Het nieuwe natuurbeheerplan (NBP) Natuurstreefbeelden Het nieuwe natuurbeheerplan (NBP)
Lesmateriaal Paswoord: TTTnatuurbeheerplan
Natuurbeheerplanning: ambitieniveaus AMBITIE VOOR NATUUR Type NBP afhankelijk van doelstellingen TYPE 1 TYPE 2 TYPE 3 TYPE 4 Stand still zorgplicht 25% natuurstreefbeelden Criteria geïntegreerd natuurbeheer 90% natuurstreefbeelden Reservaat Type 3 + erfdienstbaar-heid TYPE 1 TYPE 2 TYPE 3 TYPE 4 Stand still zorgplicht 25% natuurstreefbeelden Criteria geïntegreerd natuurbeheer 90% natuurstreefbeelden Reservaat Type 3 + erfdienstbaar-heid SUBSIDIES €
Wat is een natuurstreefbeeld? Natuurdecreet (art. 2, 50°) “een habitat, een ecosysteem of een landschapstype dat als ecologisch einddoel in een natuurbeheerplan wordt vooropgesteld” BVR natuurbeheerplannen, Bijlage 3
3 x natuurstreefbeelden Vegetaties Leefgebieden soorten Procesgestuurde natuur Natura 2000 habitats Europees beschermde soorten Vaak een mozaïek Rbb = regionaal belangrijke biotopen Typische soorten van Europese habitats Streefbeelden vegetaties als basis Andere vegetaties (type 2) Soorten met een goedgekeurd soortbeschermings-programma Vork mogelijk: 70-80% type A 20-30% type B Beschermde soorten volgens Soorten-besluit (type 2) Een natuurlijk proces zorgt voor de ontwikkeling of instandhouding (begrazing, wind, water, successie)
Natuurstreefbeelden vegetaties BVR Natuurbeheerplannen Bijlage 3
3 x natuurstreefbeelden In een nbp zal je op kaart aanduiden waar welke natuurstreefbeelden liggen. Als eerste werk je met nsb vegetaties of procesgestuurde natuur. Indien er hiernaast extra beheer nodig is voor het beheer van soorten, kan je leefgebieden van soorten aanduiden op de kaart. (Indien er voor de soorten geen extra beheer nodig is, duid je hiervoor géén leefgebieden aan)
Oppervlaktecriterium Bij terreinen van type 3 en 4: “minstens 1 natuurstreefbeeld in ecologisch aaneengesloten geheel, met minimale oppervlakte: Strand en duinen 5 ha Slikken en schorren Stilstaande wateren 0,5 ha Moerassen Heiden en hoogveen Halfnatuurlijke graslanden Soortenrijke permanente graslanden Ruigten en pioniersvegetaties Struwelen Bossen 10 ha Minstens 1 van de vooropgestelde nsb moet in één ecologisch aaneengesloten geheel gerealiseerd worden over de minimale oppervlakte als vermeld in de tabel. (dit is een afgeleide van de LSVI) ECOLOGISCH AANEENGESLOTEN GEHEEL = daar zijn veel vragen rond, eigenlijk kan je het zien als: als het realistisch is dat het terrein op termijn verbonden wordt, of zich binnen een geheel situeert dan is het ok (bv. verschillende terreinen binnen een groter bosgebied. Ligt er een harde barrière door dan is het geen ecologisch aaneengesloten geheel (bv. terrein langs ene kant van vaart/autostrade en terrein langs de andere kant).
Oppervlaktecriterium Voor natuurstreefbeelden leefgebieden van soorten Minimale opp. wordt bepaald door LSVI van INBO Voorbeeld boomkikker Waterhabitat: complex van >5 permanente en/of tijdelijke kleine (<100m²) of één of meer grote plassen (>100m²) Landhabitat: >20 ha (Totale oppervlakte moet minstens 10 ha zijn Werd geschrapt uit het BVR)
Enkele voorbeelden Enkele voorbeelden Matig voedselrijk broekbos (91E0_vm) Europees habitattype (Natura 2000)
Enkele voorbeelden Enkele voorbeelden Kamsalamander Europees beschermde soort (Natura 2000)
Wat is een natuurstreefbeeld? www.ecopedia.be/natuursteefbeelden_inleiding
Natuurstreefbeelden in NBP Enkele voorbeelden Verkenning: informeel overleg algemene beschrijving + globaal kader voor de 3 functies Mogelijke visie op hoofdlijnen wordt uitgewerkt Inventarisatie wordt vastgelegd Inventaris: Enkel die elementen inventariseren die strikt noodzakelijk zijn voor uitwerken visie en bepalen & opvolgen van doelstellingen. Beheerdoelstellingen Visie uit de verkenningsfase wordt uitgediept op basis van resultaten inventarisatie en verdere discussie. Beheermaatregelen Concretisering van de visie en de doelstellingen Opvolging Opvolging van doelen en maatregelen Is basis voor 6-jaarlijkse evaluatie beheerplan Duidelijkheid voor betrokkenen Specifiekere afspraken per terrein Eenvoudiger beheerplan
Deel 1: de verkenning
Deel 1 Verkenningsnota Enkele voorbeelden Formulier of eloket
Welke natuurstreefbeelden? Enkele voorbeelden Informatie beschikbaar via Geopunt, Gis software (of ANB in kaart): BWK Habitatkaart Bosleeftijd Eigen planten- kennis nodig! www.geopunt.be
Welke natuurstreefbeelden? Enkele voorbeelden INBO sleutels: www.inbo.be/bwk Bossleutel Nieuw: grasland Heidesleutel Stilstaande wateren Moeras, strand, kustduinen, mariene biotopen, ruigten en pioniers-vegetaties.
Criteria geïntegreerd natuurbeheer Het nieuwe natuurbeheerplan (NBP)
Criteria geïntegreerd natuurbeheer AMBITIE VOOR NATUUR Type NBP afhankelijk van doelstellingen TYPE 1 TYPE 2 TYPE 3 TYPE 4 Stand still zorgplicht 25% natuurstreefbeelden Criteria geïntegreerd natuurbeheer 90% natuurstreefbeelden Reservaat Type 3 + erfdienstbaar-heid TYPE 1 TYPE 2 TYPE 3 TYPE 4 Stand still zorgplicht 25% natuurstreefbeelden Criteria geïntegreerd natuurbeheer 90% natuurstreefbeelden Reservaat Type 3 + erfdienstbaar-heid SUBSIDIES €
Criteria geïntegreerd natuurbeheer Profit Planet People Horizontale criteria voor heel het terrein o.a. geen pesticiden, geen bemesting, zorgplicht Criteria enkel voor natuurstreefbeelden Goed beheer voor: karakteristieke soorten structuurkenmerken kwaliteit van het natuurlijk milieu Bij Europees beschermde habitats of soorten wordt gestreefd naar een goede staat van instandhouding Zie BVR criteria geïntegreerd natuurbeheer, Bijlage 1 Laatste puntje: En optimaal afstemmen op de IHD, managementplannen, SBP’s, en evt natuurrichtplannen.
Het nieuwe natuurbeheerplan (NBP) Monitoring Het nieuwe natuurbeheerplan (NBP)
Deel 5 Opvolging Adaptief natuurbeheer © Mike Alexander
Deel 5 Opvolging Beheerder registreert jaarlijks uitgevoerde maatregelen die gesubsidieerd worden 6-jaarlijks een kwalitatieve evaluatie per natuurstreefbeeld Bijsturing of niet? Wordt samen met ANB beslist Principe adaptief beheer
Code goede praktijk monitoring Bepaalt per natuurstreefbeeld verplichte + mogelijke methode voor beheermonitoring Bepaalt welke soorten in aanmerking komen voor inventariseren 4 methodes Basis = registreren uitgevoerde werken + 6-jaarlijkse beheerevaluatie op niveau natuurstreefbeeld Basis + opvolgen met indicatorlijsten Basis + opvolgen grond- en/of oppervlaktewaterpeilen Inventariseren van soorten via gestandaardiseerde vangst- of telmethode
Beschikbare hulpmiddelen Zie website ANB:
Vragen? www.inverde.be www.ecopedia.be sarah.rousseaux@vlaanderen.be 0486/82.94.08 liselotledene@hotmail.com 0487/31.94.92