Zondag 20 mei 2012 morgendienst
Ouderling: E. Groenewold Organist: Krijn van Veen Welkom in deze dienst! Voorganger: ds. G. Vos van Assen Ouderling: E. Groenewold Organist: Krijn van Veen
Welkom en mededelingen Gezang 477 Stil gebed, votum en groet Orde van de dienst - 1 Welkom en mededelingen Gezang 477 Stil gebed, votum en groet Psalm 89: 1 Tien geboden Psalm 1: 2 Gebed Schriftlezing: Ezechiël 47: 1 – 12 Schriftberijming 1: 2 en 4
Schriftlezing: Openbaring 22: 1 – 5 Orde van de dienst - 2 Schriftlezing: Openbaring 22: 1 – 5 De kinderen gaan naar de bijbelklas Preek Psalm 92: 7 en 8 Gebeden De kinderen komen terug Collectes: Theol. Universiteit en kerk Gezang 448: 1 en 4 Zegen
Welkom en mededelingen
Gezang 477: 1 en 2 Geest van hierboven, leer ons geloven, hopen, liefhebben door uw kracht! Hemelse Vrede,/deel U nu mede aan een wereld die U verwacht! Wij mogen zingen / van grote dingen, als wij ontvangen / al ons verlangen, met Christus opgestaan. Halleluja!
Eeuwigheidsleven zal Hij ons geven, als wij herboren Hem toebehoren, die ons is voorgegaan. Halleluja!
Gezang 477: 1 en 2 Wat kan ons schaden, wat van U scheiden, Liefde die ons hebt liefgehad? Niets is ten kwade,/ wat wij ook lijden, Gij houdt ons bij de hand gevat. Gij hebt de zege / voor ons verkregen, Gij zult op aarde / de macht aanvaarden en onze koning zijn. Halleluja!
Gij, onze Here, doet triomferen die naar U heten en in U weten, dat wij Gods zonen zijn. Halleluja!
Stil gebed Votum en groet
Psalm 89:1 Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied des Heren milde gunst, het werk aan ons geschied. Mijn mond verkondigt, Heer, aan komende geslachten hoe Gij uw trouw betoont aan hen die U verwachten.
Uw goedertierenheid rijst op en gaat zich welven, een altijd veilig huis, vast als de hemel zelve.
Geboden
Psalm 1: 2 Hij is een groene boom die staat geplant waar waterbeken vloeien door het land. Zijn loof behoeft de droogte niet te duchten, te goeder tijd geeft hij zijn rijpe vruchten. Gezegend die zich aan Gods wetten voedt: het gaat hem wel in alles wat hij doet.
Gebed
(Herziene Statenvertaling) Schriftlezing 1 Ezechiël 47: 1 – 12 (Herziene Statenvertaling)
1 Daarna bracht Hij mij terug naar de ingang van het huis 1 Daarna bracht Hij mij terug naar de ingang van het huis. En zie, er stroomde water uit, van onder de drempel van het huis naar het oosten, want de voorkant van het huis lag naar het oosten. Het water stroomde naar beneden van onder de rechterzijde van het huis, ten zuiden van het altaar.
2 Vervolgens bracht Hij mij naar buiten via de noorderpoort en leidde mij buitenom rond naar de buitenpoort, in de richting die naar het oosten gekeerd is. En zie, uit de rechterzijde borrelde water.
3 Toen de Man naar het oosten naar buiten ging, was er een meetlint in zijn hand. Hij mat duizend el en liet mij door het water gaan: het water kwam tot de enkels. 4 Hij mat weer duizend el en liet mij door het water gaan: het water kwam tot de knieën. Toen mat Hij er weer duizend en liet mij erdoor gaan: het water kwam tot de heupen.
5 Nog eens mat Hij duizend el: het was een beek waar ik niet door kon gaan, want het water was heel hoog – water waar men alleen zwemmend door kon, een beek waar men anders niet door kon gaan. 6 Hij zei tegen mij: Hebt u het gezien, mensenkind? Toen leidde Hij mij en bracht mij terug naar de oever van de beek.
7 Toen ik teruggekeerd was, zie, bij de oever van de beek stonden zeer veel bomen, aan deze kant en aan de andere kant. 8 Hij zei tegen mij: Dit water stroomt weg naar het oostelijke gebied en stroomt in de Vlakte naar beneden en komt in de zee. In de zee uitgestort, wordt het water gezond.
9 Het zal gebeuren dat alle levende wezens die er wemelen, overal waar een van beide beken naartoe komt, zullen leven. Daar zal zeer veel vis zijn, omdat dit water daarheen komt, en alles waarheen deze beek komt, zal gezond worden en leven.
10 Verder zal het gebeuren dat er vissers langs zullen staan vanaf Engedi tot En-Eglaïm. Er zullen droogplaatsen voor sleepnetten zijn. Hun vis zal van elke soort zijn, zeer talrijk, zoals de vis in de Grote Zee. 11 Maar de moerassen ervan en de poelen ervan zullen niet gezond worden: ze zijn aan het zout prijsgegeven.
12 En langs de beek, langs de oever ervan, zullen aan deze kant en aan de andere kant allerlei vruchtbomen opkomen, waarvan het blad niet zal verwelken en waarvan de vrucht niet zal opraken.
Elke maand zullen ze nieuwe vruchten voortbrengen, want het water ervoor stroomt uit het heiligdom. De vrucht ervan zal tot voedsel dienen en het blad ervan tot genezing.
(naar Deuteronomium 6:4-9) Schriftberijming 1 (naar Deuteronomium 6:4-9) Melodie: gezang 288
Schriftberijming 1: 2 en 3 Laat voor dit woord des Heren uw hart een woning zijn; laat kinderen het leren, vertel het groot en klein; gij zult erover spreken alwaar gij zit of staat, het worde taal en teken alwaar gij komt of gaat.
Schriftberijming 1: 2 en 3 Gij zult het aan den lijve meedragen, op uw hand, het op uw voorhoofd schrijven, alom in stad en land, op poorten en op posten van deuren in uw huis. Looft God, o gij verlosten, looft God! Hij brengt u thuis!
(Herziene Statenvertaling) Schriftlezing 2 Openbaring 22: 1 – 5 (Herziene Statenvertaling)
1 En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam.
2 In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt – van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken.
3 En geen enkele vervloeking zal er meer zijn 3 En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen, 4 en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofd zijn.
5 En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid.
De kinderen gaan naar de bijbelklas De kinderen gaan naar de bijbelklas. Het verhaal gaat over Petrus in de gevangenis en zijn bevrijding.
Preek over Stromen van levend water: bron en richting.
De tempel volgens Ezechiël
staan bij de levensbron de nederige vromen. Psalm 92: 7 en 8 Zoals de cederbomen hoog op de Libanon, staan bij de levensbron de nederige vromen. Die in Gods huis geplant zijn, zij bloeien in Gods licht als palmen opgericht. Hun lot zal in zijn hand zijn.
Psalm 92: 7 en 8 Zij zullen vruchten dragen voor 's Heren heiligdom tot in hun ouderdom, tot in hun grijze dagen. Welsprekend is hun leven: God is hun heil, hun rots! Ik loof de daden Gods, zijn recht is hoog verheven.
Gebeden
De kinderen komen terug. Collectes: Theologische Universiteit Apeldoorn Kerk
Soms groet een licht van vreugde de christen als hij zingt: Gezang 448: 1 en 4 Soms groet een licht van vreugde de christen als hij zingt: de Heer is 't die met vleugels van liefde hem omringt. Loopt alles ons ook tegen, Hij zal ons 't goede doen, Hij geeft na donkre regen een mild en klaar seizoen.
Al zal geen wijnstok dragen, geen vijgenboom zijn vrucht, Gezang 448: 1 en 4 Al zal geen wijnstok dragen, geen vijgenboom zijn vrucht, al ligt het veld te klagen onder een lege lucht, God doet zijn hand toch open, zijn lof krijgt stem in mij. Daar ik op Hem mag hopen, ben ik alleen maar blij.
Zegen
Vanmiddag begint de dienst om 17 uur. Voorganger: ds. G. Vos