Zondag 10 november 2013 middagdienst
Welkom in deze dienst. Voorganger: ds. J. van der Wal Ouderling: Egge Groenewold Organist: Krijn van Veen
Gezang 434: 1, 2 en 5 Psalm 149: 1 en 3 Psalm 56: 3 en 4 Psalm 118: 12 en 14 (o.b.) Gezang 90: 1 en 9 Gezang 297: 1 en 2 Zefanja 3
Het is weer tijd voor ‘actie schoenendoos’ Het is weer tijd voor ‘actie schoenendoos’. Helpt u ook dit jaar mee en denkt u aan de (deur)collecte volgende week?
Spreuk van de week: “Een goed mens laat ook een kleinkind een erfdeel na, een zondaar vergaart bezit voor een rechtvaardige.” (Spreuken 13: 22)
Welkom en mededelingen
Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere. Gezang 434: 1, 2 en 5 Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere. Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren. Komt allen saam, psalmzingt de heilige naam, looft al wat ademt de Here.
Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven; Gezang 434: 1, 2 en 5 Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven; heeft u in ’t licht als op adelaarsvleuglen geheven. Hij die u leidt, zodat uw hart zich verblijdt, Hij heeft zijn woord u gegeven.
Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen, Gezang 434: 1, 2 en 5 Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen, christenen looft Hem met Abrahams kinderen samen. Hart wees gerust, Hij is uw licht en uw lust. Alles wat ademt zegt: Amen.
Stil gebed Votum en groet Stil gebed Votum en groet
Halleluja! laat opgetogen een nieuw gezang den Heer verhogen. Psalm 149: 1 en 3 Halleluja! laat opgetogen een nieuw gezang den Heer verhogen. Laat allen die Gods naam belijden zich eensgezind verblijden. Volk van God, loof Hem die u schiep; Israël, dank Hem die u riep. Trek, Sion, in een blijde stoet uw Koning tegemoet.
De Heer gedenkt in gunst de zijnen. Psalm 149: 1 en 3 De Heer gedenkt in gunst de zijnen. Hij kroont de zwakken en de kleinen. Hij kent de stillen in den lande, het heil is nu ophanden. Weest verheugd, die den Heer verbeidt, nu Hij komt en u zelf bevrijdt. Prijst dan zijn naam bij dag en nacht en roemt zijn grote macht.
Gebed Gebed
We lezen nu uit de Herziene Statenvertaling Zefanja 3.
Het oordeel over Jeruzalem 3 1 Wee de rebelse, de besmette, Zefanja 3 Het oordeel over Jeruzalem 3 1 Wee de rebelse, de besmette, de stad die onderdrukt! 2 Zij luistert niet naar de roepstem, geen vermaning aanvaardt zij. Op de HEERE vertrouwt zij niet, tot haar God nadert zij niet.
3 Haar vorsten zijn in haar midden brullende leeuwen. Zefanja 3 3 Haar vorsten zijn in haar midden brullende leeuwen. Haar rechters zijn avondwolven, die tegen de morgen niets meer te knagen hebben. 4 Haar profeten zijn lichtzinnig, mannen vol trouweloosheid. Haar priesters ontheiligen het heilige, zij doen de wet geweld aan.
5 De rechtvaardige HEERE is in haar midden, Hij doet geen onrecht. Zefanja 3 5 De rechtvaardige HEERE is in haar midden, Hij doet geen onrecht. Elke morgen brengt Hij Zijn recht aan het licht, er ontbreekt niets aan. Maar wie onrecht doet, kent geen schaamte.
6 Ik heb heidenvolken uitgeroeid, hun hoektorens zijn verwoest. Zefanja 3 6 Ik heb heidenvolken uitgeroeid, hun hoektorens zijn verwoest. Ik heb hun straten leeggemaakt, niemand trekt er nog doorheen. Hun steden liggen in puin; er is niemand meer, geen enkele inwoner.
7 Ik zei: Nu zult U Mij zeker vrezen, u zult de vermaning aanvaarden, Zefanja 3 7 Ik zei: Nu zult U Mij zeker vrezen, u zult de vermaning aanvaarden, opdat haar woning niet uitgeroeid zou worden, hoe Ik haar ook gestraft zou hebben. Toch waren zij er vroeg bij, zij hebben totaal verderfelijk gehandeld.
8 Daarom, verwacht Mij, spreekt de HEERE, Zefanja 3 8 Daarom, verwacht Mij, spreekt de HEERE, op de dag dat Ik opsta om buit te halen, want Mijn oordeel is de heidenvolken te verzamelen, de koninkrijken bijeen te brengen, om over hen Mijn gramschap uit te storten, heel Mijn brandende toorn. Want door het vuur van Mijn na-ijver zal heel dit land verteerd worden.
9 Voorzeker, dan zal Ik bij de volken Zefanja 3 Heil na het oordeel 9 Voorzeker, dan zal Ik bij de volken de lippen veranderen in reine lippen, zodat zij allen de Naam van de HEERE zullen aanroepen, om Hem schouder aan schouder te dienen. 10 Van over de rivieren van Cusj zullen zij die vurig tot Mij bidden, het volk, overal door Mij verspreid, Mijn offer brengen.
zult u niet beschaamd zijn over al uw daden Zefanja 3 11 Op die dag zult u niet beschaamd zijn over al uw daden waarmee u tegen Mij in opstand kwam, want dan zal Ik hen uit uw midden wegdoen die uitgelaten zijn over uw hoogmoed. Voortaan zult u zich niet meer verheffen omwille van Mijn heilige berg.
12 Maar Ik zal in uw midden doen overblijven een ellendig en arm volk. Zefanja 3 12 Maar Ik zal in uw midden doen overblijven een ellendig en arm volk. Zij zullen op de Naam van de HEERE vertrouwen.
13 Het overblijfsel van Israël zal geen onrecht doen Zefanja 3 13 Het overblijfsel van Israël zal geen onrecht doen en geen leugen spreken, en in hun mond zal niet gevonden worden een tong die bedriegt. Ja, zij zullen weiden en neerliggen, en niemand zal hun schrik aanjagen.
14 Zing vrolijk, dochter van Sion! Juich, Israël! Zefanja 3 14 Zing vrolijk, dochter van Sion! Juich, Israël! Wees blij en spring op van vreugde met heel uw hart, dochter van Jeruzalem! 15 De HEERE heeft uw oordelen weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd. De Koning van Israël, de HEERE, is in uw midden: u zult geen kwaad meer zien.
16 Op die dag zal tegen Jeruzalem gezegd worden: Zefanja 3 16 Op die dag zal tegen Jeruzalem gezegd worden: Wees niet bevreesd, Sion! Verlies de moed niet. 17 De HEERE, uw God, is in uw midden, een Held, Die verlossen zal. Hij zal Zich over u verheugen met blijdschap. Hij zal zwijgen in Zijn liefde. Hij zal Zich over u verblijden met gejuich.
18 Wie bedroefd zijn vanwege de samenkomst Zefanja 3 18 Wie bedroefd zijn vanwege de samenkomst zal Ik verzamelen, zij zijn uit u; de smaad drukt als een last op hen. 19 Zie, in die tijd ga Ik optreden tegen al uw verdrukkers. Ik zal verlossen wie mank gaat, bijeenbrengen wie verdreven is. Ik zal hen maken tot lof en tot een naam in heel het land waar zij beschaamd waren.
20 In die tijd zal Ik u hierheen brengen, Zefanja 3 20 In die tijd zal Ik u hierheen brengen, namelijk in de tijd dat Ik u zal bijeenbrengen. Voorzeker, Ik zal u maken tot een naam en tot lof onder alle volken van de aarde, wanneer Ik voor uw ogen een omkeer in uw gevangenschap breng, zegt de HEERE.
Gij hebt mijn omzwerving te boek gesteld Psalm 56: 3 en 4 Gij hebt mijn omzwerving te boek gesteld en al de tranen, in mijn oog geweld, bijeengegaard en in uw boek geteld: alles ligt voor U open. Geprezen zij Gods woord dat mij deed hopen! Mijn vijanden zijn haastig afgedropen. Wat zou een mens mij doen als ik kan roepen: De Here is mijn held!
Geloften heb ik toegezegd, mijn God, Psalm 56: 3 en 4 Geloften heb ik toegezegd, mijn God, U die van aanstoot hebt verlost mijn voet, laat mij nu voor de redding van de dood lofoffers U betalen. Geprezen zijt Gij, HEER, die telkenmale de zon van uw gelaat voor mij deed stralen, dat ik mag wandelen en ademhalen in ’t licht dat leven doet!
Preek Preek
Dit is de dag, de roem der dagen, Dien Isrels God geheiligd heeft. Psalm 118: 12 en 14 (o.b.) Dit is de dag, de roem der dagen, Dien Isrels God geheiligd heeft. Laat ons verheugd, van zorg ontslagen, Hem roemen, die ons blijdschap geeft. Och Heer, geef thans Uw zegeningen; Och Heer, geef heil op dezen dag; Och, dat men op deez' eerstelingen Een rijken oogst van voorspoed zag.
Gij zijt mijn God, U zal ik loven, Verhogen Uwe majesteit. Psalm 118: 12 en 14 (o.b.) Gij zijt mijn God, U zal ik loven, Verhogen Uwe majesteit. Mijn God, niets gaat Uw roem te boven; U prijz’ ik tot in eeuwigheid. Laat ieder ’s Heren goedheid loven, Want goed is d’ Oppermajesteit: Zijn goedheid gaat het al te boven; Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!
Gebeden Gebeden
Er zal nu worden gecollecteerd. De collecten zijn bestemd voor: Emeritikas Kerk
Is God de Heer maar voor mij, wat zou mij tegen zijn? Gezang 90: 1 en 9 Is God de Heer maar voor mij, wat zou mij tegen zijn? Ik roep: ach Here, hoor mij! en wat mij kwelt wordt klein. al heeft zich ook verheven de macht van hel en dood, ik heb voor heel mijn leven in God mijn bondgenoot.
Al tonen zich verbolgen de groten van de tijd, Gezang 90: 1 en 9 Wat er mij ook gebeure, in eeuwigheid zijt Gij, en wat ter wereld, Here, zou scheiden U en mij? Al tonen zich verbolgen de groten van de tijd, geen honger of vervolging, niets dat mij van U scheidt.
zijn eniggeboren zoon, onze Heer, Geloofsbelijdenis Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde. En in Jezus Christus, zijn eniggeboren zoon, onze Heer, die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, …
is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in de hel, Geloofsbelijdenis is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in de hel, op de derde dag opgestaan uit de doden, opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden. …
Ik geloof in de Heilige Geest; ik geloof een heilige, katholieke, Geloofsbelijdenis Ik geloof in de Heilige Geest; ik geloof een heilige, katholieke, christelijke kerk, de gemeenschap van de heiligen; vergeving van de zonden, de opstanding van het lichaam en een eeuwig leven. Amen.
Toch overwint eens de genade, en maakt een einde aan de nacht. Gezang 297: 1 en 2 Toch overwint eens de genade, en maakt een einde aan de nacht. Dan onderwerpt de Heer het kwade, dan is de strijd des doods volbracht. De wereld treedt in ’s Vaders licht, verheerlijkt voor zijn aangezicht.
O welk een vreugde zal het wezen, als Hem elk volk is toegedaan. Gezang 297: 1 en 2 O welk een vreugde zal het wezen, als Hem elk volk is toegedaan. Uit aard’ en hemel opgerezen, vangt dan het nieuwe loflied aan, als ieder voor de Heer zich buigt en aller stem Gods lof getuigt.
Zegen, door de gemeente te beantwoorden met:
Wel thuis en een goede week gewenst.