1 10 mei 2005 Fabian R.W. Stolk Docent-onderzoeker Moderne Nederlandse Letterkunde Universiteit Utrecht Versies, Edities, Interpretaties Perks Mathilde-krans.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Herkenning? Rot voelen? Leegte opvullen?
Advertisements

20 april 2014 Den Haag. 10 Spreek tot de Israelieten en zeg tot hen: Wanneer gij komt in het land dat Ik u geef, en DE OOGST daarvan binnenhaalt, dan.
“ff Anders”.  Het thema van dit jaar is “ff Anders” 2.
ÉÉN GOD, DE VADER 3 nov Rotterdam.
Betuigd door een vuurkolom.. Exodus 3:2 Daar verscheen hem de Engel des HEREN als een vuurvlam midden uit een braamstruik. Hij keek toe, en zie, de braamstruik.
de genezing te Bethesda
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Presentatie Muziek en zang Paul Wilbur.
Maria neemt ons mee doorheen de sterkste momenten van haar leven…
Welkom in de samenkomst
27 maart 2014 Bodegraven 1. 1Korinthe Streeft dan naar de hoogste gaven. En ik wijs u een weg, die nog veel verder omhoog voert. 2.
“Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God! Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God.” (Psalm 42:1-2)
Bestemming God eren ….
Welkom in de ochtenddienst! zondag 6 januari uur | ds A. Dominee Liturgie Psalm 100:1-4 Psalm 25:2 Genesis 1:1-10 Gezang 1:1-6 Genesis 1:11-20.
Waarom zijn er zoveel oorlogen ?
En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Gen
Mijn kind, Ik ben de Roos van Saron Hooglied 2,1 Zang : Betty Middler
NIET OP DOOIEND IJS !!.
1 17 okt 2013 Rijnsburg 17 okt 2013 Rijnsburg. 2 het voorgaande: Melchisedek voor het eerst ter sprake in 5:6 en 5:10 10 door God aangesproken als hogepriester.
HOEZO BIDDEN?.
Welke apostel heeft God uitverkoren om de heidenen bekend te maken met het Evangelie? 2.
De bloedbruidegom Exodus 4.
Hel en verdoemenis II ver-doe-men, voor eeuwig veroordelen, naar de hel verwijzen “,,
1. Gereformeerde Synode dr. J.G. Geelkerken 3.
Bij het kolenvuur Johannes
Pasen & Pinksteren op één dag!
"in geen ding bezorgd" 1.
de bloeiende staf van Aäron
NIET: waarom moest Christus sterven? Om op te kunnen staan en zó de dood te overwinnen! 2.
1Korinthe 6 : Korinthe 6 : Alles is mij geoorloofd, maar niet alles is nuttig...
6 oktober 2013 Den Haag 1. tijd: ± 60 AD plaats: Caesarea 2.
Genesis Genesis Hierna gebeurde het, dat God Abraham op de proef stelde. Hij zeide tot hem: Abraham, en deze zeide: Hier ben ik.
In de moederschoot gevormd Psalm 139.
1 donderdag 21 februari 2013 bespreking vanaf Hebreeen 1 1 donderdag 21 februari 2013 bespreking vanaf Hebreeen 1 1.
Marcus Marcus En toen Hij weder uit het gebied van Tyrus vertrokken was En Jezus ging vandaar en trok Zich terug naar de omgeving.
Welkom in deze kerkdienst
Kom Hoger #5 Hij moet groter worden!
Vaders & ouwe jongens Moeders & ouwe taarten.
Hemelvaart hier en nu of daar en straks?. Situatie Marc.16:14-20 (vgl. Luc.24 en Hand.1) 1)Jezus’ positie 2)onze positie 3)en dan?
Wie nodig je als eerste uit?
Is het allemaal wel waar?
WELKOM TOV’ERS.
Thema voor vanavond is:
Wanneer heb je een echt, levend, geloof?
Vervuld zijn in de Geest
De kerk: gegeven liefde, beloofde trouw - de poorten der hel zullen haar niet overweldigen -
Over hart en gedrag … - VYA 10 augustus
In deze dienst zal voorgaan. In deze dienst zal Prof. dr. V.E. d’Assonville voorgaan. Na de zegen zingen we Ps. 145 : 1, 4, 5 Schriftlezing: Johannes 17.
Lucas 15: 11 En Hij zeide: Iemand had twee zonen
Zingen Vers 1 Laat ieder ‘s HEREN goedheid prijzen,
Strijd tegen de zonde?.
essentie van kerst Over de mens-wording van Gods Zoon
Preek Jakobus 2:
In Uw licht zien wij het Licht
Romeinen 7:1 – 8:2 1Weet u dan niet, broeders en zusters, ik spreek immers tot mensen die de wet kennen, dat de wet alleen gezag over een mens heeft zolang.
Laat heel de aarde voor de HEERE vrezen, laat alle bewoners van de wereld bevreesd zijn voor Hem. Want Hij spreekt en het is er, Hij gebiedt en het staat.
? ! Gods gerechtigheid... 1.
Zondag 7 HC Franeker 21 februari 2010
10 januari 2013 bijbelstudie nr. 3 Vanaf hoofdstuk 1:19.
2 juni 2013 Rotterdam 1. Galaten 4 21 Zegt mij, gij, die onder de wet wilt staan, luistert gij niet naar de wet? 2.
1 donderdag 7 juni 2012 bespreking vanaf Kolosse 1 21 donderdag 7 juni 2012 bespreking vanaf Kolosse 1 21.
22 maart 2015 Zoetermeer 1. terugblik...  de relatie van Christus & de ekklesia wordt ten voorbeeld gesteld aan man & vrouw;  Hoofdschap = voorop gaan,
28 november 2013 Bodegraven 1. 1Korinthe Dit is hun overkomen tot een voorbeeld voor ons en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie.
1. 1 Paulus, door de wil van God een apostel van Christus Jezus, en Timoteus onze broeder, en (>de Jood Elymas) trachtte de landvoogd (=Sergius.
30 juni 2013 Zoetermeer 1. 2 Handelingen 14:27 27 En daar aangekomen, riepen zij de gemeente bijeen en gaven verslag van al wat God met hen gedaan had,
Welkom in de samenkomst
2 13 Daarop zeide Mozes tot God: Maar wanneer ik tot de Israelieten kom en hun zeg: De God uwer vaderen heeft mij tot u gezonden, en zij mij vragen:
1Korinthe 7 32 En ik wilde wel, dat gij zonder zorgen waart. Wie niet getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan de zaak des Heren, hoe hij de Here zal behagen.
Kerkcentrum de Ark LITURGIE 24 juni 2012 THEMA: DE CHAOS DE BAAS, In deze dienst worden gedoopt   Kristel van den Berg, Sofia van.
4G Geven Gunst Genade Gratie Geven 4G Geven & ontvangen …
Transcript van de presentatie:

1 10 mei 2005 Fabian R.W. Stolk Docent-onderzoeker Moderne Nederlandse Letterkunde Universiteit Utrecht Versies, Edities, Interpretaties Perks Mathilde-krans

2 ‘Deze slordigheid laat zien dat de motto’s geen serieuze aandacht hebben gekregen […]. Pas echt kwalijk wordt het als aanvechtbare interpretaties van de sonnetten ontstaan, terwijl gebruikmaking van de motto’s die Perk ze zelf in Eene helle- en hemelvaart heeft meegegeven, dergelijke fouten hadden kunnen voorkomen. Dat blijkt in de uitgave van Perks gedichten door Fabian R.W. Stolk uit 1999 […]. In zijn toelichting op het belangrijke gedicht Sanctissima Virgo, bijvoorbeeld, verklaart Stolk de titel als volgt: “Allerheiligste Jonkvrouw of Maagd. Referentie aan de bezongen geliefde én aan de heilige moedermaagd Maria”. Het is de vraag of Perk refereerde aan zijn geliefde, maar hij verwees zeker niet naar Maria, zoals bestudering van de motto’s in Eene helle- en hemelvaart had kunnen uitwijzen.’

3 ‘Deze slordigheid laat zien dat de motto’s geen serieuze aandacht hebben gekregen […]. Pas echt kwalijk wordt het als aanvechtbare interpretaties van de sonnetten ontstaan, terwijl gebruikmaking van de motto’s die Perk ze zelf in Eene helle- en hemelvaart heeft meegegeven, dergelijke fouten hadden kunnen voorkomen. Dat blijkt in de uitgave van Perks gedichten door Fabian R.W. Stolk uit 1999 […]. In zijn toelichting op het belangrijke gedicht Sanctissima Virgo, bijvoorbeeld, verklaart Stolk de titel als volgt: “Allerheiligste Jonkvrouw of Maagd. Referentie aan de bezongen geliefde én aan de heilige moedermaagd Maria”. Het is de vraag of Perk refereerde aan zijn geliefde, maar hij verwees zeker niet naar Maria, zoals bestudering van de motto’s in Eene helle- en hemelvaart had kunnen uitwijzen.’

4 ‘Deze slordigheid laat zien dat de motto’s geen serieuze aandacht hebben gekregen […]. Pas echt kwalijk wordt het als aanvechtbare interpretaties van de sonnetten ontstaan, terwijl gebruikmaking van de motto’s die Perk ze zelf in Eene helle- en hemelvaart heeft meegegeven, dergelijke fouten hadden kunnen voorkomen. Dat blijkt in de uitgave van Perks gedichten door Fabian R.W. Stolk uit 1999 […]. In zijn toelichting op het belangrijke gedicht Sanctissima Virgo, bijvoorbeeld, verklaart Stolk de titel als volgt: “Allerheiligste Jonkvrouw of Maagd. Referentie aan de bezongen geliefde én aan de heilige moedermaagd Maria”. Het is de vraag of Perk refereerde aan zijn geliefde, maar hij verwees zeker niet naar Maria, zoals bestudering van de motto’s in Eene helle- en hemelvaart had kunnen uitwijzen.’

5 ‘Deze slordigheid laat zien dat de motto’s geen serieuze aandacht hebben gekregen […]. Pas echt kwalijk wordt het als aanvechtbare interpretaties van de sonnetten ontstaan, terwijl gebruikmaking van de motto’s die Perk ze zelf in Eene helle- en hemelvaart heeft meegegeven, dergelijke fouten hadden kunnen voorkomen. Dat blijkt in de uitgave van Perks gedichten door Fabian R.W. Stolk uit 1999 […]. In zijn toelichting op het belangrijke gedicht Sanctissima Virgo, bijvoorbeeld, verklaart Stolk de titel als volgt: “Allerheiligste Jonkvrouw of Maagd. Referentie aan de bezongen geliefde én aan de heilige moedermaagd Maria”. Het is de vraag of Perk refereerde aan zijn geliefde, maar hij verwees zeker niet naar Maria, zoals bestudering van de motto’s in Eene helle- en hemelvaart had kunnen uitwijzen.’

6 ‘Deze slordigheid laat zien dat de motto’s geen serieuze aandacht hebben gekregen […]. Pas echt kwalijk wordt het als aanvechtbare interpretaties van de sonnetten ontstaan, terwijl gebruikmaking van de motto’s die Perk ze zelf in Eene helle- en hemelvaart heeft meegegeven, dergelijke fouten hadden kunnen voorkomen. Dat blijkt in de uitgave van Perks gedichten door Fabian R.W. Stolk uit 1999 […]. In zijn toelichting op het belangrijke gedicht Sanctissima Virgo, bijvoorbeeld, verklaart Stolk de titel als volgt: “Allerheiligste Jonkvrouw of Maagd. Referentie aan de bezongen geliefde én aan de heilige moedermaagd Maria”. Het is de vraag of Perk refereerde aan zijn geliefde, maar hij verwees zeker niet naar Maria, zoals bestudering van de motto’s in Eene helle- en hemelvaart had kunnen uitwijzen.’

7 IISANCTISSIMA VIRGO ’t Was bladstil, en een lauwe loomheid lag En woog op beemd en dorre wei, die dorstten; Zwaar zeeg en zonder licht een vale dag Uit wolken, die gezwollen onweer torsten. Toen is het zwijgend zwerk uiteengeborsten En knetterende donders, slag op slag, Verrommelden en gromden. Vol ontzag Look ik mijne oogen, die niet oogen dorsten: Een schelle schicht schoot schichtig uit den hoogen En sloeg mij. Ik bezwijmde... ontwaakte, en zag De lucht geschraagd door duizend kleurenbogen. Daarboven, in een kolk van licht te pralen, Stond reuzengroot de Jonkvrouw, en een lach Voelde ik van haar verengeld aanschijn stralen.

8 ‘Christelijke’ noties in Gedichten 1882 Zoo zij uw naam voor eeuwiglijk geloofd!- ’t Is of me een engel heeft verwellekoomd Die met een paradijs op aard kwam dalen. …

9 XIIMADONNA Hoe minzaam heeft uw kozend woord geklonken Uw zilvren woord, maar al te goed verstaan! 'k Zag in uw oog een glimlach en een traan, Blauw bloempje, waarin morgenparels blonken; Gij wijst mij naar de moedermaagd, ik waan Mij in aanbidding voor haar weggezonken... Daar voel ik me eindeloozen vreê geschonken: Ik zie naar haar - Mathilde, u bid ik aan: Gij, die de moeder mijner liefde zijt, Zijt moeder Gods, want God is mij de liefde: U zij mijn hart, mijn vlammend hart gewijd! Een kerk rijst allerwegen aan uw zij - O, deernisvolle ziel, die niemand griefde, O, mijn Madonna! bid o bid voor mij!

10 XVIBELIJDENIS - "Gelooft ge aan God?" - "Mathilde!" - "Bidt gij aan?" - - "'k Gevoel mij klein bij al wat is verheven, En ik aanbid!" - "Uw God is zonder leven!" - -"Kan zonder leven de Natuur bestaan?“ - "Smeekt ge om genâ, voor wat gij hebt misdreven? Zwaar tuchtigt Jezus wie daar heeft misdaan!... Gij zijt niet goed! Wie alles heeft gegeven, Wil daarvoor dank!" - Toen ben ik heengegaan: En naar den blauwen hemel, die zoo effen Zich welfde, hief ik 't droomende aangezicht, En voelde mij in 't rijk des vredes heffen: "Gij, (sprak ik) levenwekkend, eindloos licht! Gij doet aan 't hart, dat in u leeft, beseffen: Gelooven, bidden is Mathilde's plicht!"

11 LIVHEMELVAART De ronde ruimte blauwt in zonnegloed, En wijkt ver in de verte en hoog naar boven, - Mijn ziel wiekt als een leeuwrikslied naar boven, Tot boven 't licht haar lichter licht gemoet: Zij baadt zich in den lauwen aethervloed, En hoort met hosiannaas 't leven loven, - Het floers is weg van de eeuwigheid geschoven, De Godheid troont... diep in mijn trotsch gemoed; De hemel is mijn hart, en met den voet Druk ik loodzwaar den schemel mijner aard', En, nederblikkend, is mijn glimlach zoet: Ik zie daar onverstand en zielevoosheid... Genoegen lacht... ik lach... en met een vaart Stoot ik de wereld weg in de eindeloosheid.

12 LXXI[Deinè Theós] Olla. Met weekblauwe oogen zag de oneindigheid Des hemels naar den donzen rozenglans, Waar zij in daagde: een breedgewiekte krans Van zielen had zich ónder haar gereid. Een geur van zomerbloesems begeleidt Den zang der zonnen - duiven - die heur trans Doorgloren in eerbiedgen rondedans Om haar, wier glimlach sferen groept en scheidt: "Schoonheid, o gij, wier naam geheiligd zij, Uw wil geschiede; kóme uw heerschappij; Naast u aanbidde de aard geen andren god! Wie eenmaal u aanschouwt, leefde genoeg: Zoo hem de dood in dezen stond versloeg... Wat nood? Hij heeft genoten 't hoogst genot!"

13 Voudste Mathilde-handschrift (juli-dec. 1879) Ktweede Mathilde-handschrift (dec. 1879) met aantekeningen van Kloos uit 1880 Ponvoltooid Mathilde-handschrift (zomer 1880) S‘Eene helle- en hemelvaart’ De Nederlandsche spectator, 3 september 1881 GGedichten 1882, editie Kloos-Vosmaer Overlevering (sterk vereenvoudigd)

14 Hoe schudt uw blanke tel den fieren kop, En briescht en doet het spichtig oor bewegen En stampt het zand tot rots met dof geklop en laat de pluim de zilvren zijden vegen! Daar hebt ge vlug uw sneeuwen ros bestegen En rukt en houdt de strenge leizeels op… En steigert heen in golvenden galop En wendt u in den zaâl en lacht mij tegen. Uchtend-rit

15 9 V-G Zoo wentelde eens een bolle baar naar land 10 V De Schoonheid zelf, de blanke uit schuim geboorne, K de schoonheid | | geboor’ne, P De Schoonheid | | geborene, 11 Va Met uwe lokken, goud als ’t golvend z> a[ ] strand. Ka met | | a[ ] zand[.] c[ ] glooiend [ ] P Met lokken als uw gouden lokkenvloed. Uchtend-rit/De rit/De rit/Morgenrit

16 9 V-G Zoo wentelde eens een bolle baar naar land 10 V De Schoonheid zelf, de blanke uit schuim geboorne, K de schoonheid | | geboor’ne, P De Schoonheid | | geborene, G | | schoonheid | |, | | 11 Va Met uwe lokken, goud als ’t golvend z> a[ ] strand. Ka met | | a[ ] zand[.] c[ ] glooiend [ ] P G Met lokken als uw gouden lokkenvloed. Uchtend-rit/De rit/De rit/Morgenrit

17 9 V-G Zoo wentelde eens een bolle baar naar land 10 V De Schoonheid zelf, de blanke uit schuim geboorne, K de schoonheid | | geboor’ne, P De Schoonheid | | geborene, G | | schoonheid | |, | | 11 Va Met uwe lokken, goud als ’t golvend z> a[ ] strand. Ka met | | a[ ] zand[.] [Kloos onderstreept gol vend. ^deze herhaling hindert me.] c[ ] glooiend [ ] P G Met lokken als uw gouden lokkenvloed. Uchtend-rit/De rit/De rit/Morgenrit

18 9 V-G Zoo wentelde eens een bolle baar naar land 10 V De Schoonheid zelf, de blanke uit schuim geboorne, K de schoonheid | | geboor’ne, P De Schoonheid | | geborene, G | | schoonheid | |, | | 11 Va Met uwe lokken, goud als ’t golvend z> a[ ] strand. Ka met | | a[ ] zand[.] k[ ] [golvend] [ ] ^deze herhaling hindert me. c[ ] glooiend [ ] P G Met lokken als uw gouden lokkenvloed. Uchtend-rit/De rit/De rit/Morgenrit

19 12 V Ik staar verrukt, en moedige uitverkoorne! Ka| |. En, | | uitgekoor’ne! P Heil mij, den tot verrukking uitverkorene! 13 V Hadde in mijn borst uw ros den hoef geplant, K hadde | |... Pa Hadde | | hart | | b[ ] voet [ ] 14 V Zoo ’t u kon redden, kuste ik nog den hoorne’! Ka zoo | | dien | |- P Zoo | | voet!-

20 12 V Ik staar verrukt, en moedige uitverkoorne! Ka| |. En, | | uitgekoor’ne! P Heil mij, den tot verrukking uitverkorene! G| | aanbidding | | 13 V Hadde in mijn borst uw ros den hoef geplant, K hadde | |... Pa Hadde | | hart | | b[ ] voet [ ] G| | hoef | |, 14 V Zoo ’t u kon redden, kuste ik nog den hoorne’! Ka zoo | | dien | |- P Zoo | | voet!- G| | waar mij ’t sterven zoet.-

21 12 V Ik staar verrukt, en moedige uitverkoorne! Ka| |. En, | | uitgekoor’ne! [Kloos onderstreept moedige uitgekoor’ne. ^leelyk] P Heil mij, den tot verrukking uitverkorene! G| | aanbidding | | 13 V Hadde in mijn borst uw ros den hoef geplant, K hadde | |... Pa Hadde | | hart | | b[ ] voet [ ] G| | hoef | |, 14 V Zoo ’t u kon redden, kuste ik nog den hoorne’! Ka zoo | | dien | |- [Kloos onderstreept dien hoorne. ^afschuwelyk!] P Zoo | | voet!- G| | waar mij ’t sterven zoet.-

22 12 V Ik staar verrukt, en moedige uitverkoorne! Ka| |. En, | | uitgekoor’ne! k [ ] [moedige uitgekoor’ne][!] ^leelyk P Heil mij, den tot verrukking uitverkorene! G| | aanbidding | | 13 V Hadde in mijn borst uw ros den hoef geplant, K hadde | |... Pa Hadde | | hart | | b[ ] voet [ ] G| | hoef | |, 14 V Zoo ’t u kon redden, kuste ik nog den hoorne’! Ka zoo | | dien | |- k [ ] [dien hoorne][-] ^afschuwelyk! P Zoo | | voet!- G| | waar mij ’t sterven zoet.-

23 12 V Ik staar verrukt, en moedige uitverkoorne! Ka| |. En, | | uitgekoor’ne! k [ ] [moedige uitgekoor’ne][!] ^leelyk P Heil mij, den tot verrukking uitverkorene! G| | aanbidding | | 13 V Hadde in mijn borst uw ros den hoef geplant, K hadde | |... Pa Hadde | | hart | | b[ ] voet [ ] G| | hoef | |, 14 V Zoo ’t u kon redden, kuste ik nog den hoorne’! Ka zoo | | dien | |- k [ ] [dien hoorne][-] ^afschuwelyk! P Zoo | | voet!- G| | waar mij ’t sterven zoet.- Kk [onderschrift] ^overigens fraai

24 I Aan de sonnetten 8 V Tot heerschen is wie zich beheerscht bij machte. K tot | | P Tot | | G| |, | |, | |: - II Sanctissima Virgo 8 S Look ik mijne oogen, die niet oogen dorsten. G| |: V Eerste aanblik 4 V-P Ik zie naar u en kan niet ademhalen. G| |: 11 V En voel mij tusschen zijn en niet zijn zweven. K en | | P En | | niet-zijn | | G| |:

25 VI Bekentenis 4 Va die met den frisschen dauw werd ingedronken. b K[ ] koelen [ ] P Die | | G| |; VII Smeekbede 8 VK verzinken in ’t u zien, als wie niet spreken. Pa Verzinken | |º | |- b[ ] en zwijgend [ ] G| |: 11 V als een, die droomend doet van weelde weenen. K| | een’, | | P Als wie van eerbied doen en | | [sic] G En ’k moest van eerbied en | |:

26 IX Die lach 8 V en zwerft een glimlach om die lippen fijn. K| | uw | | P En doolt | |, | | NG| |:- XII Madonna 4 V Blauw bloempje, waarin morgenparels blonken ! K blauw | |º | | morgenpaerlen | | P Blauw | |, | | morgenparels | | G| |; 8 Va Ik denk aan Haar, Mathilde ik bid ú aan ! b[ ] [Matilde] [ ] K ik | | haar : Mathilde, | | Kk ik zie naar haar [ ] P Ik zie naar | | u | | G| | - | u bid ik aan:|

27 XV Avondzang 8 V En lacht van liefde in eeuwig lachend zwijgen. K en | | PF En | | G| | eeuwig-lachend | |: 11 V aan ’t leven wordt uw zoete droom ontnomen. K| | leven worden droom en liefde | |º P F En manestralen zijn als liefdestroomen. G| |: XVI Belijdenis 8 V Wil daarvoor dank!” – Toen ben ik heengegaan. K wil | |º P Wil | |. G| |:

28