Inkomen les 7 27 t/m 37.

Presentatie over: "Inkomen les 7 27 t/m 37."— Transcript van de presentatie:

1 Inkomen les 7 27 t/m 37

2 Begrippen Bestedingsinflatie Inflatie als gevolg van overbesteding

3 Begrippen Onderbesteding Situatie dat de productiecapaciteit bij lange na niet bezet is

4 Begrippen Productiekosten Geld dat moet worden uitgeven om goederen en diensten te maken

5 Begrippen Kosteninflatie Situatie dat de hogere productiekosten worden doorberekend in de prijzen van producten

6 Begrippen Loonkosteninflatie Situatie dat de hogere loonkosten worden doorberekend in de prijzen van producten

7 opdracht 27 Weinig huizen te koop (aanbod laag) Veel huizen verkocht (vraag hoog) Prijs? Omhoog!

8 opdracht 28 overbesteding, dan is er grote vraag naar producten dan gaan prijzen omhoog dus: inflatie

9 opdracht 29 onderbesteding, dan productie laag werkloosheid hoog lonen dalen inflatie laag bezettingsgraad laag

10 opdracht 30 Wanneer kunnen loonkosten stijgen zonder dat er sprake is van kosteninflatie? Als de arbeidsproductiviteit meestijgt

11 opdracht 31 Bij kosteninflatie worden hogere kosten doorberekend in de prijzen Bij bestedingsinflatie stijgen de prijzen omdat de vraag naar producten hoger is

12 opdracht 32a: 1e Hoe ontstaat Kosteninflatie uit buitenland? als geimporteerde producten duurder worden

13 opdracht 32a: 2e Hoe ontstaat Bestedingsinflatie uit buitenland? als onze producten meer verkocht worden in buitenland

14 opdracht 32b Hoe kan de overheid bestedingsinflatie afremmen BTW verhogen

15 opdracht 32c Hoe kan de overheid kosteninflatie afremmen energieprijzen laten verlagen btw verlagen loonmaatregel (gaat loonstijgingen tegen)

16 opdracht 33 Wanneer eerder winstinflatie, bij overbesteding of onderbesteding? Bij overbesteding: dan durven producten prijzen sneller eerder omhoog te doen

17 opdracht 34: links Oorzaken Bestedingen bijna gelijk aan capaciteit kostenstijging winststijging

18 opdracht 34: rechts Gevolgen Reeele waarde geld daalt Lenen gestimuleerd Concurrentiepositie verslechterd Vertrouwen in geld daalt

19 opdracht 35a In welk land hoogste inflatie? Rusland (85,9%)

20 opdracht 35b Waar de sterkte reeele groei (=BBP) Azie (4,5%)

21 opdracht 35c Waar daling productie en in welk jaar Japan en Rusland in 1998

22 opdracht 35d Reele stijging (BBP): 3,2% Stijging PIC: 85,9% Bereken nominale stijging RIC= NIC / PIC x 100 103,2 = NIC : 185,9 x 100;;

23 opdracht 35d vervolg 103,2 = NIC : 185,9 x 100 103,2 : 100 x 185,9 = NIC NIC = 191,85 groei Nominaal inkomen: 91,85%

24 opdracht 36a Oorzaken inflatie? duurder worden van kleding, schoenen bloemen, verse groenten college-gelden

25 opdracht 36b Het gaat niet om bestedingsinflatie want “productiecapaciteit is voldoende rekbaar” dat betekent: er is geen sprake van overbesteding!

26 opdracht 36c Hoe draagt overheid bij aan inflatie verhoging college-gelden

27 opdracht 36 d&e NIET

28 opdracht 36 f loon-prijsspiraal hoge prijzen dalende koopkracht mensen willen hogere lonen werkgevers maken prod. duurder dus: hogere prijzen

29 Huiswerk Opdrachten 38 t/m 46 vanaf blz 29