Ervaringsdeskundigheid, eigen kracht en hulpverlening Martin Stam Startconferentie VVvE 2 november 2012 Intro: lector wmowp Belangrijk moment: WNS: 8 bakens -> zoektocht naar nieuwe verhoudingen in sociale sector onwennigheid en weerspanningheid bij professionals én ‘clienten’ Verslaafd aan rollen die rust, duidelijkheid en zekerheid brachten: leverancier en consument van diensten Daardoor geen zicht op mogelijkheden van een nieuwe ‘logica’ waarin informele krachten, dicht bij de leefwereld van cliënten, bij processen van herstel betrokken worden
VVvE, logische stap in ontwikkeling van klinisch naar cocreatief 1. Systeemwereld -> leefwereld vraaggericht, eigen kracht, samen 2. Top-down -> bottom-up - van sectoraal naar integraal 3. Deductief -> inductief - van tekentafel naar keukentafel
Minder systeem- en meer leefwereld Systeem heeft vier monsters gecreëerd: Paternalisme (wij weten wel wat goed voor u is). Consumentisme (geef het me, ik heb er recht op). Utilitarisme (alles van waarde moet een prijskaartje hebben). Fragmentisme (hak de weerbarstige werkelijkheid in mootjes en ga hem met specialismen te lijf). Groei van 2e lijnskosten met 10% per jaar Ondersteuning is vanuit leefwereld minder Overheid geen emancipatiedoelen meer Wat we willen is meer dan retroinnovatie
Door-modus Bestraffend autoritair Met-modus Versterkend Gezaghebbend t o e n e m e n d e t o e n e m e n d e Door-modus Bestraffend autoritair Met-modus Versterkend Gezaghebbend Niet-modus Verwaarlozend Onverantwoordelijk Voor-modus Toegevend Paternalistisch Klinisch behandelen (mensen zijn objecten) staat voorop bij Door-modus; Negeren bij Niet-modus overnemen bij Voor-modus; verbinden bij Met-modus: pas als mensen elkaar ondersteunen en jegens elkaar grote verwachtingen koesteren, is de weg vrij om een wederkerige relatie te vormen (mensen zijn subjecten)
Meer MET-modus betekent meer leefwereldkrachten Citizens coming out of their clients, customers or consumers cocoons (Hargreaves) hulpverleners: van zorgen vóór naar zorgen dát Ervaringskennis gelijkwaardig aan professionele en wetenschappelijke kennis Leefwereld is de regel, systeemwereld de uitzondering. Baby: leren lopen en praten Pubers: leren omgaan met heftige emoties (verliefd) Ouderen: leren omgaan met gebreken
Van sectoraal (top-down) naar integraal (bottom-up) 1.niet van bovenaf maar van binnenuit; 2. niet lineair in termen van doelen en middelen, maar circulair in termen van verbindingen en behoeften; 3. niet vanuit een specialistische (individualiserende) logica, maar vanuit een brede kijk (wat kan iemand wél, wat zijn de krachten in de sociale omgeving)
Van diagnose/behandel- naar cocreatief ‘model’ Niet alleen de relatie tussen ‘patiënt/cliënt’ - professional verandert Ook de relatie tussen professionals, en tussen formele en informele krachten verandert Werken vanuit gedeelde waarden Urgentiegevoel -> visie -> missie -> benaderingen en partnerships o.b.v. MET-modus = T-vormige relaties Gedeelde waarden zoals: werken aan vertrouwen, loyaliteit, wederkerigheid
Van deductief naar inductief Niet meer via ‘wetende’ (docent) aan ‘onwetende’ Maar via innoveren en experimenteren, waarbij leren en ontwikkelen van nieuwe praktijken hand in hand gaan Samen leren met omstandigheden om te gaan die weinig stabiel zijn (met veel storingen en onverwachtsheden) en die je onzeker maken. Was altijd al eerder sluitpost dan uitgangspunt van de begroting van diensten en instellingen (en van de overheid). Je moet kunnen leren wat er nog niet is (ipv varen op routines). COP is belangrijk hulpmiddel.
Van tekentafel naar keukentafel Werken vanuit leefwereld betekent: Erkennen van belang van verschillende soorten kennis en van gemeenschappelijke draagvlak Zorgen dat die verschillen en die dragende waarden in de werkwijze meegenomen worden. Ervaringswerkers helpen de verschillende deelnemers te komen tot een vruchtbare cocreatie o.b.v. verschillende expertises en gemeenschappelijke doelen. Werkwijze = betekenisvorming, waardenbasis, signatuurprocessen Hoe doen ze dat? - wat gij niet wilt dat u geschiedt: contact ->vertrouwen --> loyaliteit -> wederkerigheid
Keukentafel als metafoor voor hotspot Lynda Gratton (2008): waarom bruisen sommige mensen, teams en organisaties van energie en creativiteit (en andere niet)? gasvormig (flow): wat je doet = wie je bent = waar je ‘deep down’ in gelooft -> Je straalt energie uit en hebt geen idee van tijd Vloeibaar: dagelijkse doen - vertrouwde omgang - vloeit voort uit gezamenlijke doelen en waarden
Versus cold spot Versteende verhoudingen worden gekenmerkt door competitie, rivaliteit klinische afstand tussen subject - object afstand tussen specialismen: verkokerd denken (kennis en gevoelens worden niet gedeeld) een afreken- en roddelcultuur er heerst willekeur, geen ruimte voor reflectie, er is sprake van energieverlies.
Ervaringswerkers helpen… vanuit verschillen en o.b.v. gelijkwaardigheid een gemeenschappelijke werkwijze (taal, manieren van denken en doen) te ontwikkelen trots en waardering binnen een praktijk te creëren onderlinge conflicten en spanningen tot vertrekpunt van leer- en ontwikkelprocessen te maken Als er geen wetende versus onwetende is maar alleen maar co-producenten die in de bedding van gemeenschappelijke waarden samen naar een steeds duidelijker doel toewerken elk gewaardeerd om hun bijzondere expertise Zal dat uiteindelijk tot maatwerk obv vertrouwen en lef leiden