Genesis 1:1-6:8 (5) WELKOM

Psalm 119: 1  Welzalig wie de rechte wegen gaan, wie in de regels van Gods wijsheid treden.  Zalig wie zijn getuigenis verstaan, van ganser harte zoeken naar zijn vrede.  Geen onrecht en dwaling lokt hen aan.  De weg der zondaars wordt door hen gemeden.

Psalm 119: 2  Gij hebt ons hart uw orde opgelegd, opdat wij die met ijver onderhouden.  Ach, ging ik toch de wegen van uw recht, dan stond ik niet beschaamd, als ik vertrouwde  op wat Gij in uw liefde tot mij zegt, als ik de schoonheid van uw wet aanschouwde.

Genesis 1:1-6:8 (5) GEBED

Genesis 1:1-6:8 (5) Lezing(1): Genesis 3:1-13 Lezing(2): Genesis 3:1-13 Vraag: Is er verschil? Vraag: welke lezing doet het meest recht aan het het verhaal?

Genesis 1:1-6:8 (5) Even terug naar het overzicht op blz. 17: de drie grote thema’s: -Leven -Leven en dood -Dood en leven

Genesis 1:1-6:8 (5) -De vragen op blz. 25 en 26 Blz. 26 – de ogen gaan open, de vertelling laat dat heel goed uitkomen, door allerlei woorden te gebruiken die met zien te maken hebben

Genesis 1:1-6:8 (5) -Zonde! -Uitgestelde gevolgen – de vrouw valt niet ter plekke dood neer. -Maar de gevolgen zijn verschrikkelijk: -Blz 27 -De slang had gezegd: jullie zullen als god(en), echter er kan maar EÉN God zijn, anders strijd.

Genesis 1:1-6:8 (5) -Het Proces -God roept de mens -Vriendelijk? / Woedend! -Ik werd bang < schaamte en angst -Heel sterke krachten in een mens -Let op de opbouw (blz 28) -Vragen blz. 29

Genesis 1:1-6:8 (5) -Blz. 29: begeren van de vrouw is niet positief(!) Wetenswaardigheid (1) -Blz. 30: voltrekking van het oordeel -Nogmaals – de opbouw -Waarheid en leugen in de woorden van de slang. -De mens uitgeworpen uit het heiligdom

Genesis 1:1-6:8 (5) -Lezen: Genesis 4:1-16 -Vragen blz. 31

Genesis 1:1-6:8 (5)

-Vragen blz ‘Met de hulp van de HEER,’ – vgl zei ze, -‘heb IK het leven geschonken -aan een man!’ (?) – vgl. 4:25 > -Ze noemde hem Set, ‘want,’ zei ze, ‘God heeft mij (…) een ander kind gegeven.’

Genesis 1:1-6:8 (5) -Vragen blz ‘Met de hulp van de HEER,’ – vgl zei ze, -‘heb IK het leven geschonken -aan een man!’ (?) – vgl. 4:25 > -Ze noemde hem Set, ‘want,’ zei ze, ‘God heeft mij (…) een ander kind gegeven.’

Genesis 1:1-6:8 (5) Het offer Van Kaïn En Abel

Genesis 1:1-6:8 (5) De boosheid van Kaïn: De HEER spreekt Kaïn aan: Hij waarschuwt voor het kwade en wijst de weg van het goed – Hij heeft immers kennis van goed en kwaad – en staat er boven Het beste advies ter wereld(!) En dan…

Genesis 1:1-6:8 (5)  PS. De powerpoints staan op: 

Genesis 1:1-6:8 (5)  Voor de volgende keer…  Lees Genesis 5:1-6:8  En blz van de cursus.

Psalm 119: 4  Waarmee bewaart de jeugd haar bloem, haar eer, hoe vindt de mens reeds vroeg de rechte paden?  Hij houdt zijn leven onbesmet, wanneer hij zich door God en zijn gebod laat raden.  Ik zoek U met mijn ganse hart, o HEER, leid mij niet af ter zijde en ten kwade.

Psalm 119: 3  U dank ik, HEER, in opgetogenheid. Mijn hart verheugt zich over uw bevelen,  U wil ik, die de allerhoogste zijt, in alles volgen, niets voor U verhelen.  Verlaat mij niet, ik ben U toegewijd, verlaat mij niet, laat in uw gunst mij delen.

Genesis 1:1-6:8 (5) DANKGEBED