EVALUATIE CAMERABEWAKING OP OPENBARE PLAATSEN Voordracht van Tanguy le Goff Socioloog bij het Institut d’Aménagement et d’Urbanisme Ile-de- France Week.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Uitsluiting en discriminatie
Advertisements

Jongeren over politiek
Tevredenheids onderzoek Door Lizanne Jespers HBO-V studente Maart 2014
Uit liefde voor het vak… Onderwijs slim organiseren!!!
De zin en onzin van escrow
GfK Supermarktkengetallen
Het schoolwelbevinden van Brusselse scholieren
Veilig naar school een zorg voor ons allemaal
Werkgeversaansprakelijkheid
Woord van Leven Januari 2010.
Sociaal emotionele ontwikkeling en groepsgedrag
EDO in het basisonderwijs Educatie voor Duurzame Ontwikkeling in het onderwijs Brussel, 20 januari 2009 Marleen Wouters, Departement Onderwijs en Vorming.
Inkomen les 17 Begrippen & 81 t/ 84
Nieuwe begroting Wat & hoe.
Scholengroep Sint-Rembert februari 2011
Mr. Marleen van Berkom-Lindhout (Berenschot) Drs. Robert Capel (KplusV) 1 Benchmark Milieustraten Afvalconferentie ASL 16 juni 2011.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Hoe kun je Geloven? 1.
Start.
Hoofdstuk 2 De fundamenten van individueel gedrag
Hoofdstuk 2 De fundamenten van individueel gedrag
Randstad Werkmonitor state of mind arbeidsmarkt (werknemer perspectief) juli – augustus 2007 B
Beleving van kwaliteit en service in de fotovakhandel In opdracht van SNF/HBD Door Renske Wolfs.
Naar het Jaareinde toe
Beoordelen van docenten loont de moeite!
Visibility-based Probabilistic Roadmaps for Motion Planning Tim Schlechter 13 februari 2003.
Casuswerk Bachelor Maatschappelijke Veiligheid.
Auteurs artikel: Leontien M. van der Knaap & Stefan Bogaerts.
Autisme en intelligentie
H51 12 resolutie H51 PHOTOSHOP 1 audiovisueel centrum meise.
Politie DAMME POLITIE DAMME Stelt voor.... Politie DAMME alternatieve aanpak jeugdcriminaliteit.
De eerste bevindingen in de Regio’s Raak Jo Hermanns.
Gedrag in organisaties, 9e editie
Hoofdstuk 17 De organisatiecultuur bepalen en veranderen
12-1 Copyright © 2005 Prentice-Hall Hoofdstuk 13 Ontwikkeling en groei van mensen Managementvaardigheden, 2/e editie door Phillip L. Hunsaker Copyright.
Hoofdstuk 7 Anderen motiveren
Voorspellende analyse
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
1 juni 2010 Verdiepingsdag Toezicht Integraal Toezicht nu en in de toekomst.
Beschermde planten en dieren binnen omgevingsvergunning
Elektriciteit 1 Basisteksten
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les 7 27 t/m 37.
Hoofdstuk 4 Omgaan met stress en tijd
Hoofdstuk 7 Motiveren van medewerkers
Conflicten en onderhandelingen
Gedrag in organisaties, 10e editie
Camerabewaking/ Vidéosurveillance
Gardiens de la paix/ Gemeenschapswachten Week van de integrale veiligheid/ Semaine de la sécurité intégrale.
Goede tijden, slechte tijden
Wanneer heb je een echt, levend, geloof?
Wetenschapsfilosofie Werkcollege 2. Programma Opzet: 1. Vragen over het afgelopen hoorcollege 2. Vragen over de leesstof (studieboek en essay Popper uit.
Social media bij impulsis Huib Koeleman, augustus 2010.
Arboteam 13 oktober 2009 Karen de Groot Agis en stressmanagement.
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
HELP MIJN KIND IS DRUK! Welkom en voorstellen Karin Ariës
Kirti Zeijlmans MSc Rijksuniversiteit Groningen Voor meer informatie:
Gezondheid, basis voor jouw toekomst!
Preek ‘Geloof en wetenschap?’
Professioneel persoonlijkheidsprofiel
Oefening 17 p. 97 – les 5.
1 Nieuwe Staten Nieuwe begroting Wat & hoe. © PP in taal 2 Programma Aanleiding nieuwe begroting De SWBC en de geschiedenis van de cyclus Wat: de formats.
Slot 4Hc.
Marlijn Peeters, Jasper van der Kemp, Guillaume Beijers & Henk Elffers
Dossier Empowerment.
Klantentevredenheidsenquête 2015 Resultaten en actievoorstellen
Universiteitstraat 4, B-9000 Ghent, Belgium T +32 (0) , F +32 (0) Tom Vander Beken – Gemeentelijke.
Evaluatieonderzoek VVTO Engels Kees de Bot Sieneke Goorhuis BCN/RUG.
Wat is maatschappijleer?
Cursus Interne auditor
Transcript van de presentatie:

EVALUATIE CAMERABEWAKING OP OPENBARE PLAATSEN Voordracht van Tanguy le Goff Socioloog bij het Institut d’Aménagement et d’Urbanisme Ile-de- France Week van de Integrale Veiligheid, Brussel, 27 juni

Opzet van de voordracht I – De invloed van camerabewaking op criminaliteit meten – methodologie en resultaten II – De menselijke factor analyseren: werk van de operatoren voor camerabewaking 2

Afwezigheid van evaluaties in Frankrijk Frankrijk: Tekort aan evaluatieve studies over camerabewaking in openbare plaatsen Uitzonderingen: – vertrouwelijke studies door adviesbureaus (Lyon, Straatsburg, Marseille) – studie van de algemene inspecties van de administratie, de politie en de rijkspolitie van juli 2009 over de doeltreffendheid van de camerabewaking: « De voorzieningen voor camerabewaking hebben hun doeltreffendheid aangetoond op het vlak van criminaliteitspreventie en hun invloed overschrijdt de perimeter van de bewaakte zones » Gezien de methodologie van het onderzoek en de kwaliteit van de voorgelegde « bewijzen », bewijst het rapport helemaal niet de ontradende werking van camerabewaking. 3

I – De invloed op criminaliteit meten De internationale evaluatiestandaarden (scientific methods scale –Sherman) 1 – Werken met studies van in een context geplaatste gevallen De bedoeling is om de invloed eigen aan camerabewaking te vergelijken met andere variabelen zoals de verbetering van de openbare verlichting, de versterking van de politiekrachten, hun bewaking van een sector, van de oprichting van gemeentelijke politie, van een ombudsteam, het beroep doen op privéondernemingen: -> medefactoren controleren 2 – De politiestatistieken analyseren per criminaliteittype - De algemene criminaliteit analyseren is helemaal niet nuttig - De criminaliteit in de categorie « inbreuk op personen » analyseren blijkt weinig relevant aangezien een groot deel van de inbreuken in de privésfeer gebeuren -> per type criminaliteit analyseren: autodiefstallen, -inbraken, diefstallen met geweld, inbreuk verdovende middelen, geweldplegingen… 4

De invloed op criminaliteit meten 3 – Voldoende lange analyseperiodes nemen voor en na de installatie van de camera’s. Het is aan te raden om minstens twee jaar voor de installatie van de camera’s tot twee jaar erna te analyseren. Een periode die lang genoeg is, maakt het mogelijk om tegelijkertijd de onmiddellijke maar ook de invloed op lange termijn te meten = houdt het afradende karakter van de camerabewaking aan na de beginperiode van de installatie? Maar dit brengt belangrijke technische moeilijkheden met zich mee, aangezien de analyse op schaal van microwijken vaak vereist dat de politiestatistieken worden herwerkt. 5

De invloed op criminaliteit meten In dit vergelijkende perspectief bevat elke onderzochte plaats minstens 3 studieperimeters = zogezegd « quasi-experimentele » evaluatie De camerabewaakte zone of « doelzone » : Dit is de rechtstreekse invloedzone van de camera ’s. De straal wordt ofwel bepaald door het totaal van de zone die de camera ziet, ofwel door de geografisch belangrijke zone rondom de camera (plein, parking) die niet nodzakelijk gedekt is door de camera. Deze definitie beschrijft een cirkel met een straal van maximum 100 tot 150 meter, zelfs als de camera’s verder kunnen filmen. 6 4 – Vergelijkingen maken tussen ruimtelijk vergelijkbare eenheden Bufferzone Camerazone Camera

De invloed op criminaliteit meten De bufferzone: De tweede studiestraal (100 m. rondom de eerste cirkel) is een zone die al dan niet zichtbaar is door camera’s en die beïnvloed zou kunnen worden door een eventuele verplaatsing of vermindering van de misdaden die vastgesteld worden in de « doelzone ». Deze zone wordt verondersteld mee te genieten van de camerabewaking als een vermindering van de criminaliteit wordt vastgesteld. Deze kan daarentegen meer criminaliteit beginnen te kennen als de criminaliteit zich verplaatst. 7 Camera Camerazone Straten Bufferzone

De invloed op criminaliteit meten 8 De vergelijkende zone of « controlezone » ligt niet noodzakelijk rondom de vorige zones. Het gaat om een wijk, of meerbepaald een stuk van een wijk, met dezelfde sociologische en stedelijke eigenschappen vergelijkbaar met de « doelzone ».

Verplaatsing van de criminaliteit binnen de doelzone 9 Doelzone Zone binnen camerabereik Zone buiten camerabereik

Welke lessen kunnen we trekken uit de evaluatieve studies? Twee referentiestudies 10

… waarop de huidige Amerikaanse studies zich baseren (Los Angeles, San Francisco, 2008). 11

Een variabele invloed volgens de plaatsen Een beperkte afradende invloed in open en complexe plaatsen zoals straten, openbare pleinen, lanen. Tussen de 22 evaluaties over stadscentra waarover verslag wordt uitgebracht door Welsh en Farrington, tonen er slechts 10 een licht positieve invloed aan van camerabewaking op criminaliteit. Waarom? Op deze plaatsen wordt het risico om geïdentificeerd en bovendien aangehouden te worden, niet groot genoeg ingeschat door de misdadigers. « Enkel als je pech hebt en er een patrouille in de straat staat, als de camera’s je hebben gevonden en ze de politie hebben gebeld, ben je al ver weg, je hebt weinig risico om gepakt te worden. » Hieraan wordt toegevoegd: « er zijn zoveel camera’s, ze kunnen niet alles zien. Ze moeten je vinden, raden wat je gaat doen en daar dan ook nog iets mee doen » (Gill, Loveday, 2003) 12

De doeltreffendheid van camerabewaking in gesloten ruimten Cameratoezicht heeft daarentegen wel een afradende doeltreffendheid in gesloten ruimten zoals parkings - « Meta-evaluatie » door Welsh en Farrington (2008). Van de 6 aangehaalde studies besluiten er 5 dat de diefstallen van wagens en/of in wagens afnemen. We moeten echter voorzichtig zijn met de voorstelling van deze resultaten. In vele studies zijn de dalingen immers niet veelzeggend aangezien het over een zeer laag aantal misdrijven gaat (zie studie van Nick Tilley, 1993) - Meer van waarde wegens de grootte van de steekproef en van de vastgestelde dalingen, zijn de resultaten verkregen door Martin Gill en Angela Spriggs in hun studie van de ondergrondse Londonse parkings (Hawkeye) = een daling van 73% van de diefstallen die in verband staan met voertuigen (van 794 naar 214) binnen de 12 maanden na de installatie in vergelijking met de 12 maanden voor de uitrusting met camera’s. 13

Waarom werkt het wel in gesloten ruimten? Vier redenen kunnen verklaren waarom de resultaten van camerabewaking in parkings meer steek houden: Een bijna volledige dekking door de camera’s; Één enkel doeleinde voor de bewaker die de beelden bekijkt; Een hoger risico wegens de moeilijkheid om te vluchten; Het belang van een nauwe samenwerking met de politiediensten. 14

Zeer veranderlijke ontradende werking afhankelijk van de soort van criminaliteit Een significante invloed op de preventie van inbreuken op goederen. Als men de evaluatieve studies meer in detail bekijkt, blijkt dat drie types van misdaden die te maken hebben met goederen, dalen: diefstallen van wagens, in wagens en inbraken Martin Gill en Angela Spriggs tonen aan dat op verschillende van hun onderzoeksplaatsen die gelegen waren in woonzones (4 van de 14 plaatsen), de inbraken min of meer significant gedaald zijn. Camerabewaking heeft geen enkele afradende randinvloed op impulsieve misdaden zoals agressie, gevechten en, meer in het algemeen, op personengeweld. 15

De vraag van de ruimtelijke verplaatsing van de criminaliteit Op basis van vergelijkingen van criminaliteit tussen deze verschillende zones, zijn drie scenario’s mogelijk. Verspreiding van de baten: daling van de criminaliteit in de door camera’s bewaakte testzone en de niet-bewaakte aangrenzende zone. Verplaatsing binnen de camerazone : verhoging van de criminaliteit binnen de camerazone naar de plaatsen die de camera’s niet kunnen zien. Verplaatsing naar de aangrenzende zone: een daling in de camerazone en een verhoging in de aangrenzende zone 16

II – Het belang van de studie van het werk van de operatoren voor camerabewaking De operatoren voor camerabewaking: een sociale onzichtbaarheid die omgekeerd evenredig is met de zichtbaarheid van camerabewaking in openbare ruimten… en nochtans spelen zij een sleutelrol in de « goede werking » van dit hulpmiddel Deze onzichtbaarheid wordt veroorzaakt doordat de menselijke factor vaak achterwege blijft in politieke voordrachten over de doeltreffendheid van camerabewaking wegens een naïef technologisch determinisme. Gavin Smith « De meeste auteurs schijnen te vergeten dat camera’s geen bewustzijn hebben, niet autonoom zijn en dat hun doeltreffendheid een constante controle vereist door mensen in werksituatie(…). » -> belang van etnografische studies in videobewakingszalen om te begrijpen hoe dit werk van « bewaking op afstand » uitgevoerd wordt. 17

De opdrachten van de cameraoperatoren 1 – Een algemeen toezicht van de ruimten door camera’s 2 – Op heterdaad betrappen 3 – De agenten van de gemeentepolitie beveiligen 18

De opdrachten van de operatoren 1 – Algemeen toezicht verzekeren Passief toezicht uitoefenen om met preventief werk ‘de openbare orde’ te bewaren. 20% van de tijd wordt aan deze opdracht besteed. 2 – Op heterdaad betrappen -Zich richten op personen voor een « actief toezicht » (eigen initiatief) of « actieve zoekopdracht » (na een aanvraag). -Voornaamste doelwitten van de operatoren: « jongeren » die zich onderscheiden door hun kleding die lijkt aan te tonen dat ze tot een « afwijkende cultuur » behoren. -Iemand op heterdaad betrappen zorgt ervoor dat hun werk meer waardering krijgt aangezien het hen verbindt met het « echte politiewerk »: criminelen betrappen -Iemand op heterdaad betrappen: het is zeldzaam maar geeft zin aan het werk van de cameraoperator: opbouw van een sociaal nut van zijn rol. 19

De opdrachten van de operatoren 3 – De agenten van de gemeentepolitie beveiligen Observeren wat er gebeurt tijdens de politietussenkomsten om elk risico op agressie of vandalisme tegenover een politievoertuig te voorkomen. Een beschermende blik… die in een onderzoekende blik kan veranderen -Wanneer camerabewaking een managementhulpmiddel van de politiedienst wordt = de blik van de operator wordt ervaren als een bedreiging, een spanningsbron binnen de uitoefening van het politiewerk. -Politiestrategieën om het oog van de camera te vermijden. -> de aanvaarding van het hulpmiddel door de politie hangt af van een dubbele vertrouwensrelatie: met hun oversten en met de cameraoperatoren 20

Niet-doorlopend toezicht 1 – Technische storingen -Problemen met het materieel -Problemen met weersomstandigheden -Problemen met de stedelijke inrichting 21

Niet-doorlopend toezicht 2 – De werklast van bijhorende activiteiten -Nakijken van de beelden -Het waarnemingsregister aanvullen -De standaard van de gemeentepolitie beheren 22

Niet-doorlopend toezicht 3 – Verveling: aanleiding voor « bezigheidstherapie » - « niet-werktaken op het werk » Uitvinding van min of meer « clandestiene » trucjes en gebruiken om de verveling tegen te gaan: -Camera’s gebruiken voor andere doelen dan openbare ordehandhaving; -Zich pauzes toe-eigenen; -Verhalen uitvinden en de realiteit overschatten. 23

Besluit:  - Toezicht op afstand… draagt slechts in beperkte mate bij tot het beheer van ordeverstoring en criminaliteit. Waarom? Omdat het een illusie is dat camerabewaakte plaatsen constant onder toezicht staan van operatoren: -Het is een illusie omdat de operatoren in werkelijkheid slechts een beperkte hoeveelheid van hun werktijd besteden aan passief toezicht (rondkijken met de camera’s) of actief toezicht (heterdaad betrappen). -Het is een illusie aangezien dit gedeelte van de werktijd erg beperkt is in efficiëntie door verschillende factoren: technische factoren, weersomstandigheden, menselijke omstandigheden (gebaseerd op hun relaties met federale of gemeentepolitie). -Groot deel besteed aan niet-werktaken binnen het werk om verveling tegen te gaan en weinig erkenning door de hiërarchie. -> Begiftigd met belangrijke toezichtmachtigingen, ook al zijn ze werknemers zonder macht: dit is de opmerkelijke situatie waarin de camerabewakingsoperatoren zich bevinden. 24