Zondag 26 juli 2015 Middagdienst
Welkom in deze dienst! Voorganger:Ds. H.M. van der Vegt Organist:Wim Brunsveld
Orgelspel: de melodie van gezang 12
Psalm 121: 1 en 2 Psalm 121: 3 en 4 Gezang 12: Psalm 142: 1,2,6 en 7 Gezang 476: 1 Gezang 476: 4 en 5 1 Koningen 19: 9-18 (NBV)
1 Ik sla mijn ogen op en zie de hoge bergen aan, / waar komt mijn hulp vandaan? Mijn hulp is van mijn H ERE, die dit alles heeft geschapen. / Mijn herder zal niet slapen. Psalm 121: 1 en 2
2 Uw wankle voeten zet Hij vast, als gij geen uitkomst ziet: / uw wachter sluimert niet! Zijn oog wordt door geen slaap verrast, Hij wil, als steeds voor dezen, / Israëls wachter wezen. Psalm 121: 1 en 2
Stil gebed Votum en groet
3 De H EER brengt al uw heil tot stand, des daags en in de nacht / houdt Hij voor u de wacht. Uw schaduw aan uw rechterhand: de zon zal u niet schaden, / de maan doet niets ten kwade. Psalm 121: 3 en 4
4 De H EER zal u steeds gadeslaan, Hij maakt het kwade goed, / Hij is het die u hoedt. Hij zal uw komen en uw gaan, wat u mag wedervaren, / in eeuwigheid bewaren. Psalm 121: 3 en 4
Gebed
We lezen uit de bijbel: 1 Koningen 19: 9-18 (NBV)
1 Koningen 19: 9-18 (NBV) 9 Daar ging hij een grot binnen om er de nacht door te brengen. Toen richtte de HEER zich tot hem met de woorden: ‘Elia, wat doe je hier?’
1 Koningen 19: 9-18 (NBV) 10 Elia antwoordde: ‘Ik heb me met volle overgave ingezet voor de HEER, de God van de hemelse machten, maar de Israëlieten hebben uw verbond met hen naast zich neergelegd, uw altaren verwoest en uw profeten gedood. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.’
1 Koningen 19: 9-18 (NBV) 11 ‘Kom naar buiten,’ zei de HEER, ‘en treed hier op de berg voor mij aan.’ En daar kwam de HEER voorbij. Er ging een grote, krachtige windvlaag voor de HEER uit, die de bergen spleet en de rotsen aan stukken sloeg, maar de HEER bevond zich niet in die windvlaag. Na de windvlaag kwam er een aardbeving, maar de HEER bevond zich niet in die aardbeving
1 Koningen 19: 9-18 (NBV) 12 Na de aardbeving was er vuur, maar de HEER bevond zich niet in dat vuur. Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries. 13 Toen Elia dat hoorde, sloeg hij zijn mantel voor zijn gezicht. Hij kwam naar buiten en ging in de opening van de grot staan, en daar klonk een stem die tot hem sprak: ‘Elia, wat doe je hier?’
1 Koningen 19: 9-18 (NBV) 14 Elia antwoordde: ‘Ik heb me met volle overgave ingezet voor de HEER, de God van de hemelse machten, maar de Israëlieten hebben uw verbond met hen naast zich neergelegd, uw altaren verwoest en uw profeten gedood. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.’
1 Koningen 19: 9-18 (NBV) 15 De HEER zei tegen Elia: ‘Keer terug en ga naar de woestijn van Damascus. Daar aangekomen moet je Hazaël tot koning van Aram zalven. 16 Jehu, de zoon van Nimsi, moet je zalven tot koning van Israël, en Elisa, de zoon van Safat, uit Abel- Mechola, moet je tot je eigen opvolger zalven.
1 Koningen 19: 9-18 (NBV) 17 Wie ontkomt aan het zwaard van Hazaël, zal gedood worden door Jehu. En wie ontkomt aan het zwaard van Jehu, zal gedood worden door Elisa. 18 Ik zal in Israël niet meer dan zevenduizend mensen in leven laten, alleen degenen die niet voor Baäl hebben geknield en hem niet hebben gekust.’
Gezang 12: Niet in 't geweldige geluid van stormwind die de rotsen breekt is het uw stem die tot ons spreekt. De stormen trekken voor U uit.
Gezang 12: En ook wanneer de diepte trilt en de aarde siddert als een riet, is het in deze beving niet dat Gij U openbaren wilt.
Gezang 12: Niet in het alverblindend licht van vuur, niet in een vlammengloed is het dat Gij wilt zijn ontmoet en vinden wij uw aangezicht
Gezang 12: Maar als de koelte om ons staat en een zacht suizen ons vervult, weten wij dat Gij komen zult, en wij omwinden het gelaat
Verkondiging
Psalm 142: 1,2,6,7 1 Tot God den H EER hief ik mijn stem, ik riep tot God, ik smeekte Hem. Alles, alles wat mij benauwt heb ik den H ERE toevertrouwd.
Psalm 142: 1,2,6,7 2 Wanneer mijn geest in mij versmacht kent Gij mijn pad, staat Gij op wacht. Al mijn beweging gaat Gij na, waar ik ook ga, waar ik ook sta!
Psalm 142: 1,2,6,7 6 Red mij van wie te sterk mij is, voer mij uit zijn gevangenis, dat ik U, H EER, dat ik U dan mijn Heer en God weer loven kan.
Psalm 142: 1,2,6,7 7 Al uw getrouwen roep ik saam als Gij mij zo hebt welgedaan, zij zullen horen hoe ik zing uw naam en uw rechtvaardiging.
Dankgebed en voorbeden
Er zal nu gecollecteerd worden voor: 1)Theologische Universiteit Apeldoorn 2) Kerk
Gezang 476: 1 1 Eeuwig Woord, U willen wij bezingen, God uit God en Licht uit Licht; Wijsheid, voor de aanvang aller dingen spelend voor Gods aangezicht; engel Gods uit Isrels oude dagen, Zoon van 's Vaders eeuwig welbehagen, dienaar van Gods hoog bevel, kind der maagd, Immanuël!
Geloofsbelijdenis (1) Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde. En in Jezus Christus, zijn eniggeboren zoon, onze Heer, die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
Geloofsbelijdenis (2) is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in de hel, op de derde dag opgestaan uit de doden, opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden.
Geloofsbelijdenis (3) Ik geloof in de Heilige Geest; ik geloof een heilige, katholieke, christelijke kerk, de gemeenschap van de heiligen; vergeving van de zonden, de opstanding van het lichaam en een eeuwig leven. Amen.
Gezang 476: 4 en 5 4 Mensenzoon tussen de kandelaren, Wortel Davids, Morgenster, blijf uw kerk vergaderen, bewaren, roep haar van nabij en ver. Laat de luchters branden van uw klaarheid, maak uw kerk tot pijlers van uw waarheid, schuilplaats in de wildernis, huis waarin uw vrede is.
Gezang 476: 4 en 5 5 Levensvorst, U loven de geslachten, en tot uw verborgen tijd blijft de bruid uw wederkomst verwachten, 't einde van haar bange strijd. Houd haar waakzaam; doe haar, 't hoofd geheven,
Gezang 476: 4 en 5 uit die hoge heilsverwachting leven, tot zij op de jongste dag, met U triumferen mag.
Zegen, door de gemeente te beantwoorden met:
Een goede week toegewenst!