Op weg naar passend onderwijs Een stukje geschiedenis Het onderwijs nu Richten op de toekomst
Ontwikkelingen vanaf 01 augustus 1998 Wet Primair Onderwijs (W.P.O.) basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs in één wet ondergebracht Voortgezet Speciaal Onderwijs (m.l.k.) verzelfstandigd: praktijkscholen Voortgezet Speciaal Onderwijs (lom) verdwenen: vervangen door LWOO en OPDC
Weer Samen naar School (plus) Basisscholen en scholen voor Speciaal Basisonderwijs werken in een samenwerkingsverband aan de doelstelling om zorgleerlingen zo lang mogelijk onderwijs te geven in de reguliere basisschool. Omschrijving van de doelstelling : een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen binnen en tussen basisscholen en in samenwerking met speciale scholen voor basisonderwijs te realiseren en wel zodanig dat zoveel mogelijk leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken
Onderwijsinhoud Richten op leerlingenzorg: Fasen: Alarmering Hulpverlening Afstemming
Schooltypen Reguliere basisscholen (Bao) Speciale basisscholen (SBO) diverse lichtere problematieken, plaatsing via de PCL (permanente commissie leerlingenzorg vanuit het samenwerkingsverband) Speciale scholen (SO) -> 4 verschillende clusters, plaatsing via de CVI (commissie voor indicatiestelling)
Het onderwijs nu Richten op wetgeving: integratie gehandicapten in de samenleving. Gevolgen voor het onderwijs: kinderen volgen m.b.v. een rugzak vanuit het speciaal onderwijs (S.O.) het reguliere onderwijs (leerling gebonden financiering) Gevolg: enorme groei van cluster 4 indicaties en in geringere mate cluster 3
Het speciaal onderwijs (S.O.) Verdeling in 4 clusters behorende bij de Regionale Expertise Centra (Rec’s): Cluster 1: kinderen met een visuele beperking (slechtziende en blinde kinderen) Cluster 2: dove en slechthorende kinderen meervoudig gehandicapte kinderen kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden (ESM) -spraak- of taalstoornis -communicatieve incompetentie
zeer moeilijk opvoedbare kinderen Cluster 3: zeer moeilijk lerende kinderen IQ < 59 of IQ tussen 59 en 70 met een stoornis lichamelijk gehandicapte kinderen (mythyl) langdurig zieke kinderen meervoudig gehandicapte kinderen (lichamelijk) Cluster 4: zeer moeilijk opvoedbare kinderen langdurig zieke kinderen (psychiatrisch)
Knelpunten een complex systeem met te veel bureaucratie en ondoorzichtigheid onduidelijkheid over verantwoordelijkheden en regie, met als gevolg ll’n die thuis zitten of voor wie lang gezocht moet worden naar een geschikte plek gebrek aan afstemming en aan flexibiliteit, waardoor onvoldoende maatwerk kan worden geleverd
Oplossing Herijking van de zorg: de zorgvraag van de leerling staat centraal het onderwijsveld krijgt de kans en de plicht om bij die vraag een passend aanbod te creëren: onderwijs nabij d.m.v.: -zorgplicht -zorggewicht -regionale steunpunten (Zios: zorg in en om de school) -inspectietoezicht Toelichting Zios: operatie Jong -> regulier en speciaal onderwijs komen tot een sluitende aanpak voor samenhangende zorg waar het kind en zijn ontwikkeling centraal staan en niet de wijze waarop het hulpaanbod is gerealiseerd. Gevolg: stimuleren van de oprichting van de ZAT’s (zorg advies teams). Het ZAT is een multidisciplinair netwerk en casusoverleg waarin professionals uit het onderwijs, het welzijnswerk, de jeugdzorg, de gezondheidszorg, leerplicht en veiligheid structureel samenwerken om scholen, gezinnen en jeugdigen met (vermoedens van) emotionele, gedrags-, ontwikkelings- en/of schoolleerproblemen zo snel en adequaat mogelijk te helpen.
Maak een keuze: Kinderen met gangbare opvoedings- en onderwijsbehoeften: Kinderen willen groot groeien. Kinderen hebben positieve verwachtingen van zichzelf. Kinderen willen erbij horen. Kinderen willen zo autonoom mogelijk zijn. Gezin, school en omgeving vormen samen de pedagogische context. Kinderen hebben verwachtingen van de leerkracht en van de school.
Maak een keuze: Kinderen met speciale onderwijsbehoeften: Deze kinderen willen zo veel mogelijk deel uitmaken van de gangbare leef- en schoolwereld. Deze kinderen vragen alleen om een speciaal aanbod indien dit nodig is. Ook deze kinderen voltrekken hun ontwikkeling zelf. Deze kinderen ontlenen de motivatie tot ontwikkeling aan de menselijke interactie. Geen acceptatie of integratie op basis van de “aaibaarheid” of het bijzondere. Een handicap is geen uitgangspunt van pedagogisch handelen.
Passend onderwijs Aansluiten bij de onderwijsbehoefte van elk kind: (ortho) pedagogische en (ortho) didactische afstemming. Elk kind wordt een ononderbroken ontwikkelingslijn geboden. Onderwijs zo dichtbij mogelijk, zo normaal mogelijk met de ouders als gesprekspartners. Sociaal-maatschappelijke afstemming.
Maak een keuze: Ouders: Ouders hebben het beste voor met hun kinderen. Ouders zijn deskundig t.a.v. de ontwikkeling en het gedrag van hun kind. Ouders hebben de primaire verantwoordelijkheid ten aanzien van de te maken keuzen. Ouders willen de school kiezen die bij hun voorkeur past. De school heeft een ondersteunende taak naar de ouders.
Gevolgen van passend onderwijs Het vermogen tot differentiëren bevorderen. Van elkaar (blijvend) leren. Van aanbod gestuurd onderwijs naar vraaggestuurd onderwijs. Mogelijkheden tot plaatsing op speciale scholen open houden.
Maak een keuze: Voorschools: peuterspeelzaal en kindercentra: Passende begeleiding in het voorschoolse traject. Vroegtijdige onderkenning. Voorschoolse instellingen bij samenwerkingsverbanden betrekken. Ambulante begeleiding in voorschoolse voorzieningen. Begeleiding die aansluit bij de ontwikkelingsleeftijd: leren door spel en exploratie.
Maak een keuze: De leerkracht: Primair een (ortho)pedagogische en (ortho)didactische taakstelling. Telkens keuzes moeten maken en regelmatig voor dilemma’s staan. Basaal: responsief gedrag en pedagogische sensitiviteit. Interactie- en gespreksvaardigheden. Creëren van een betekenisvolle leeromgeving. Organisatorische kwaliteiten: interne differentiatie. Het beste leerlingvolgsysteem is een goede leerkracht.
Inclusief onderwijs Leerlingen leren van en met elkaar als ze samen worden onderwezen in dezelfde leer- en leefgemeenschap. Kinderen ontwikkelen zich zo tot volwaardige burgers met een actieve deelname in de maatschappij.
Dit is het:
en dit
IO waarom wel? Kinderen realiseren zich dat er kinderen zijn die anders zijn dan zij, maar er toch bij horen. Kinderen met en zonder beperkingen kunnen in de eigen omgeving met eigen vrienden op eigen niveau onderwijs genieten. Ouders van kinderen met een beperking kunnen een werkelijke keuze maken voor een school in de buurt. Leraren uit zowel het regulier als het speciaal onderwijs werken intensief met elkaar samen. Ze leren van en met elkaar.
IO waarom niet? Lesgeven in meer heterogene groepen is moeilijk en geeft spanning bij de leraar. Leerlingen kunnen afgeleid worden door afwijkend gedrag van anderen. Ouders kunnen bezorgd raken door de heterogene populatie. Leerlingen met speciale educatieve hulpvragen hebben minder contact met hun “lotgenoten”.
IO waarom niet? De school voor speciaal onderwijs heeft kennis en ervaring met deze leerlingen. Er blijft minder begeleidingstijd over voor kinderen zonder speciale hulpvragen. Het niveau van de school (toetsscores) kan terugvallen bij teveel kinderen met speciale educatieve hulpvragen.
Wist je dat? Er in Nederland zo’n 7000 scholen voor primair onderwijs zijn. Er meer dan 660 speciale scholen zijn. Er in Nederland 1.6 miljoen kinderen het primair onderwijs bezoeken. Er hiervan 85.000 naar een speciale school gaan. Er de laatste 20 jaar 2000 kinderen met het syndroom van Down in het regulier onderwijs geplaatst zijn. Er de laatste jaren 10x zoveel cluster 4 (zmok) indicaties zijn afgegeven. Er 85% van de rugzakbegeleiding mislukt, want na groep 3,6 of 8 gaan deze kinderen door naar het S.O.
Actueel De 1-zorgroute en haar betekenis: -samenwerking in de regio -taken PCL en zorgplatform -positie en dienstverlening SBO -samenwerking met SO (Rec’s) -samenwerking met Jeugdzorg, GGnet -samenwerking met gemeenten (lokaal jeugdbeleid) -inrichten 1-zorgloket -zorgadviesteams (ZAT) -kennis en ervaringen delen in netwerken SWV
Op groeps-, school-, en bovenschoolsniveau kwaliteitsverbetering door: hgw
Maak een keuze: De intern begeleider: Geen troubel-shooter. Primaire verantwoordelijkeheid bij de directie en het team. Veel deskundigheid t.a.v. -onderwijsinhoudelijke zaken -schoolorganisatorische aspecten -landelijke ontwikkelingen Vooral een coachende rol.
Maak een keuze: De orthopedagoog, psycholoog: Geïntegreerd in de schoolgemeenschap. Geen tester maar een onderzoeker, begeleider en coach. Breed en longitudinaal onderzoek. Wisselwerking tussen handelingsgerichte diagnostiek en handelingsgericht werken. Zelf komen tot een indicatiestelling.
Actueel Het project Gedragswerk: -regionale samenwerking rondom ll’n met gedragsproblemen -geen ll’n tussen wal en schip -verbinden van de betrokken partijen -uitgaan van de bestaande structuren (herstart, rebound, etc.)
Een voorbeeld van realisatie Passend Onderwijs Midden Brabant: “koersen op de kansen van het kind” -bestuurlijke organisatorische condities gunstig: één Rec van zowel cluster 3 als cluster 4, scholen speciale onderwijszorg onder één bevoegd gezag, één SWV voor VO, steun van de gemeente, jeugdzorg bij aan tafel -programma ontwikkeld voor speciale ll’n zorg: geïntegreerde indicatiestelling onderwijs gestructureerd naar 3 werkvelden: 1. Speciaal binnen de reguliere setting. Onderwijszorgarrangementen met ondersteuning van inzet en kennis vanuit het speciaal onderwijs. Daarnaast kan elke reguliere school omgaan met dyslexie en lichte gedragsproblemen. 2. Thuisnabije onderwijszorgcentra voor multifunctionele speciale onderwijszorg. Hulpvraag van de ll’n is te complex voor de reguliere setting. Huidige SBO-voorziening met integratie van ” lichtere problematieken” uit cluster 1 tot en met 4. 3. Regionale expertisecentra voor zeer gespecialiseerde onderwijszorg. De huidige Wec/ Rec voorzieningen, daar waar mogelijk geïntegreerd.
Maak een keuze: Het samenwerkingsverband: Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor alle kinderen. Scholen benutten elkaars kwaliteiten. Een gezamenlijke zorgplicht. Zorgen voor flexibele leerlingenzorg op schoolniveau en in het samenwerkingsverband.
Maak een keuze: SBO en (V)SO: Heldere indicatiestelling op grond van speciale opvoedings- en onderwijsbehoeften. Een concreet beschreven onderwijsarrangement. Ambulante begeleiding niet kindgericht, maar leerkracht- en schoolgericht. Geen onderscheid in schooltypen.
Maak een keuze: PCL en CVI: PCL meer dan alleen een slagboomfunctie, ook verantwoordelijk voor het plaatsingsplan en het verloop van de ontwikkeling. Indicatiestelling: meer flexibel en inzichtelijk. Helderheid wie welke verantwoordelijkheid heeft in het diagnostisch en begeleidingstraject.
De onderwijssituatie in de eigen regio PZS Reguliere scholen voor PO en VO (lwoo) SBO SO cluster 3, zml en meervoudig gehandicapte kinderen Geen KC, cluster 2 en cluster 4 aanwezig
Maak een keuze: Uit: Direct (onderwijsbond CNV), over passend onderwijs: Als er een wind van verandering waait, bouwen sommige mensen windschermen, anderen bouwen windmolens.