De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Dido Kooyman & Hans van Rooij

Verwante presentaties


Presentatie over: "Dido Kooyman & Hans van Rooij"— Transcript van de presentatie:

1 Dido Kooyman & Hans van Rooij
Netwerkbijeenkomst Wmo 2015 25 november 2013 Dido Kooyman & Hans van Rooij

2 Voorstelrondje

3 1e sessie: Wmo 2015 in hoofdlijnen

4 Wmo 2015: hoofdlijnen Achtergrond: hervorming langdurige zorg
Vier pijlers: Jeugdwet Wmo 2015 Zorgverzekeringswet Wet langdurige zorg Maatschappelijke ondersteuning Verlenen van voorzieningen Algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen Van melding tot besluit Wat blijft, wat verandert Relatie met andere wetten

5 Achtergrond: hervorming langdurige zorg
Jeugdwet Wmo Zorgverzekeringswet Wet langdurige zorg

6 Hervorming langdurige zorg
De aard van de zorg of ondersteuning bepaalt in grote mate vanuit welk stelsel, of domein, zorg of ondersteuning geleverd wordt. Zvw Zorg of ondersteuning met name een medisch karakter en gericht op behandelen of genezen: Zvw Wmo Hoofddoel: participeren in de samenleving of ondersteuning bij zelfredzaamheid: Wlz Mensen die levenslang en levensbreed op zorg zijn aangewezen. Jeugdwet Alle jeugdhulp onder één wet. Hiermee wordt de jeugd-ggz vanuit de Zvw en de AWBZ (zorg voor kinderen en jeugdigen tot 18 jaar met psychische problemen en stoornissen, inclusief dyslexie) WMO en BJZ (toeleiding, dienstverlening, collectieve preventie), BOPZ respectievelijk WvGGZ, (onvrijwillige zorg opgelegd door rechter), jeugdbescherming en jeugdstrafrecht naar de Jeugdwet overgeheveld. Verantwoordelijkheid voor de jeugd-ggz bij gemeenten. Zij gaan onder andere sturen op kwaliteit, toegankelijkheid, cliëntgerichtheid en betaalbaarheid van deze vorm van jeugdhulp. De POH-GGZ (praktijkondersteuner van de huisarts op het gebied van ggz) en de extramurale psychofarmaca (medicijnen tegen psychische aandoeningen, niet door een instelling verstrekt) blijven wel onderdeel van de Zvw. Mensen proberen in de eerste plaats zelf, en met behulp van hun omgeving, een oplossing te vinden voor hun behoefte aan ondersteuning. Daarna kan er een beroep worden gedaan op gemeenten en zorgverzekeraars waarna er tot slot voor de meest kwetsbaren zorg mogelijk is via de Wet Langdurige Zorg.

7 Wmo 2015: maatschappelijke ondersteuning
Opdracht gemeente: zorgdragen voor maatschappelijke ondersteuning Maatschappelijke ondersteuning: 3 elementen het bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld  Algemene maatregelen het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen  verlenen van voorzieningen het bieden van beschermd wonen en opvang  verlenen van voorzieningen Element 1: Dit beleidsterrein (voorheen artikel 1, eerste lid, onderdeel g, 1°, 4° en deels 7°) is ruim en breed geformuleerd. Ten opzichte van de Wmo zijn nu expliciet de bevordering van een inclusieve samenleving en van de veiligheid in de leefomgeving toegevoegd. De gemeente heeft een grote vrijheid om lokaal invulling te geven en prioriteiten te stellen. De verschillen in behoeften variëren immers tussen gemeenten, onder meer vanwege bevolkingssamenstelling en lokale tradities. Er zijn vele manieren waarop gemeenten de sociale samenhang kunnen bevorderen. Zorgen voor aantrekkelijke plekken waar burgers elkaar kunnen ontmoeten, is daar een voorbeeld van. Belangrijk is dat het bevorderen van de sociale samenhang en veiligheid en leefbaarheid niet alleen ontstaat door de inzet van, door de gemeente gefinancierde, professionele organisaties. Ook, en veelal in eerste instantie, gaat het om de inzet van de naaste omgeving, zoals familie, buren, vrijwilligers in de buurt of in kerkelijke verbanden of bijvoorbeeld de sportvereniging. Dergelijke onderlinge betrokkenheid creëert de ‘civil society’, meer dan welke professionele organisatie ooit zou kunnen. Het ligt dan ook voor de hand dat de gemeente aansluit bij initiatieven van de bewoners, of dergelijke initiatieven stimuleert, om ervoor te zorgen dat de voorzieningen in de wijk optimaal aansluiten bij de wensen en behoeften van de bewoners. Het bevorderen van de goede toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking is noodzakelijk voor het bereiken van een inclusieve samenleving, een samenleving die mensen met beperkingen zoveel mogelijk in staat stelt op gelijke voet te participeren, en houdt rechtstreeks verband met het VN verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Die toegankelijkheid geldt zowel voor voorzieningen van maatschappelijke ondersteuning, als voor andere diensten en voor ruimten. MZ en VW sluiten uitstekend aan bij de aan het onderhavige wetsvoorstel ten grondslag liggende versterking van de eigen verantwoordelijkheid (eerst bezien wat mensen op eigen kracht of met hulp van hun sociale netwerk kunnen doen). Daarnaast is de mantelzorg nadrukkelijker in de wet verankerd. 1. bepaling (artikel 2.2.2) waarin de gemeenten worden verplicht algemene maatregelen te treffen om mantelzorg en vrijwilligerswerk te ondersteunen en mantelzorgers en vrijwilligers te ondersteunen. 2. verplichting in verordening te regelen op welke wijze mantelzorgers jaarlijks een blijk van waardering ontvangen (artikel 2.1.6). 3. kortdurend verblijf

8 Wmo 2015: verlenen van voorzieningen (1)
algemene voorzieningen / maatwerkvoorzieningen zelfredzaamheid en participatie beschermd wonen opvang

9 Wmo 2015: verlenen van voorzieningen (2)
Zelfredzaamheid en participatie Het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen Het voeren van een gestructureerd huishouden Het deelnemen aan het maatschappelijke verkeer Opvang Onderdak en begeleiding Doelgroep: personen die de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving Geen onderscheid maatschappelijke opvang – vrouwenopvang ADL: let op aanpassing volgt zodat persoonlijke verzorging niet onder Wmo komt te vallen Doelgroep opvang Daklozen Slachtoffers huiselijk geweld ….

10 Wmo 2015: verlenen van voorzieningen (3)
Beschermd wonen: Wonen in een accommodatie v/e instelling met toezicht en begeleiding Doelgroep: mensen bij wie onderdak, toezicht en begeleiding niet afhankelijk zijn van op genezing gerichte zorg en die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (participatie centraal) Verantwoordelijkheid 43 centrumgemeenten maatschappelijke opvang Overgangsrecht bestaande cliënten: Blijven in instelling gedurende looptijd indicatie, ten minste vijf jaar Gemeente mag eerder beëindigen onder gelijktijdige verstrekking maatwerkvoorziening Zvw: indien, verblijf hoofdzakelijk gericht op behandeling en grote verwevenheid tussen behandeling en (woon)begeleiding Overgangsrecht beschermd wonen Om die reden is voorzien in een overgangstermijn die ten minste vijf volle kalenderjaren zal belopen. De komende jaren zal zorgvuldig worden bezien op welke wijze deze zorg ten algemene in de verdere toekomst vorm kan worden gegeven. Nadat dit onderzoek zal hebben plaatsgevonden en daarover besluiten zijn genomen, en eventueel wetgeving is aangepast, kan vervolgens bij koninklijk besluit worden voorzien in vaststelling van een tijdstip waarop de gemeente geheel verantwoordelijk wordt voor de wijze waarop de betrokken cliёnten worden ondersteund en waarop dientengevolge de overgangsregeling voor deze mensen kan vervallen. Het eerste lid voorziet erin dat personen die op 1 januari 2015 verblijven in een instelling voor beschermd wonen, in die instelling kunnen blijven wonen zolang hun indicatie daarvoor geldt. Indien de indicatie nog voor meer dan vijf jaren geldt, kunnen zij in elk geval tot de eerste dag van het zesde jaar na inwerkingtreding van de wet in de instelling blijven wonen en mogelijk zelfs ook daarna nog. De wet maakt het mogelijk de periode waarvoor het overgangsrecht voor deze personen geldt, eventueel te laten duren totdat alle huidige cliёnten niet langer in de instelling verblijven. Maar met de formulering van het artikelonderdeel is wel ook tot uitdrukking gebracht dat niet uitgesloten is dat er over een zestal jaren een andere oplossing moet worden gevonden. Er zij op gewezen dat ook voor deze cliёnten – op individueel niveau - toepassing kan worden gegeven aan artikel 7.5, hetgeen ertoe kan leiden dat op een eerder tijdstip voor betrokkenen een andere maatwerkvoorziening wordt gevonden en de voor hem geldende overgangsregeling afloopt (tweede lid).

11 Algemene voorzieningen
Kenmerken: Toegankelijk zonder voorafgaand onderzoek Gaat voor op maatwerkvoorziening Eigen bijdrage Mogelijk, behalve voor cliëntondersteuning Niet inkomensafhankelijk Korting voor personen uit aangewezen groepen Voorbeelden: Verplicht: cliëntondersteuning, steunpunt huiselijk geweld Keuze: overige algemene voorzieningen, zoals was- en strijkservice, klussendienst, maaltijdvoorziening en voorziening die burgers in staat stelt een zinvolle dan wel gestructureerde invulling te geven aan de dag Een algemene voorziening is een aanbod van diensten of activiteiten gericht op het versterken van zelfredzaamheid en participatie, of op beschermd wonen of opvang. Kenmerkend is dat een algemene voorziening zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers toegankelijk is. Eigen bijdrage - niet voor cliëntondersteuning niet inkomensafhankelijk Korting voor personen uit aangewezen groepen; een voorbeeld is de groep personen die op grond van het gemeentelijke beleid in het bezit is gesteld van een kortingpas voor bepaalde maatschappelijke activiteiten of voorzieningen De eigen bijdrage voor een algemene voorziening kan, in tegenstelling tot die voor een maatwerkvoorziening, niet inkomensafhankelijk zijn. Bij de algemene voorziening geldt bovendien geen beperking in de zin dat de eigen bijdrage niet hoger mag zijn dan de kostprijs . OPMERKINGEN Tekst wet: geen beperking qua kostprijs; toelichting noemt algemene voorziening wel bij kostprijs

12 Maatwerkvoorzieningen
Kenmerken: Uitgebreide toegangsbeoordeling Eerst kijken naar eigen kracht, gebruikelijke hulp, mantelzorg, sociale netwerk en algemene voorzieningen Eigen bijdrage Afhankelijk van inkomen en vermogen Maximaal kostprijs Opvang en beschermd wonen: zak- en kleedgeld WWB overhouden Voorbeelden: Hulpmiddelen Woningaanpassingen

13 Maatwerkvoorziening: van melding tot besluit
Onderzoek Aanvraag Besluit Bezwaar Melding: kritiek Raad voor de Rechtspraak De Raad kan zich niet vinden in de in het wetsvoorstel opgenomen werkwijze bij de maatwerkvoorziening, waarbij de zorgzoekende eerst een melding bij het college moet doen en de uitkomsten van het op basis van die melding door het college te verrichten onderzoek moet afwachten, alvorens hij een aanvraag voor een maatwerkvoorziening kan indienen. Deze werkwijze wijkt af van de systematiek van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en leidt tot onduidelijkheid en een verminderde rechtsbescherming van de zorgzoekende. Onderzoek: - Keukentafelgesprek - binnen zes weken na melding

14 Wmo 2015: wat blijft, wat verandert
Nieuw: Verplichting maatwerk leveren ruimer dan in de Wmo Beschermd wonen Eigen verantwoordelijkheid Voorrang algemene voorzieningen Keuzevrijheid PGB gebonden aan voorwaarden Onveranderd: Resultaat centraal, niet de voorziening Kanteling/het gesprek Grote beleidsruimte gemeenten Geen inkomensbeleid

15 Wmo 2015: relatie met andere wetten
Geen nadrukkelijke afbakening in Wmo 2015 door bepaling zoals huidig artikel 2 Wmo: andere wetten gaan voor! Wordt afbakening tussen Wmo en andere wetten een grijs gebied? Wel: gemeente verantwoordelijk voor maatschappelijke ondersteuning totdat de belanghebbende indicatie heeft of kan krijgen voor de Wet langdurige zorg Grensvlakproblemen tussen Zvw en Wmo kunnen ontstaan rond de vraag wanneerverblijf met behandeling medisch noodzakelijk is, respectievelijk wanneer cliënten zelfstandig of beschermd kunnen wonen, eventueel met ambulante behandeling vanuit de Zvw. Het CVZ zal in 2014 een duiding uitbrengen over de medische noodzaak van verblijf, die overigens breder is dan alleen de GGZ. Let daarbij op doelgroepen met meerdere aandoeningen Afbakeningsvragen kunnen ook ontstaan op het grensvlak van de Zvw/Wmo en de toekomstige Wet Langdurige Intensieve Zorg (Liz, in eerdere stukken aangeduid als kern-AWBZ). Dit zal met name voorkomen bij cliënten die, naast een psychische stoornis, aandoeningen hebben die aanspraak op langdurige intensieve zorg in de Liz kunnen geven. In het rapport benoemen wij een aantal specifieke cliëntgroepen waar dit grensvlak aanwezig is.

16 Discussie 1 Melding/onderzoek/aanvraag
Onderscheid melding/aanvraag: toegevoegde waarde? Onderzoek: heeft de (gemeente)consulent kennis van ziektebeelden nodig?

17 Discussie 2 Eigen verantwoordelijkheid:
Hoever reikt de eigen verantwoordelijkheid Van de belanghebbende zelf? Van het sociale netwerk? Wat doen als iemand veel vermogen heeft? Considerans: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven, en dat van burgers mag worden verwacht dat zij elkaar naar vermogen daarin bijstaan; Aan het onderhavige wetsvoorstel ten grondslag liggende versterking van de eigen verantwoordelijkheid (eerst bezien wat mensen op eigen kracht of met hulp van hun sociale netwerk kunnen doen). De eigen verantwoordelijkheid van de ingezetene is een belangrijke pijler van dit wetsvoorstel. Tot die eigen verantwoordelijkheid van de ingezetene behoort ook dat hij een beroep doet op familie en vrienden – zijn eigen sociale netwerk - alvorens hij bij de gemeente aanklopt voor hulp. Het is immers heel normaal dat mensen iets doen voor hun partner, familielid of goede vriend als die niet geheel op eigen kracht kan deelnemen aan de samenleving. De regering wil het automatisme doorbreken dat ingezetenen zich bij elke hulpvraag tot de overheid wenden.

18 2de sessie: Beleid

19 Stappenplan transitie

20 Gemeentelijk beleid Beleidsplan Verordening
Globaal (lokaal vs regionaal) Toegang tot zorg Algemene en maatwerk voorzieningen Verordening Wmo2015 Verordeningsplicht Wat moet er allemaal in de verordening staan? Modelverordeningen Achterliggende regels

21 Besluitvormingsproces
Route Het besluitvormingsproces is geknipt in drie afgebakende fasen: Informatie voor de raad, Debat in de raad en Besluit in de raad. Bij Informatie voor de raad laten de raadsleden zich informeren door te luisteren en vragen te stellen over de voorstellen en over de inbreng van aanwezige inwoners, verenigingen, instellingen of bedrijven. Ook de betrokken wethouder(s) en ambtenaren zijn aanwezig en praten mee. Deze fase in het besluitvormingsproces over een voorstel is gericht op de uitwisseling van politieke opvattingen en meningen door en tussen de raadsleden van de politieke partijen onderling én met het college van burgemeester en wethouders. De derde fase, Besluit in de raad, is het sluitstuk van het besluitvormingsproces. Er wordt door de raadsleden soms nog kort gediscussieerd over de voorstellen, waarna de voorstellen in stemming worden gebracht.  Inspraakmogelijkheden Vragen stellen / maken van opmerkingen Tijdens Informatie in de Raad Tijdens Besluit in de Raad

22 Gemeenteraadverkiezingen
Wanneer? 19 maart 2014 Invloed op Wmo2015 Besluitvorming Nieuwe Raad Nieuw College van B&W Voor en na 19 maart 2014 Zomerperiode Rol Aandacht Informatie

23 Zichtbaar worden bij de gemeente
Hoe? Vragen stellen / maken van opmerkingen Tijdens een commissievergadering Tijdens een raadsvergadering Spreekuren raadsfracties bezoeken Spreekuren collegeleden bezoeken Deelnemen aan beleidsvorming (interactieve beleidsvorming)  dit betekent dat burgers en organisaties van het begin af aan bij het maken van een beleidsplan worden betrokken) een brief sturen of een wethouder, raadslid of ambtenaar aanspreken, opbellen of mailen

24 Contractuele relaties
Overeenkomst Subsidie Bijzondere vormen: Maatschappelijk aanbesteden Bestuurlijk aanbesteden Maatschappelijke aanbesteden: Nieuwe manier om bewoners en maatschappelijke partners bij beleid en uitvoering te betrekken. - Publieke taken die (deels) worden overgedragen aan (combinaties van) bewoners/ondernemers/maatschappelijke instellingen. Hiervoor worden kaders/voorwaarden geformuleerd en hierover wordt (op onderdelen) verantwoording afgelegd. / Handreiking min BZK Bestuurlijk aanbesteden Bestuurlijk aanbesteden is een methodiek waarbij een overheidsinstelling langdurige, flexibele contracten sluit. Die contracten leggen niet alleen inhoudelijke afspraken vast. Zij stellen ook een formele overlegstructuur in waarbinnen aangesloten partijen voortdurend kunnen onderhandelen over die inhoudelijke afspraken. Non profits en ondernemers kunnen onder voorwaarden toe- en uittreden. De overheid faciliteert zo innovatie, maar is ook in staat negatieve effecten daarvan te kanaliseren. Alle partijen omarmen de complexiteit van het sociale domein. Nutteloze pogingen om deze te temmen komen niet meer voor. Bestuurlijk aanbesteden gaat er van uit dat er sprake is van wederzijdse afhankelijkheid tussen opdrachtgevende overheid en (zorg-) aanbieders. Beide partijen hebben de ander nodig om de eigen doelstellingen te kunnen realiseren. De kern ligt in onderhandeling over wensen en eisen van gemeentelijk opdrachtgevers en inzichten en mogelijkheden van aanbieders van diensten. Dat gaat gepaard met investeren in relatievorming, het opstellen van raamcontracten met aanbieders en keuzevrijheid voor de afnemers van de diensten. Bij bestuurlijk aanbesteden is er echter geen sprake van een “bestek”. Er wordt overlegd op basis van een basisdocument of conceptcontract waarin voorstellen met betrekking tot inhoud en criteria staan. De opdrachtgever besluit uiteindelijk wat er gebeurt, maar probeert met betrokken partijen vorm te geven aan het proces en de inhoud. Het sluiten van een contract vindt vervolgens plaats op basis van criteria die met partijen zijn besproken. De basis wordt gevormd door een voortdurend overleg- en onderhandelingsproces.

25 Overeenkomst Aanbesteding Overheidsopdracht
Leveren van diensten/goederen Mogelijk aanbesteden Aanbesteding: voorgeschreven procedures Nakoming wel te vorderen Civiel recht Aanbesteding

26 Subsidie Vaak op aanvraag
Activiteiten van de subsidie-aanvrager met algemeen belang Nakoming van gesubsidieerde activiteiten niet te vorderen; wel beëindigen en terugvorderen subsidie Bestuursrecht

27 Resultaatgerichtheid gemeente
Inspelen Hoe? Netwerken Beleidsvorming (lokaal / regionaal / landelijk) Individueel niveau Bezwaar Wanneer? Nu! Heel 2014! Daarna ook! Timing

28 Discussie 1 Eigen bijdrage / eigen aandeel
Alle voorzieningen (algemeen en maatwerk) Natura – pgb Onder 18 jaar

29 Discussie 2 Indicatie Regelarm? Hoe? Wie?

30 Websites Wmo Overige sites Regelarm? Hoe? Wie? www.invoeringwmo.nl
Overige sites Regelarm? Hoe? Wie?

31 Tot slot Vragen? Bedankt voor de aandacht! Tot ziens!


Download ppt "Dido Kooyman & Hans van Rooij"

Verwante presentaties


Ads door Google