De rechten van het kind als moreel, juridisch en politiek kompas voor de verhouding tussen kinderen, ouders en overheid Jan Willems Maastricht 31 mei 2005.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Funkties moderne verzorgingsstaat; • -zorgen • -verheffen • -verbinden • -verzekeren.
Advertisements

Resultaatgericht Samenwerken
Ervaringen in samenwerking
Karina Smoor Kenneth Simson Martijn Klijn Murlyn Finsy
Wet maatschappelijke ondersteuning De Kracht van verbinden November 2010.
DE WMO: kansen of bedreigingen voor de ouderenzorg
ADVIES VOOR DE JEUGDHULP BRECHT VERHEGGE 1BAO A1.
VO-CONGRES 2014: KLAAR VOOR DE TOEKOMST 20 maart 2013
Presentatie UNICEF.
WMO Praat mee!.
De inhoud en invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) DATUM1 december 2005 PLAATSNISB Bewegen als levenslange uitdaging.
Gelijkwaardig ouderschap na scheiding
Steunpunt opvoedingsondersteuning. 2 Opvoedingsondersteuning -Inleiding -Iedereen heeft wel eens opvoedingsvragen -Ouders -Werkveld -Opvoedingsondersteuning.
Veilig Jeugdwerk Veilig Jeugdwerk is jeugdwerk met gezonde verhoudingen tussen leidinggevenden en deelnemers. Het is van belang om mogelijk misbruik te.
IN DE KERK M/V. GEVOELIG ONDERWERP Wat staat er voor je op het spel?
SGJ Christelijke Jeugdzorg
Omgaan met kinderen en gezinnen 22 november 2013.
Eigen Kracht-conferenties regie bij de burger
Van visie naar actie.
Nieuwe Wmo – Platform VO
Personen- en familierecht I: Algemene bepalingen en samenlevingsvormen
Tijd voor actie? Aanbevelingen voor meer toegankelijke diensten en kansen voor kinderen in Europa Françoise Pissart Directeur Koning Boudewijnstichting.
Actief Burgerschap Plan Nederland.
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
De eerste bevindingen in de Regio’s Raak Jo Hermanns.
Opvoedingsproblemen Opvoedingsonzekerheid Opvoedingsspanning
Workshop 3 Gelijke behandeling Door: Kees Aarnouts, ROC Da Vinci en Marieke Weemaes, MBO Raad 1 november 2012.
IVRK Een inleiding Een aanzet tot toepassing Een reflectie-instrument.
Zorg nieuwe stijl.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning Januari Achtergronden (1) Vermaatschappelijking van de zorg. Mensen met veel zorgbehoeften willen in de maatschappij.
O PVOEDINGSONDERSTEUNING Sarah-Lynn Logghe. INHOUDSTAFEL definitie doelstellingen groeiende interesse vanuit het beleid functies van opvoedingsondersteuning.
WELZIJN NIEUWE STIJL oude wijn in nieuwe zakken ZEBRA-jongeren, 10 mei 2011.
Inleiding In deze diavoorstelling kan je meer lezen over de inhoud van het boek ‘Mama, mijn buik doet pijn! Kinderen met buikpijn helpen.’ Alle besproken.
Een kansrijke veilige school!.  Het Stroink is een openbare Daltonschool.  Openbaar betekent dat de school open staat voor iedereen met respect voor.
De hindernissen die personen met een handicap ervaren bij alle aspecten van het dagelijks leven Voorstelling van de resultaten van de consultatie (transversale.
Perspresentatie Gemeenteraadsverkiezingen 14 oktober 2012.
Sturen op Zelfsturing Living Lab WMO-werkplaats 26 januari 2015
Presentatie ABVAKABO 10 april 2006 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
Prof.dr. Micha de Winter Universiteit Utrecht
Actief burgerschap in en door sport
De WMO…, toch nog beter dan verwacht? Hans kuijpers 24 mei 2007.
Presentatie UNICEF.
Weerbaarheid en zelfredzaamheid vergroten
 Een plaats waar ze terecht kunnen met zorgen omtrent de opvoeding van hun kinderen, maar ook over anderen thema’s die hen bezig houden (werk zoeken,
Decentralisatie van de jeugdzorg  decentralisatie jeugdzorg  Per 1 januari 2015 gaan in één keer alle taken en  verantwoordelijkheden naar de gemeenten.
Project oriëntatie op het beroep Aanvulling op indicatiestelling, financiering AWBZ, Jeugdzorg, justitieel kader Kwartaal 2.
Basistraining: Verklaring van Genève 1940 Januzs Korczak 1959 VN Verklaring inzake Rechten van het Kind 1989 VN Verdrag inzake Rechten van het Kind.
Organisatie van de hulpverlening bijeenkomst 2. Jeugdzorg de nieuwe wet op de jeugdzorg.
OPVOEDING EN DIVERSITEIT Burggraaf hfdst 1 Opvoeding gaat niet altijd vanzelf Factoren in de samenleving, die de opvoeding beinvloeden: Bewuste keuze voor.
Mr. Dr. Alex Corrà GRENZEN VAN ‘MAATSCHAPPELIJK NUTTIGE’ TEGENPRESTATIES NISZ-studiemiddag, Universiteit Utrecht, januari Illustratie Deenfilm, alle.
De kracht van positief opvoeden
(mee)Bewegen in de jeugdzorg. Kaders 1.Landelijke visies op opvoeding en jeugdzorg 2.Transitie jeugdzorg 3.Gedeelde missie en visie in Overijssel 4.Organisaties.
Minor “werken in gedwongen kader”. Programma dag 1 Over Bureau Jeugdzorg, waaronder: Visie en missie BJZ De afdelingen van BJZ Gezag Jeugdbeschermingsmaatregelen.
Respijtzorg werkconferentie ‘...respijt op maat Drenthe’ 15 april 2015 B. Bijl.
Basistraining: Verklaring van Genève 1940 Januzs Korczak 1959 VN Verklaring inzake Rechten van het Kind 1989 VN Verdrag inzake Rechten van het Kind.
De Wmo is meer dan zorg? Commissie Samenleving, maandag 17 maart 2008.
Niet- confessionele Zedenleer. Wat is Niet- confessionele Zedenleer? (NCZ) = Zedenleer, maar niet gebaseerd op geloof, niet zomaar iets als waar aannemen.
Jeugdbeschermingskader
Regionale bijeenkomst beroepsregistratie 20 juni – 30 juni Magteld Beun en Berry Tijhuis.
3100 Jeugdbescherming 800 Jeugdreclassering > specifieke doelgroep > vraag om specifieke kennis en vaardigheden.
Ledenvergadering 16 november Verkiezingsprogramma Alphen aan den Rijn, van groei naar bloei!
Koffieochtend 3 november 2016 REGELS EN GRENZEN IN DE OPVOEDING
Pedagogiek als beroep.
Gij zult openbaren: privacy en de open overheid
Resultaatgericht Samenwerken
Deel 1: Aanleiding en doelstellingen
Visie ontwikkeling les 4
Basistekst : Talentontwikkeling
Samen uit, samen thuis?! Ouderparticipatieve opvoedingsondersteuning in de ambulante werking van centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning te Willebroek.
Auteur: Magrite Kalverboer Gemaakt door Jolien Vanoverbeke
Transcript van de presentatie:

De rechten van het kind als moreel, juridisch en politiek kompas voor de verhouding tussen kinderen, ouders en overheid Jan Willems Maastricht 31 mei 2005

Het voor alle kinderen in de wereld na te streven ideaal van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (VRK 1989, voor Nederland in werking sinds 8 maart 1995): a) veilige basis: eerbiediging en bescherming van de lichamelijke en geestelijke integriteit van het kind (met inbegrip van gezonde voeding, troost, koestering …) b) gezonde opvoeding: geborgenheid, leiding en begeleiding van volwassenen, bij voorkeur de eigen ouders (verantwoord ouderschap, voorbereide en toegeruste ouders … of pleegouders …) c) persoonswording en burgerschapsvorming: adequate gemeenschapszorg (lichamelijke en geestelijke ouder ‑ en kindzorg, kinderopvang, onderwijs, buurtvoorzieningen …) voor een optimale ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind en diens uitgroei naar verantwoordelijk democratisch burgerschap (met inbegrip van verantwoord ouderschap) het ‘belang van het kind’ bevorderen, ofwel zorgen voor:

Om dat ideaal naderbij te brengen bevat het VRK een dubbele ouderschapsplicht voor staten: ‘responsabilisering’ van ouders en ‘empowerment’ van ouders A. de responsabiliseringsplicht van de staat: in de nationale wetgeving omschrijven en nader invullen van ouderlijke plichten (‘verplichtingsplichten’ van de staat) B. de empowerment-plicht van de staat: in nationale wetgeving en beleid verankeren van collectieve en individuele ouderschapsversterking (‘versterkingsplichten’ van de staat)

Versterkingsplichten van de staat A. collectieve ouderschapsversterking: universele preventie (als vertrekpunt voor meer gerichte zorg): draagkracht vergrotende en draaglast verlichtende (basis)voorzieningen voor – en participatie daarbij van – in principe alle ouders B. individuele ouderschapsversterking: het verbeteren van de balans van ouderlijke draagkracht en draaglast door op individuele c.q. gezinsmaat lasten te verlichten en ondersteuning of hulp te bieden (verbeteren van de leefsituatie van het gezin en de geestelijke gezondheid van de ouder, vergroten van de intrapsychische en ‘praktische’ ruimte van de ouder voor zijn of haar kind)

Gevaarlijke opvoedingssituaties (één tot enkele procenten): eerste prioriteit: het in veiligheid brengen, binnen of buiten het eigen familieverband, van het kind het oude gevaarlijke gezinsleven – dat kennelijk aan de aandacht van de jeugdgezondheidszorg of andere instanties is ontsnapt – moet onmiddellijk plaats maken voor een nieuw veilig en gezond gezinsleven ook als het oude gezinsleven veilig en gezond gemaakt kan worden, betekent dat niet automatisch dat het kind terug kan: zijn ontwikkelingsbelang staat immers voorop

Problematische opvoedingssituaties (circa 10 procent) centrale vraag: hóe kan zijn gezin voor het kind behouden blijven? hoe zijn de ouders daartoe het beste te motiveren en hoe kunnen zij het beste worden geholpen en begeleid?

Twijfelachtige opvoedingssituaties (circa 20 procent) centrale vraag: hoe kan het gezinsleven voor het kind worden verbeterd? hoe kunnen de ouders daarbij het beste worden betrokken en ondersteund?

Goede en gezonde opvoedingssituaties (tezamen circa tweederde) centrale taak: het gezinsleven voor het kind zo ongestoord mogelijk laten! kenmerken (onder meer): hanteren van de vier gouden opvoedregels: structureer [stel regels en routines duidelijk vast] stimuleer [waardeer nadrukkelijk positief gedrag] negeer [schenk geen aandacht aan negatief gedrag, of geef een time out-straf en daarna uitleg] communiceer [geef individuele aandacht]

Naast (en in nauwe samenhang met) de dubbele ouderschapsplicht van de staat heeft de staat drie opvoedingsplichten: (1) de preventie ‑, interventie ‑ en reparatieplicht van de overheid ter zake van kinderbeschadiging c.q. kindermishandeling (2) de schoolcurriculum ‑ en de jeugdparticipatie-plicht van de overheid (waaronder toegang tot informatie en bescherming tegen gewelddadig en extremistisch materiaal) (3) de budgettaire en pedagogische prioriteringsplicht van de overheid

De preventie-, interventie- en reparatieplicht van de overheid (een sluitend stelsel met de Raad en de rechter als sluitstuk): een sluitend en geïntegreerd stelsel van in het bijzonder opvoedingsvoorlichting, ouderschapsversterking, jeugdgezondheidszorg en jeugdzorg, met inbegrip van geestelijke gezondheidszorg, pleeg- en adoptiezorg en jeugdbescherming ofwel (1) de koppeling van (2) universele aan (3) selectieve en (4) geïndiceerde vormen van preventie (beide laatste heeft RAAK uitbesteed aan de RAAK-regio’s)

De schoolcurriculum-plicht van de overheid: zorg voor en effectief toezicht op: – de kwaliteit van de onderwijsgevenden – de kwaliteit van het curriculum – het democratisch en mensenrechtelijk gehalte van het curriculum

De jeugdparticipatie-plicht van de overheid: actief betrekken van jeugd bij gezinstaken, buurt- en ander (vrijwilligers)werk en maatschappelijke dienstverlening gezinstaken: gelijke behandeling van man en vrouw begint bij gelijke opvoeding van jongens en meisjes en hun gelijke participatie aan huishoudelijke taken

De budgettaire en de pedagogische prioriteringsplicht van de overheid: het belang van het kind (artikel 3 VRK) – lees: diens veiligheid, gezonde ontwikkeling en opvoeding, persoonswording en burgerschapsvorming – staat voorop en daartoe dienen de financiële (met inbegrip van de organisatorische en wetenschappelijke) middelen van de staat maximaal te worden ingezet (artikel 4 VRK)

De opvoedplicht van ouders: in Nederland door de wetgever opgelegd als plicht en recht onder de benaming ouderlijk gezag boek 1, artikel 247 lid 1 Burgerlijk Wetboek: Uw recht is uw plicht! ‘Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden.’ boek 1, artikel 247 lid 2 Burgerlijk Wetboek: Dien het belang van uw kind! ‘Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van het kind en het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid.’

Op grond van het VRK heeft de overheid de plicht de opvoedplicht van ouders aan te scherpen (verplichtingsplichten van de staat) tot in elk geval: (1) een gedeelde plicht van beide ouders waarbij (2) ouders zich als eersten verantwoordelijk weten voor de opvoeding en de ontwikkeling van het kind en (3) het belang van het kind de eerste ouderlijke zorg is

Op grond van het VRK heeft de overheid de plicht de opvoedplicht van ouders aan te scherpen tot in elk geval (vervolg): (4) het bieden van – op veiligheid en geborgenheid gebaseerde – leiding en begeleiding aan het kind waarbij (5) ouders rekening moeten houden met de ontwikkelingsfase c.q. de mate van ontwikkeling van het kind

Op grond van het VRK heeft de overheid de plicht de opvoedplicht van ouders aan te scherpen tot in elk geval (vervolg): (6) het zorgen voor een levensstandaard die toereikend is voor de algehele (lichamelijke- emotionele-sociale-morele-intellectuele) ontwikkeling van het kind (7) het hanteren van niet-gewelddadige of anderszins vernederende c.q. respectloze disciplineringsmethoden of straffen de lex-Donner (ingevoerd in 2006? of al eind 2005: honderd jaar kinderbescherming?)

Op grond van het VRK heeft de overheid de plicht de opvoedplicht van ouders aan te scherpen tot in elk geval (vervolg): (8) de plicht van aanstaande ouders zich voor te bereiden op hun pedagogische taak (9) de uit het recht van het kind op onderwijs voortvloeiende plicht het kind naar school te sturen (Leerplichtwet) (10) de uit het recht van het kind op sport en spel en op deelname aan het culturele leven voortvloeiende plicht het kind daartoe krachtig aan te moedigen en in de gelegenheid te stellen

De tien verplichtingsplichten van de staat gaan gepaard met statelijke versterkingsplichten: de facilitering door de overheid van de tien hierboven vermelde ouderlijke plichten aangevuld met materiële en immateriële opvoedingsondersteuning en opvoedhulp waar dat nodig is voor de wetgever betekent dit: de wet dient regels te stellen omtrent de aanspraken van opvoeders op financiële en overige ondersteuning en hulp bij de opvoeding (in combinatie met de regeling van de bevoegdheden en verplichtingen van de overheid ter zake van de voorkoming van onnodig leed en vermijdbare schade aan de ontwikkeling van het kind)

Kinderrechten worden niet geschonden achter de voordeur In Nederland worden kinderrechten geschonden doordat kinderrechtelijke en andere mensenrechtelijke verplichtingen niet, onvoldoende of inadequaat worden nageleefd En dat gebeurt niet achter de voordeur, maar in Den Haag

De mensenrechten van kinderen, ouders, professionals, ‘omstanders’ … worden in Den Haag geschonden door: ‘de drassigheid van de besluitvorming in ons land’ (Doek) het ontbreken van een ‘actief aanvalsplan tegen kindermishandeling’ en van een ‘gevoel van urgentie’ (Meuwese) het ‘halsstarrig blijven vasthouden door Nederland aan zijn klassieke, achterhaalde ideologie’ (Veldkamp) ‘achtereenvolgende regeringen die toestaan dat een deel van de kinderen van ons land wordt gemarteld’ (Lamers-Winkelman)