De pluriforme samenleving Overzicht hoofdstuk HC: statistiek Test statistiek Opdracht: sociologisch onderzoek Intro: Absenten controleren. toets volgende week bespreken. Jan voorstellen = 10 min HC= 15 min Opdracht statistiek = 15 minuten Opdracht sociologisch onderzoek = 25 minuten HW opgeven = 5 min
Hoofdstuk 5: de pluriforme samenleving Hoe gebruik je statistiek om de pluriforme samenleving beter te begrijpen? Welke groepen komen en kwamen hierheen en hoe vergaat het ze in Nederland? Wat betekent discriminatie nou eigenlijk precies? Zijn we stereotypisch Nederlands of zijn we allemaal verschillend? Hoe ontstaat criminaliteit en waarom zijn we eigenlijk niet allemaal crimineel? Wat vinden de politieke opvattingen van de pluriforme samenleving? Vertel over reactie op ijburg: waarom behandelen we dit? Wat is pluriforme samenleving. Dit is soms een extreem onderwerp daarom wil ik het feitelijk behandelen. Mijn doel is niet om jullie te leren op welke partij je moet stemmen of wat de beste oplossing is om om te gaan met de pluriforme samenleving. Dat moeten jullie zelf doen. Mijn doel is om jullie te leren hoe je kritisch kan kijken naar al die meningen en opvattingen en om je zo te helpen om een mening te vormen. We gaan dit probleem feitelijk bekijken.
HC statistiek: Herman Finkers Het belang van statistiek Zeg van te voren wie heider en janmaat is.
De samenleving, las ik, bestaat uit een dominante cultuur, met daarbinnen wat subculturen. Terwijl die samenleving toch op z'n minst óók uit individuen bestaat. Een verzoek. Misschien doet u het al lang, zie het dan slechts als aanmoediging. Ik vraag het u in elk geval nu ik de kans heb: wilt u er rekening mee houden dat u dolfijnen in de klas hebt? En wilt u eraan denken dat een van hen misschien wel de nieuwe Nate Silver is. Waarschijnlijk eentje die veel alleen zwemt. Journalist Kustaw Bessems gaf bij de docentendag maatschappijleer een toespraak. Bij maatschappijleer leer je dat er veel groepen zijn, en elke groep heeft zijn eigen normen en waarden. Om erbij te horen moet je je aanpassen staat er dan. Ook bij statistiek straks hebben we het veel over groepen, over Nederlanders, turken Marokkanen enz. Wat Kustaw wil benadrukken met dit citaat is dat de samenleving eerder uit individuen bestaat. De ene Nederlander is de andere niet, de ene metal liefhebber is de andere niet enz. Hij had het over de 31 jarige Nate Silver die door Times magazine tot één van de honderd invloedrijkste figuren van de VS is gekozen. Nate probeert verkiezingsuitslagen te voorspellen en slaagt daar beter in dan welk peilingbureau dan ook. Hij heeft gezegd dat het zijn kracht is dat hij juist onafhankelijk denkt. Hij is als je het in groepen bekijkt een homofiele half joodse statisticus. Over al die drie heb je vooroordelen. Juist dan is onafhankelijk denken belangrijk. Kustaw ging verder met dat wij mensen volgens biologen bijzondere groepsdieren zijn. We verschillen van andere dieren dat we vaak in kleine gezelschappen (dus niet in de kudde), of zelfs alleen opereren. Dit hebben we gemeen met Dolfijnen. Vandaar de uitspraak richting alle leraren maatschappijleer of ze er rekening mee willen houden dat we dolfijnen in klas hebben.
Begrippen Autochtoon – Allochtoon 1e en 2e generatie Westerse en niet-westerse allochtonen Autochtoon = beide ouders in NL geboren (ongeacht het land waar men zelf geboren is) Allochtoon = persoon van wie ten minste 1 ouder in het buitenland geboren is 1e generatie allochtoon = in buitenland geboren 2e generatie allochtoon = in NL geboren Westerse allochtoon = Komt uit een westers land (EU of Noord-Amerika) – VB Polen Niet-westerse allochtoon = Allochtoon met als herkomstgroepering een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije.
Opdracht statistiek Vul het blaadje voor jezelf in. GEEN OVERLEG! Kijk de vragen in tweetallen na. Kies twee vragen en schrijf op waar jouw antwoord op gebaseerd was: Heb je iets gelezen of gehoord waardoor je dat dacht? Op het Journaal of van familie of van vrienden? Maken = 3 min Nakijken en verder maken = 10 minuten Bespreken: Ik wil een aantal redenen horen. En bij paar vragen wie had welk antwoord: 2 minuten.
Vraag 1: antwoord c: 1.938.000 dat is 11,6% van de bevolking (ongeveer de helft daarvan is tweede generatie)
Opdracht: sociologisch onderzoek Onderzoek begint met een vraag? Filmpje Wilders Laat ze eerst de opdracht lezen. Zet dan filmpje van Wilders op. Sta nog even stil bij wat een goede vraag is. Aan het werk. Inleveren blad en volgende les terug.
Huiswerk Opdracht: Opdracht 5a Ik controleer de volgende les altijd steekproefsgewijs of je het gemaakt hebt, en of je aantekeningen gemaakt hebt! Door 5a hebben ze alvast overzicht van de paragraaf. Dan kan je die les uitgebreidere dingen behandelen!