Welkom in deze middagdienst! Voorganger is ds. H. de Bruijne
Welkom en mededelingen
Toen God de HEER uit 's vijands macht Sions gevangnen wederbracht Psalm 126: 1, 2, 3 Toen God de HEER uit 's vijands macht Sions gevangnen wederbracht en ons verlost' uit nood en pijn, scheen het een blijde droom te zijn. Wij lachten, juichten, onze tongen verhieven 's HEREN naam en zongen. Toen hieven zelfs de heidnen aan: "De HEER heeft hun wat groots gedaan".
Gij hebt, o HEER, ons bijgestaan en grote dingen ons gedaan. Psalm 126: 1, 2, 3 Gij hebt, o HEER, ons bijgestaan en grote dingen ons gedaan. Gij hebt uw stad opnieuw gesticht, wij juichen in het morgenlicht. Laat alle ballingen nu keren en juichen in het huis des HEREN. Wend thans ons lot, maak ons verblijd als steppen in de regentijd.
Wat men hier nu met tranen zaait, wordt eenmaal met gejuich gemaaid. Psalm 126: 1, 2, 3 Wat men hier nu met tranen zaait, wordt eenmaal met gejuich gemaaid. Wie 't zaad draagt dat hij zaaien zal, gaat wenend voort en zaait het al. Maar bij het feest der eerstelingen zal hij verheugd het oogstlied zingen. Dan keert hij weer te goeder uur en draagt zijn schoven in de schuur.
Stil gebed, votum en groet
U loof ik, Heer, met hart en ziel, in eerbied kniel / ik voor U neder. Psalm 138: 1, 2, 3, 4 U loof ik, Heer, met hart en ziel, in eerbied kniel / ik voor U neder. Ja, in de tegenwoordigheid der goden wijd / ik U mijn beden. Naar 't heiligdom waar Gij vertoeft hef ik het hoofd, / ik zal U prijzen. Gij zult, o Here, wijd en zijd uw heerlijkheid / en trouw bewijzen.
Ten dage dat ik riep hebt Gij gehoord naar mij / en kracht gegeven. Psalm 138: 1, 2, 3, 4 Ten dage dat ik riep hebt Gij gehoord naar mij / en kracht gegeven. Als ik welhaast ten offer viel, hebt Gij mijn ziel / weer doen herleven. Al wat op aarde macht bezit, eenmaal aanbidt / het U, o HERE! Als Gij hun 't woord van uw verbond met eigen mond / hebt willen leren.
Dan zingen zij, in God verblijd, aan Hem gewijd, / van 's HEREN wegen. Psalm 138: 1, 2, 3, 4 Dan zingen zij, in God verblijd, aan Hem gewijd, / van 's HEREN wegen. Groot is des HEREN heerlijkheid, zijn majesteit / ten top gestegen. Hij slaat, ofschoon oneindig hoog, op hen het oog / die needrig knielen. Maar ziet van ver met gramschap aan de eigenwaan / van trotse zielen.
Als ik, omringd door tegenspoed, Psalm 138: 1, 2, 3, 4 Als ik, omringd door tegenspoed, bezwijken moet, / schenkt Gij mij leven. Wanneer mijn vijands toorn ontbrandt,uw rechterhand / zal redding geven. De HEER is zo getrouw als sterk, Hij zal zijn werk / voor mij voleinden. Verlaat niet wat uw hand begon, o Levensbron, / wil bijstand zenden.
Gebed
Schriftlezing: Romeinen 8:1 – 11 (HSV)
1 Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. 2 Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood. 3 Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan:
Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees, 4 opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. 5 Immers, zij die naar het vlees zijn, bedenken de dingen van het vlees, maar zij die naar de Geest zijn,
de dingen van de Geest. 6 Want het bedenken van het vlees is de dood, maar het bedenken van de Geest is leven en vrede. 7 Immers, het denken van het vlees is vijandschap tegen God. Het onderwerpt zich namelijk niet aan de wet van God, want het kan dat ook niet. 8 En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen.
9 Maar u bent niet in het vlees, maar in de Geest, wanneer althans de Geest van God in u woont. Maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die is niet van Hem. 10 Als Christus echter in u is, dan is het lichaam wel dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid.
11 En als de Geest van Hem Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zal Hij Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, Die in u woont.
Lied: “Driemaal troost” 1, 2, 3, 4 melodie: Ps. 103 Loof God, die mij, al wat ik heb misdreven om Christus’ wil genadig wil vergeven, daar Hij voor mij gerechtigheid verwierf. Hij wil mijn zonden nimmermeer gedenken, maar uit genade mij vergeving schenken, omdat zijn Zoon ook voor mijn zonden stierf.
Lied: “Driemaal troost” 1, 2, 3, 4 melodie: Ps. 103 God ziet mij aan, hoezeer ik ben verloren, geneigd tot zonde sinds ik werd geboren: een aard waarmee ik heel mijn leven strijd. Ik hoef in zijn gericht niet om te komen, want Christus heeft mijn schuld op Zich genomen, o troost zo groot, reeds hier in deze tijd.
Lied: “Driemaal troost” 1, 2, 3, 4 melodie: Ps. 103 Wanneer ik sterf, dan word ik opgenomen en mag mijn ziel direct bij Christus komen, bij Hem, haar Hoofd, bij Hem, haar Bruidegom. Eens zal mijn lichaam, uit het graf herrezen, gelijk aan zijn verheerlijkt lichaam wezen, o troost zo groot, wanneer ik bij Hem kom.
Lied: “Driemaal troost” 1, 2, 3, 4 melodie: Ps. 103 Reeds nu voel ik de vreugd van eeuwig leven, een voorsmaak dat mij eenmaal wordt gegeven, straks na mijn dood volkomen zaligheid. een zaligheid door niemand te bedenken, waarin ik eeuwig God mijn lof zal schenken: o troost zo groot, die blijft in eeuwigheid.
Preek
Lied: “Alleluja! Alleluja” 1, 2, 3, 4 Heffen wij ons hart en hoofd naar omhoog om blij te zingen: God zij dank, God zij geloofd! Zo diep aan het kruis vernederd, één met ons in diepste nood, Jezus Christus, is verschenen, is verrezen uit de dood!
Lied: “Alleluja! Alleluja” 1, 2, 3, 4 Christus, eerste van het leven dat God in ons groeien doet, als belofte ons gegeven: dat Hij komen zal voorgoed. Luisterend zullen wij rijpen fluisterend spreken wij af: in uw eeuwig licht ontstijgen wij de groeven van het graf.
Lied: “Alleluja! Alleluja” 1, 2, 3, 4 Nu wij met Hem zijn verrezen, zend uw liefde van omhoog: regen, dauw, glans van uw glorie, stralend als een regenboog. Geef ons wortels in de hemel om te groeien vrij en blij, vrucht te dragen hier op aarde, engelen aan onze zij.
Lied: “Alleluja! Alleluja” 1, 2, 3, 4 Glorie zij U hemelhoog: onze Vader, onze Vinder, die zo diep ons hart bewoog. Glorie zij uw Geest, de drijver van uw heilig liefdesvuur. Alleluja, alleluja, God drievuldig, God zo puur!
Gebeden
Collectes: Werelddiaconaat Kerk Dorpsontwikkeling regio Mocuba in Mozambique Kerk
Werelddiaconaat – Regio Mocuba, Mozambique Samen met de bevolking wordt o.a. gekeken hoe de voedselzekerheid in de regio vergroot kan worden.
Werelddiaconaat – Regio Mocuba, Mozambique Onze hulp aan de kerken in Mozambique bij het uitvoeren van deze belangrijke diaconale taak is hard nodig. Helpt u mee?
Apostolische geloofsbelijdenis Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. En in Jezus Christus, zijnen eniggeboren Zoon, onze Here; die ontvangen is van de Heilge Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle; ten derden dage wederom opgestaan van de doden. Opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des almachtigen Vaders; vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest Ik geloof in de Heilige Geest. Ik geloof ene heilige, algemene, christelijke kerk de gemeenschap der heiligen vergeving der zonden; wederopstanding des vlezes; en een eeuwig leven. Amen
Zegen te beantwoorden met
Tot volgende week.