Coderen
Bronnen Boeije, H. (2005). Analyseren in kwalitatief onderzoek. Den Haag: Boom. Bryman, A. (2012). Social research methods (4th edition ed.). Oxford: Oxford University Press. http://www.kwalon.nl/
Strategieen voor kwalitatieve data-analyse Analytische inductie Grounded theory: Theoretical sampling Coding Verzadiging Constant vergelijking theorie - data Iteratief, dus ook methode van dataverzameling
Drie typen codering Open Axiaal Selectief Alternatief: Initieel coderen Gefocussed coderen
Open coderen
Open coderen Alle gegevens lezen en in fragmenten indelen. Fragmenten labelen en onderling vergelijken. Fragmenten die over hetzelfde gaan moeten dezelfde code krijgen. Er zijn beschrijvende en interpreterende (het verhaal achter de feiten) codes. 50 tot 200 codes, waarvan 10 tot 20 hoofdcodes. Een fragment kan op meerdere manieren gecodeerd worden. Fase van open coderen wordt beëindigd als er geen nieuwe codes meer nodig zijn. Vooral aan het begin van het onderzoek. Resultaat: lijst met codes. Doel: ontwikkeling begrippenkader dat onderzoeksmateriaal dekt. Hiermee begin het theoretiseren.
Axiaal coderen
Axiaal coderen Betekenis van begrippen wordt achterhaald. Vanuit code naar gegevens redeneren. Stappen: Dekken ontwikkelde codes de data af? Creëer eventueel nieuwe codes. Ga na of fragmenten goed zijn gecodeerd. Bepaal welke code het meest geschikt is als er synoniemen zijn. Maak clusters van codes door hoofdcodes van subcodes te onderscheiden Ga na of een categorie voldoende gedetailleerd is beschreven op basis van de fragmenten Splits codes indien nodig, of voeg ze samen. Doel: Belangrijke en minder belangrijke elementen onderscheiden Datareductie
Selectief coderen
Selectief coderen Doel: verder structuur aanbrengen. Theorieën en veronderstellingen worden gevormd. Nodig: theoretische sensitiviteit. Houd probleemstelling in het oog
Alternatief Initieel coderen: zeer gedetailleerd Gefocused coderen: nadruk op meest voorkomende codes en meest relevante codes.
Varianten Thematische analyse Narratieve analyse