende een bepaalde periode 8-13 95

96 Belangrijke kengetallen:
• solvabiliteit • liquiditeit • rentabiliteit 8-14 96

97 De inhoud van dit thema:
9.2 Wat is een marketingconcept? 9.3 Marketingmix 9.4 Marktonderzoek 9.5 Statistiek 9.6 Tips voor de praktijk 9-1 97

98 Marketing: het rekening houden met, of het afstemmen van de
organisatie op, de wensen en behoeften van klanten en deelnemers 9-2 98

99 Een marketingconcept:
het (denk)systeem dat ten grondslag ligt aan de manier van handelen met betrekking tot de afzet van producten en diensten vanuit het gezichtspunt (de behoeften, wensen en verwachtingen) van de afnemers (ofwel de markt) 9-3 99

100 Kenmerken strategisch marketingplan:
• product-marktcombinatie • concurrentiestrategie • segmentatiestrategie • beleid 9-4 100

101 Concurrentiestrategieën:
• prijsformule • productformule • focusstrategie 9-5 101

102 Analyses voor een goede concurrentiestrategie:
• marktanalyse • SWOT-analyse 9-6 102

103 Segmentatie en segmentatiestrategie:
het onderverdelen van de markt in doelgroepen segmentatiestrategie: de manier waarop een markt wordt ingedeeld in doelgroepen 9-7 103

104 Algemene doelstellingen en marketingdoelstellingen:
• voorzien in een maatschappelijke behoefte • winst maken • de onderneming laten voortbestaan marketingdoelstellingen: • omzet • marktaandeel • afzet 9-8 104

105 De vijf marketing-P’s:
• product • prijs • plaats • promotie • personeel 9-9 105

106 Een dienst: elke activiteit of elk resultaat dat een partij een andere
partij kan bieden dat in essentie niet tastbaar is en niet resulteert in het eigendom verkrijgen over het aangebodene. Het geproduceerde kan wel of niet gebonden zijn aan een fysiek product 9-10 106

107 De levenscyclus van een product:
• introductie • groeifase • rijpheidsfase • verzadigingsfase • neergangsfase 9-11 107

108 Methoden om de prijs vast te stellen:
• kostengeoriënteerde methode • concurrentiegeoriënteerde methode • vraaggeoriënteerde methode 9-12 108

109 Methoden om met klanten te communiceren:
• massacommunicatie • publiciteit • public relations • persoonlijke communicatie 9-13 109

110 Concurrentiestrategieën:
• prijsformule • productformule • focusstrategie 9-14 110

111 Marktonderzoek: het verzamelen van de benodigde informatie voor een
goed marketingconcept en een goede marketingmix 9-15 111

112 Manieren voor het opzetten van een strategisch marketingplan:
• verzamelen van externe gegevens • verzamelen van interne gegevens • desk research • field researc 9-16 112

113 Fasen van statistisch onderzoek en de verwerking van gegevens:
1 het voorbereiden van het onderzoek 2 het verzamelen van de gegevens 3 het verwerken en analyseren van de gegevens 4 het rapporteren 9-17 113

114 Frequentietabel en klasse:
tabel die aangeeft hoe vaak een verschijnsel voorkomt klasse: groep gebundelde verschijnselen 9-18 114

115 Kengetal en indexcijfer:
getal dat een verhouding uitdrukt indexcijfer: kengetal dat betrekking heeft op één verschijnsel in verschillende perioden 9-19 115

116 De inhoud van dit thema:
10.2 Koopmotieven en verkoopargumenten 10.3 Het proces van kopen en verkopen 10.4 Commerciële gesprekken 10.5 Schriftelijke commerciële communicatievormen 10.6 Tips voor de praktijk 10-1 116

117 Koopmotieven volgens McLelland:
• het affiliatiemotief • het machtsmotief • het prestatiemotief 10-2 117

118 De AIDA-formule: • Aandacht • Interesse • Drang tot kopen • Aanschaf
10-3 118

119 De IOA-formule: • Informatie: verkenning, omschrijving van het verkoopmotief • Overdracht: confrontatie met het aanbod, argumentatie en tegenwerpingen • Afsluiting: instemming verkrijgen, opdracht verkrijgen 10-4 119

120 De informatieve fase in het verkoopgesprek:
• de juiste toon zetten • luisteren • vragen stellen • samenvatten 10-5 120

121 De overdrachtsfase in het verkoopgesprek:
• aandacht vasthouden • overtuigen als dat mogelijk is • weerstand accepteren • tegenargumenten onderzoeken 10-6 121

122 Commerciële gesprekken:
• telefoongesprek • pioniersgesprek • afsluitgesprek • onderhandelen • verkooppresentatie 10-7 122

123 Schriftelijke communicatievormen:
• direct mailing • offerte • webteksten • digitaal relatiebeheer 10-8 123

124 Aandachtspunten webteksten schrijven:
• korte zinnen en opsommingtekens • schrijf zoals je spreekt • schrijf omgekeerd • schrijf in oplossingen • gebruik een duidelijke structuur • neem de bezoeker aan de hand • richt je op één doelgroep 10-9 124

125 Aandachtspunten digitaal mailverkeer:
• wetgeving mailverkeer • houd bestand up-to-date • houd het kort • niet te wervend • herkenbaar en gedoseerd 10-10 125

126 De inhoud van dit thema:
11.2 Fondsenwerving 11.3 Geldwervingsacties binnen de vereniging 11.4 Subsidiëring 11.5 Sponsoring 11.6 Fondsenwerving en communicatie 11.7 Citymarketing 11.8 Tips voor de praktijk 11-1 126

127 Voorbeelden van geldwervingsacties binnen de sportvereniging:
verlotingen goaltime tickets bingo clubkampioenschappen huis-aan-huis verkoopacties organiseren van clubavonden rommelmarkt de grote Clubactie 11-2 127

128 Het sponsorstappenplan:
1 oriëntatie 2 het maken van een verenigingsprofiel 3 omschrijven van het aanbod aan de sponsor 4 omschrijven van het aanbod van de sponsor aan de vereniging 5 selecteren van mogelijke sponsors 6 de sponsorpresentatie 7 het opstellen van het contract 8 het uitvoeren van het contract 9 het evalueren van het contract 11-3 128

129 De inhoud van dit thema:
12.2 Facilitair management 12.3 Beheer en exploitatie 12.4 Onderhoud en schoonmaak 12.5 Uitleen en verhuur 12.6 Regels, procedures, aansprakelijkheid en veiligheidsvoorschriften 12.7 Klachtenregeling 12.8 Tips voor de praktijk 12-1 129

130 Beheer en exploitatie:
• verzelfstandiging • professionalisering • inkomsten en uitgaven • verantwoordelijkheid 12-2 130


Download ppt "De inhoud van dit thema:"

Verwante presentaties


Ads door Google