Ook Thomas niet zien toch geloven Johannes 20: 24-31 1 Welke discipel is er niet als Jezus komt? Thomas 2 Waarom niet? Hij is te verdrietig en vindt het moeilijk om te geloven dat de Heere Jezus is opgestaan. 3 Wanneer zal hij wel geloven, zegt hij? Als hij het mag voelen met zijn vingers en zijn hand.
Aan de zee van Tiberias Vissers van mensen Mattheüs 4:19; Johannes 21:1-14 1 Petrus en de andere discipelen gaan ’s nachts vissen. Wat vangen ze? Niets. 2 Aan welke kant moeten ze van Jezus het net uitwerpen? Aan de rechterzijde. 3 Had Jezus hun vissen nodig? Nee, Hij had zelf ook al een vuurtje met vissen erop liggen.
Petrus hersteld Van iemand houden Johannes 21: 15-25 1 Wat vraagt Jezus bij de zee van Tiberias tot 3 keer toe aan Petrus? Heb je Mij lief? 2 Wat mag Petrus weer doen? Voor de schapen en de lammeren zorgen. 3 Als je Jezus volgt, mag je dan zelf weten waar je naar toegaat? Nee, vaak moet je naar plaatsen waar je niet wilt zijn.