“Ja, maar dat is gewoon mijn mening!”

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Lesgeven over duurzame ontwikkeling
Advertisements

Startbijeenkomst Leren Leren in een professionele oefencultuur
Onderzoek eigen regio en geografische werkwijzen
Leer de namen van de noten 1
Sociaal emotionele ontwikkeling en groepsgedrag
EDO in het basisonderwijs Educatie voor Duurzame Ontwikkeling in het onderwijs Brussel, 20 januari 2009 Marleen Wouters, Departement Onderwijs en Vorming.
Arjen Scholten, BSA Kees Broekhof, Sardes
Hogere denkvaardigheden
Vraag 1: Welk onderwijstype volgt uw kind? Vraag 2: In welk jaar zit uw kind?
Voorstelling van mijn werk. Als verantwoordelijke van Fondation Baska.
| S turen Betere resultaten door docent-student voortgangsinteractie Projectleider Ellen Zillig-Straatman M eten A nalyseren I nformeren.
het doorstroomrelevant beoordelen van het profielwerkstuk
Lijn in NLT ? Henriette Kok Baukje Lobregt
Lesgeven over duurzame ontwikkeling
Management en Organisatie
Loopbaangesprekken 11 december 2012.
Leer de namen van de noten 2
WISKUNDIGE FORMULES.
LVB en Verslaving Samenwerken, het kan! Lisette Bloemendaal
Toetsen en leerlijnen in nieuwe scheikunde
Suïcide Dagelijks sterven in Vlaanderen drie mensen door zelfdoding Minstens éénmaal per week pleegt een leerling zelfmoord.
Algebra en tellen Subdomein B1: Rekenen en algebra
Het CE wiskunde C Ruud Stolwijk Toetsdeskundige wiskunde bij Cito
Bijeenkomst 8 Summatieve toetsing
Kunnen we leren kiezen? Jan Bransen Alumnidag 2006.
TUDelft Knowledge Based Systems Group Zuidplantsoen BZ Delft, The Netherlands Caspar Treijtel Multi-agent Stratego.
Hoofdstuk 12 Conflicthantering
Hoofdstuk 8 Plannen en doelen stellen
Hoofdstuk 2 Het onderzoeksonderwerp formuleren en verduidelijken Methoden en technieken van onderzoek, 5e editie, Mark Saunders, Philip Lewis, Adrian.
Onderzoek doen in de eigen praktijk: op zoek naar een onderzoeksvraag en werkhypothese Workshop conferentie Lessen uit onderzoek 28 januari 2010 Els Kuiper.
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Structuur 1. Over netwerken tussen hulpverleningsorganisaties
Hoofdstuk 11 Effectief problemen oplossen
Hoofdstuk 13 Conflicthantering
Hoofdstuk 8 Plannen en doelen stellen
Dyscalculiebeleid in de praktijk:
Normal birth: what’s the question?.
Wanneer én hoe moet uw leerling aan de reken- en taleneisen voldoen?
Voorlichting VMBO- 4 PTA -examenjaar- 06 oktober 2009.
Academische vaardigheden - C1.5
Opleiding Brandveiligheidsadviseur
Toetsen & Toetsen 16 november Toetsen & Beoordelen Na deze ochtend 1- Weet je wat een effectieve en gefundeerde toetsconstructie is 2- Weet je.
Wat willen we vandaag doen?
Handelingsgericht werken
Inleiding In deze diavoorstelling kan je meer lezen over de inhoud van het boek ‘Mama, mijn buik doet pijn! Kinderen met buikpijn helpen.’ Alle besproken.
Ondersteuningstoewijzing Studieochtend SWV PO RiBA 24 januari
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
1 Amsterdam, april 2005 Drs. Frits Spangenberg Rotary Extern imago.
De zin van een SOP 14 oktober 2014 Dick Rasenberg.
Morele ontwikkeling en opvoeding
Kennis verbreden en verdiepen
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
Cultuurprofieldoelen;
Stichting Visible Results
Strategisch belang van de internaten en opvangcentra GO!
Presentatie audit SDV Inhoud handleiding audit. Presentatie audit SDV Vorm: De opleiding maakt een portfolio waarin zij laat zien dat ze voldoet aan de.
Lezen: doe het goed voor
Kritisch denken ‘vertaald’
Verschillende rollen en stijlen
Bijeenkomst September 2015
Van praktijk naar theorie: de aanpak van Dilemma.
VAD bijeenkomst 1.5. Inhoud VAD bijeenkomst Welkom, mededelingen, terugblik vorige week didactische ervaringen uit de praktijk 2. Opdracht Stille.
Bijeenkomst 3.  Welkom en vragen  Terugblik thema  Doelen  Verwerken van het huiswerk  Leerdoelen formuleren  Taxonomie van Bloom  Huiswerk.
Praktisch werk effectiever maken Tekst: Henny Kramers-Pals.
Differentiatie.
Mysteriespel: De moord op Willem van Oranje
Vragen, wat voor vragen?.
Toelichting bij ''Backward designing'' uit de kennisbank
Vakdidactiek EP 2 bijeenkomst 2
FORMULEREN VAN LEERDOELEN
Transcript van de presentatie:

“Ja, maar dat is gewoon mijn mening!”

De centrale vraag Waar moet een goed beargumenteerde mening over het oplossen van maatschappelijke problemen aan voldoen?

Programma Doel van de workshop: gezamenlijk een idee krijgen van de didactische problemen en nadenken over praktische oplossingen. Deel 1: 4 (didactische) problemen bij meningsvorming Deel 2: het maken van een antwoordmodel voor meningsvragen Deel 3: het testen van het gemaakte antwoordmodel

Wat willen we ze eigenlijk precies leren? Probleem 1: Wat willen we ze eigenlijk precies leren?

Oordeelsvermogen (meningsvorming) De kandidaat kan concrete maatschappelijke vraagstukken/problemen analyseren en daarbij een eigen standpunt beargumenteren ten aanzien van aspecten van dit maatschappelijk vraagstuk/probleem (domein A: vaardigheden)

het nieuwe programma MaW HAVO+VWO De kandidaat kan informatie verwerken en daaruit beredeneerde conclusies trekken (vwo): Hij kan een beredeneerd standpunt innemen en dit standpunt relateren aan verworven informatie.

Probleem 2: Zijn kinderen van middelbare schoolleeftijd wel cognitief en/of moreel in staat om een goed beargumenteerde mening te formuleren?

Wat willen we dat leerlingen bij oordeelsvermogen kunnen? De taxonomie van Bloom

Veel voorkomende hogere denkvaardigheden bij maatschappijleer: Om dit doel te bereiken moeten leerlingen dus zogenaamde hogere denkvaardigheden beheersen Veel voorkomende hogere denkvaardigheden bij maatschappijleer: Vergelijken Classificeren Causaal redeneren Maar: deze denkvaardigheden bevinden zich allemaal op analyse-niveau, niet op evaluatie-niveau (Bloom)

De (structuur-)stadia van morele ontwikkeling (Kohlberg) Morele autonomie (hoogst haalbare) ca. 15-19 jaar ca. 13-16 jaar ca. 8-14 jaar

Hypotheses van Kohlberg Morele groei voltrekt zich door een stapsgewijze ontwikkeling door de verschillende stadia naar morele autonomie (hypothese is bevestigd door onderzoek in verschillende landen) Morele groei kan het beste plaatsvinden in ‘open-societies’ (er lijkt aanleiding te zijn dat deze hypothese klopt (‘tentative support’)) Morele autonomie leidt tot waarde-gedreven gedrag (wisselend bewijs)

Meer over deze problematiek

Probleem 3: Áls leerlingen de denkvaardigheid voor de hogere moraal zouden moeten kunnen beheersen, hoe leren we ze dat dan aan?

Nog weinig over bekend. Algemeen: De didactiek Nog weinig over bekend. Algemeen: veel werken met waardendilemma’s in allerlei discussievormen. Colby et al: Noodzaak voor het creëren van een veilige omgeving voor open uitwisseling (open enquiry) langs academische criteria als rationele procedures, afweging, falsificatie, et cetera.

Hoe meten we of kinderen hogere denkvaardigheden beheersen? Probleem 4: Hoe meten we of kinderen hogere denkvaardigheden beheersen? Valkuil: waardevol vinden wat toetsbaar is in plaats van toetsen wat waardevol is

Dus: We vinden het belangrijk dat leerlingen een goed beargumenteerde mening over maatschappelijke problemen hebben, maar: wat onder goed verstaan wordt is, niet duidelijk we weten in de praktijk niet of leerlingen een zeker (gewenst?) cognitief/moreel niveau aankunnen er is nog weinig bekend over het effectief aanleren van evaluatieve denkvaardigheden evaluatieve denkvaardigheden zijn moeilijk te meten (en dus moeilijk te toetsen)

Voorbeeld van een manier om het helder te krijgen Onder-delen van een goede mening Het is niet voldoende als een leerling Het is ok als een leerling Het is goed als een leerling Het is uitmuntend als een leerling Punten Feiten? geen feit noemt of irrelevante feiten noemt een feit noemt dat de mening illustreert een feit noemt dat de mening ondersteunt een feit noemt dat de mening bewijst Max. 4 ………..

Hoever ik nu ben gekomen … Onderdelen van een goede mening Het is niet voldoende als een leerling Het is ok als een leerling Het is goed als een leerling Het is uitmuntend als een leerling Punten Feiten geen feit noemt of irrelevante feiten noemt een feit noemt dat de mening illustreert een feit noemt dat de mening ondersteunt een feit noemt dat de mening bewijst Max. 4 ……….. Waarden geen waarde noemt een passende waarde noemt, maar het verband met het argument niet legt een passende waarde noemt en het verband met het argument legt meerdere waarden noemt en die in verband brengt met het argument Afweging alleen één kant van de discussie noemt beide kanten van de discussie noemt beide kanten van de discussie noemt, maar onevenwichtig beide kanten van de discussie evenwichtig noemt Eindcijfer Max. 12

“Ja, maar dat is gewoon mijn mening!”