Welkom 3e Lijdenszondag 2015
Vrouwen: Gethsémane, die nacht moest eenmaal komen Vrouwen: Gethsémane, die nacht moest eenmaal komen. De Heiland heeft bewust die weg genomen. Hij laat Zijn doel niet los, wijkt niet terzijde, aanvaardt het lijden. Gezang 180:1,2,3,4,5,6,7
Mannen: Hoe dichtbij is de hof, waar Gij gewaakt hebt; verstaanbaar is de klacht, die Gij geslaakt hebt. Nog leeft de haat, die U kwam overvallen: zo zijn wij allen. Gezang 180:1,2,3,4,5,6,7
Vrouwen: Wie heeft gewaakt van die het naaste stonden Vrouwen: Wie heeft gewaakt van die het naaste stonden? Hij heeft hen driemaal slapende gevonden. hij ging terug en heeft alleen geleden, eenzaam gebeden: Gezang 180:1,2,3,4,5,6,7
Mannen: Laat Vader, deze beker Mij voorbijgaan; waar zijn de eng'len die Mij kunnen bijstaan? Maar, zo Ik niet dit lijden mag ontvlieden, Uw wil geschiede. Gezang 180:1,2,3,4,5,6,7
Vrouwen: Altijd zal Jezus weer in doodsstrijd wezen, tot aan het eind der wereld moet Hij vrezen, Zijn eigen jongeren in slaap te ontdekken. Wat zou hen wekken? Gezang 180:1,2,3,4,5,6,7
Mannen: In angst en tranen werd Zijn strijd gestreden Mannen: In angst en tranen werd Zijn strijd gestreden. Toen kon Hij toebereid naar voren treden. De duisternis kon, wat zij mocht verzinnen, Hem niet verwinnen. Gezang 180:1,2,3,4,5,6,7
Allen: Hier zijn wij, Heer’, een afgeweken schare, wij, die zo zorgeloos, zo ontrouw waren. Verander ons en reinig onze harten, o Man van smarten! Gezang 180:1,2,3,4,5,6,7
Ik dank U, Heer voor wat U deed. Dat U vrijwillig voor mij leed Ik dank U, Heer voor wat U deed. Dat U vrijwillig voor mij leed. U bracht het heil voor ons op aard. Ik breng U dank. U bent het waard.
U was bij ons en brak het brood, sprak over leven en de dood U was bij ons en brak het brood, sprak over leven en de dood. Met droeve blik keek U ons aan. Toen zijn wij naar de hof gegaan.
Ik dank U, Heer voor wat U deed. Dat U vrijwillig voor mij leed Ik dank U, Heer voor wat U deed. Dat U vrijwillig voor mij leed. U bracht het heil voor ons op aard. Ik breng U dank. U bent het waard.
Daar in de hof was U het moe, toch streed U door tot tranen toe Daar in de hof was U het moe, toch streed U door tot tranen toe. U bad drie maal: Ik kan het niet… Geef Mij Uw kracht, Uw wil geschied’
Ik dank U, Heer voor wat U deed. Dat U vrijwillig voor mij leed Ik dank U, Heer voor wat U deed. Dat U vrijwillig voor mij leed. U bracht het heil voor ons op aard. Ik breng U dank. U bent het waard.