Duurzame innovatie leiderschap en maatschappelijke legitimatie Inleiding door Leo Lenssen Boardroom 21 januari 2010
Leiderschap in het publieke domein Innovatie en externe legitimering Innovatie en de kenmerken van de onderwijsorganisatie Onderwijskundig leiderschap
Innovatie als strategische opdracht voor schoolleiders betreft de continuïteit van de organisatie in relatie tot vraagstukken van de samenleving; is ingrijpend van aard; raakt uiteindelijk alle niveaus van de organisatie: bestuur, bedrijfsvoering, primair proces.
Innovatie hoe maak je gebruik van je omgeving om innovatie te realiseren? Innovaties die structureel afhankelijk zijn van extra middelen, zijn overbodig Innovaties moeten leiden tot hogere prestaties tegen minstens gelijke kosten.
Wat gedragspatronen van de innovatieve bestuurder zoekt naar de betekenis van de school voor de omgeving ( want dan gaat de omgeving zich ook afvragen: wat kunnen wij voor die school betekenen?) vraagt: waar zitten mijn partners? kiest actief neemt risico’s legt verantwoording af en vraagt om reactie heeft antennes en geeft adequaat antwoord (adaptief en responsief )
Innovatie Op welke maatschappelijke vraag, op welk maatschappelijk probleem wil onze school een antwoord zijn? Ofwel: wat moet onze toegevoegde waarde zijn? (Legitimiteit.) Casus: urennorm, schoolboeken, uitval, actieplan LeerKracht.
Innovatiedilemma’s als oppositieketen en de kern van het publieke debat 1.Kwaliteit versus vernieuwing 2.Vernieuwing versus duurzaamheid 3.Duurzaamheid versus destructie 4.Destructie versus organisatie 5.Organisatie versus omgeving 6.Omgeving versus kwaliteit
Innovatie en cybernetica Cybernetica: besturen van complexe systemen Adaptiviteit = variabiliteit In een open omgeving kunnen open systemen alleen overleven door optimale variabiliteit. Succesvolle systemen zijn variabel en daardoor adaptief.
Dubbele innovatie- opdracht Onderwijs als open systeem: toegerust met een maximum aan variabiliteit. De mens als open systeem: toegerust met een maximum aan adaptieve eigenschappen.
Over innoveren Innovatie is de invoering van iets nieuws (Van Dale). Een innovatie is een nieuw product (dienst) dat echt onderscheidend is voor klanten en dat voldoet aan de rendementseisen van de onderneming. Innovatie is het slim en marktgericht combineren van bestaande en nieuwe technologie. Maar vooral: innovatie is transformatie en geen reorganisatie.
Innovatie en onderwijs Positieve invloed op innovatie: Externe oriëntatie; Tolerantie afwijkend gedrag; Improviserende managementstijl; Delegerend leiderschap; Heterogene cultuur en identiteit; Complexiteit en uitwisselbaarheid van taken; Doelgroepgerichte basisorganisatie; Weinig hiërarchie.
Innovatie en randvoorwaarden zorg voor rafelranden, schemergebieden, vrijplaatsen; plekken en situaties waarin mensen creatief gedijen bevorder innovatieve incidenten en accepteer risico’s innoveren komt voort uit tegendraads denken en bijbehorend gedrag broedplaatsen van innovaties moeten zijn ingebed in een omgeving die daar responsief mee om kan gaan. accepteer verschillen als standaard
Welke betekenis heeft dit voor uw opvattingen over het leiden van uw organisatie en innovatie? 1. Waar voelt u zich het beste bij? 2. Welk aangrijpingspunt is voor u essentieel? 3. In welk opzicht wilt u het verschil betekenen? Bij wijze van voorbeeld: de Netwerkschool (