Voorbeeldexamen havo www.mevrouwzus.wordpress.com.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Zinloos geweld Nick Joel Frank Van 2bA.
Advertisements

Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
Tevredenheid met behandelaar en behandeling.
De Tabernakel. God wil wonen tussen de mensen!
Tevredenheids onderzoek Door Lizanne Jespers HBO-V studente Maart 2014
Schema en synthese van een zakelijke tekst
Jezus en de wet van Mozes.
“Een reis naar Licht”.
Alles wat een begin heeft, heeft ook een einde
Welke kenmerken schrijven jij of anderen aan God toe? Roept u maar!
De gevolgen van de zonde
MOBIELE PORNO? NEE, IK DOE NIET MEE
Extra ondersteuning voor leesvaardigheid
Beelden storm.
Mijn naam is Willem Wind. Mijn naam is Willem Wind En ik ben hoogbegaafd.
Door: Karlijn, Amber & Stefani. H23.
Door Rosalie Blok. Op 4 mei 2013 heb ik besloten om naar de dodenherdenking te gaan in een dorp in de provincie Zeeland. Dit wordt jaarlijks georganiseerd.
Bas van der Lans Sanne Schumacher Henno van de Hee “The BIGGER picture” Public design – concept 3.
Paragraaf 2.3 Geloven en weten..
Levensvragen Over geluk…..
Gaat U 1 juni stemmen? Bedenk U eerst eens goed!
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
HET CURRICULUM VITAE = VISTEKAARTJE NUMMER 2
Zakelijk lezen Nederlands.
Oefening 3, powerpoint, 1BaMV
Het Potlood.
E XAMEN SAMENVATTEN 2010 II 1. Hoe luidt de beoordeling van de samenvatting? 2. Hoe ziet de samenvatting eruit?
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Conflicten! Lastig of een kans op ontwikkeling?
CanDo Coaching.
Communiceren met Marloes
© Wilma de Hond 2015.
Wees eens wat OENiger Open – Eerlijk - Nieuwsgierig
Slot 4Hc.
Proeftoets periode 1 4 havo.
Beschouwing – De Laatste Tips
Uitleg persoonsvorm (pv)
Inleiding in de Module R. Hoijtink. Met welke gevoelens associeer je deze beelden? Vrijheid, vakantie, succes, natuur, avontuur, rust. Kortom alles wat.
Samenvatting Havo 5.
Onrecht !!! Vrouw geschopt en aan de haren getrokken voor gsm
Blok 6.
Bouwplan 4Hc.
Stage: Basisschool de Klingerberg
Onze doelen en visie in beeld
ANW Module 2 Leven Door Gabriella, Melanie, Elise en Fabienne van v4.
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
Teksten schrijven. Teksten schrijven Teksten schrijven – Waar gaat het over Onderwerp Titel Lead Tussenkopjes Illustraties Woorden vet/cursief.
Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
Begrijpend leesstrategieën, verbanden, signaalwoorden
Methodiek: Plancyclus
Tekstbronnen Wat moet je er mee?. Lees de vraag Welke informatie heb je nodig? Weet je al iets over dit onderwerp? Over welke tijd gaat het? Over welk.
Grenzen Eerlijk communiceren over wat je denkt, ook als je iets niet wilt. Mag dat?
Heel gewoon maar toch anders.
 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?
Nederlands Vrijdag 11 maart 2VA.
, Sociale veiligheid is cruciaal voor kinderen om te kunnen leren Evt. logo van de school.
Leesvaardig Examentraining.
Waar blijft de tijd Sociale media in jouw leven. Waar blijft de tijd Intro Je hoorde het verhaal van Marijke. Reageer eens op haar situatie. Sociale media.
Het schrijven van een betoog
Quiz tops en tips groep 5 en 6. Tops en tips In deze les maakte je maatje een gedicht over de nacht. Dit stond in ‘Zo zit het!’: ZO ZIT HET! Hier let.
Centraal Examen Nederlands
Lezen, schrijven en argumenteren
De vraag is je beste vriend
Een beschouwing schrijven
Verhage, H. (2005). Coachend opvoeden. Soest: Uitgeverij Nelissen.
Kinderen vragen OM DUIDELIJKHEID
teksten Een tekst vormt een samenhangend geheel
Examen samenvatten 2010 II Hoe luidt de beoordeling van de samenvatting? Hoe ziet de samenvatting eruit?
Transcript van de presentatie:

Voorbeeldexamen havo

Tekst 1 De misdaadparadox

1p 1

1 B mensen criminaliteit minder accepteren naarmate hun omgeving veiliger is.

Uitwerking 1 De eerste vijf alinea’s van de tekst gaan over de veiligheidsparadox. Zie de r : ‘Naarmate er minder criminaliteit is in je omgeving, neemt de tolerantie af voor wat er gebeurt. Zo beschrijven criminologen de “veiligheidsparadox”.’ Alinea 1 behandelt twee voorbeelden van deze paradox.

In de onveilige stad leidt een beroving of een bedreiging niet tot verbazing (zie regels 1-11). Maar op het veilige platteland leidt een inbraak wel tot verbazing. (zie regels )

1p 2

2 C stelling - onderbouwing

Uitwerking 2 De stelling: ‘Criminaliteit en veiligheid zijn geen statische begrippen. Ze veranderen en zijn onderhevig aan modes.’ (r ) De onderbouwing van de stelling: de verandering in hoe er wordt aangekeken tegen prostitutie (r ), paddo’s (r ) en hangjongeren (r.54-57)

Antwoord + uitwerking 1p 3 Benadering van criminaliteit en veiligheid alinea 3 ‘Criminaliteit en veiligheid zijn geen statische begrippen. Ze veranderen en zijn onderhavig aan modes.’ (r.37-40)

1p 4 Terugloop in criminaliteitscijfers alinea 5 ‘Toeval of niet, het jaar na de moord op Pim Fortuyn in 2002 beginnen de criminaliteitscijfers in Nederland te dalen.’ (r )

1p 5 Vraagtekens bij stijging jeugdcriminaliteit alinea 11 ‘Stijgt de jeugdcriminaliteit wel echt zoals de politiecijfers suggereren?’ (r )

3p 6

Tip! Schrijf een open vraag (met een maximaal aantal woorden) eerst in het klad!

6 maximumscore 3

Uitwerking 6 (r ) ‘Tot het midden van de jaren zeventig was er eigenlijk heel weinig aandacht voor slachtoffers van criminaliteit. De dader was altijd het uitgangspunt: die moest opgepakt en gestraft of behandeld worden. Het slachtoffer stond daar helemaal buiten. Nu hebben de slachtoffers spreektijd in de rechtszaal.’ Niet langer dan 20 woorden!

3p 7

7 maximumscore 3 (In tekstfragment 1 wordt gesproken over) de dader als een zondaar (die moest worden genezen) of slachtoffer 1 (In ‘De misdaadparadox’ gaat het om) een dader die (opgepakt en) gestraft of behandeld moest worden 1 een volledig goed antwoord, niet langer dan 30 woorden 1

Uitwerking 7 Zie de laatste zinnen van tekstfragment 1: ‘Zowel christenen als socialisten hadden een zekere compassie met de dader. Voor christenen was hij een zondaar die van zijn dwalingen moest genezen. Voor socialisten een slachtoffer van een onrechtvaardig systeem.’ En vergelijk die met r in alinea 4:

‘De dader was altijd het uitgangspunt: die moest opgepakt en gestraft of behandeld worden.’ Maximaal 30 woorden!

2p 8

8 maximumscore 2 “Zo schieten slachtofferenquêtes op een belangrijk punt tekort: allochtonen en jongeren doen er minder vaak aan mee.” (regels ) indien één van de volgende citaten: 1 “Een groot deel van de criminaliteit komt in geen enkele statistiek terecht, doordat mensen denken dat het geen zin heeft aangifte te doen.” (regels ) “Die is voor iedereen anders en speelt dus een rol bij de interpretatie van informatie uit slachtofferenquêtes.” (regels )

Uitwerking 8 In de alinea’s 5 en 6 geven de schrijvers een aantal resultaten van de slachtofferenquête weer. Dat ze in alinea 7 kritiek op de enquête weergeven, kondigen ze aan in de eerste zin van alinea 7: ‘Maar bij alle cijfers die wijzen op een afname van criminaliteit, zijn kanttekeningen te maken.’ (r )

In de zin die daarop volgt, wordt de kritiek onder woorden gebracht.

1p 9

9 C de statistieken een minder reëel beeld geven van de criminaliteit.

Uitwerking 9 Zie r : ‘Een groot deel van de criminaliteit komt in geen enkele statistiek terecht, doordat mensen denken dat het geen zin heeft aangifte te doen. Of doordat de criminaliteit door niemand anders dan andere criminelen wordt opgemerkt.’

1p 10

10 D uitwerking

Uitwerking 10 In alinea 5 stellen de schrijvers: ‘Toeval of niet, het jaar na de moord op Pim Fortuyn in 2002 beginnen de criminaliteitscijfers in Nederland te dalen.’ (r ) In alinea 6 geven ze een nadere uitleg: ‘Ook de politiecijfers (de aantallen aangiftes) lijken het beeld te bevestigen…

…dat de criminaliteit sinds een piek in 2002 daalt. “Dat kan een indirect gevolg zijn van de moord op Pim Fortuyn”, zegt onderzoeker Roel Jennissen (…) Na de parlementsverkiezingen van 2002 kwam er veel aandacht voor blauw op straat, op managers bij de politie werd gekort en in een stad als Rotterdam werd veiligheid topprioriteit.’ (r )

1p 11

11 A constatering

Uitwerking 11 Alinea 5 en 6 gaan over de daling van criminaliteitscijfers. In alinea 7 worden kanttekeningen geplaatst bij die cijfers. In alinea 8 constateren de schrijvers: ‘Uit alle cijfers komt één ding helder naar voren. De gevoelens van onveiligheid worden vooral veroorzaakt door jongeren en geweld op straat.’ (r )

1p 12

12 B onderzoeksbevindingen

Uitwerking 12 Het eerste argument in alinea 9 dat het standpunt ondersteunt: ‘(…) tegenover het dalend aantal diefstallen en inbraken staat een stijgend aantal meldingen van geweld.’ (r ) Het tweede argument: ‘Wat verder opvalt, is dat de jeugdcriminaliteit de afgelopen jaren (…) stijgt.’ (r ) Beide argumenten ontlenen de schrijvers aan de onderzoeksresultaten.

2p 13

13 maximumscore 2 1. een stijgend aantal meldingen van geweld 1 2.stijging jeugdcriminaliteit 1

Uitwerking 13 De eerste zin van alinea 10 verwijst naar twee ontwikkelingen die in alinea 9 worden genoemd. De eerste ontwikkeling: ‘(…) tegenover het dalend aantal diefstallen en inbraken staat een stijgend aantal meldingen van geweld.’(r )

De tweede ontwikkeling: ‘Wat verder opvalt, is dat de jeugdcriminaliteit de afgelopen jaren (…) stijgt.’ (r )

3p 14

14 maximumscore 3 De kern van een goed antwoord is: Kattenkwaad /relatief normaal gedrag van jongeren wordt nu vaker bij de politie aangegeven 1 Daardoor stijgen de cijfers voor jeugdcriminaliteit 1 een volledig goed antwoord, niet langer dan 20 woorden 1

Uitwerking 14 (r ): ‘De stijging van het aantal jongeren dat als verdachte wordt aangemerkt, kan volgens Van der Laan voortkomen uit meer aandacht van de politie.’ en…

(r ): ‘Incidenten die vroeger werden afgedaan met een gesprek (…) kunnen nu strafzaken worden. (…) Volgens Weijers is het gevolg dat jonge kinderen een strafblad krijgen voor dingen die niet of nauwelijks als criminaliteit kunnen worden gekwalificeerd. Relatief normaal gedrag van jongeren wordt “gecriminaliseerd”.’

Je antwoord moet uit twee elementen bestaan. Ten eerste moet je noemen dat kattenkwaad vaker wordt aangegeven of vaker tot strafzaken leidt. Ten tweede moet je duidelijk maken dat daardoor de cijfers voor jeugdcriminaliteit stijgen.

Een antwoord als ‘Kattenkwaad wordt gecriminaliseerd’ is geen uitleg. Maximaal 20 woorden!

1p 15

15 A autoriteit

Uitwerking 15 Alinea 13 is geheel gebaseerd op uitspraken van een autoriteit: hoogleraar Weijers (r. 251 en 269)

4p 16

16 maximumscore 4 De kern van een goed antwoord is: Tekstfragment 2 stelt dat jeugdcriminaliteit niet toeneemt 1 In alinea wordt gesteld dat er meer aangiftes zijn van jeugdcriminaliteit, maar veel van de aangiftes zijn voor dingen die nauwelijks als criminaliteit kunnen worden aangemerkt 1 (Dus) volgens beide teksten zijn jongeren niet (echt) crimineler dan vroeger 1 een volledig goed antwoord, niet langer dan 45 woorden 1

Uitwerking 16 De vraag is (zie r ): blijft de criminaliteit onder jongeren stabiel of wordt de jeugd toch crimineler? Het antwoord in tekstfragment 2: ‘Veel mensen zijn bezorgd omdat ze denken dat de jeugdcriminaliteit toeneemt. Dat is absoluut niet zo.’

Het antwoord in alinea’s 12 en 13 van De misdaadparadox: ‘De stijging van het aantal jongeren dat als verdachte wordt aangemerkt, kan (…) voortkomen uit meer aandacht van de politie. Ook de normen over wat aanvaardbaar gedrag is en wat niet, veranderen.’ (r )

En: ‘Incidenten die vroeger werden afgedaan met een gesprek (…) kunnen nu strafzaken worden.’ (r ) Kortom: de jeugd wordt niet echt crimineler. Er wordt alleen eerder aangifte gedaan.

Zowel volgens de hoofdtekst als volgens het tekstfragment is de jeugdcriminaliteit dus stabiel. Geen voorbeelden noemen. Maximaal 45 woorden.

1p 17

17 D Onderzoekscijfers zijn onmisbaar voor het denken over veiligheid, maar behoeven soms nuancering.

Uitwerking 17 Onderzoekscijfers zijn onmisbaar voor het denken over veiligheid: ‘(…) de introductie van de slachtofferenquête markeert niet alleen een kentering in het denken over criminaliteit. Bijna dertig jaar na de introductie zijn deze gegevens een belangrijk uitgangspunt voor beleidsmakers en wetenschappers.’ (r )

Wel behoeven de cijfers soms nuancering: ‘Maar bij alle cijfers die wijzen op een afname van criminaliteit, zijn kanttekeningen te maken.’ (r )

1p 18

18 D Hoe kan het dat mensen zich niet veiliger voelen, terwijl er volgens de cijfers minder criminaliteit is? 18 D

Uitwerking 18 (Zie r ): ‘De criminaliteit in Nederland daalt al jaren. Toch voelt een meerderheid van de bevolking zich onveiliger dan tien jaar geleden. Hoe is dat te verklaren? Naarmate er minder criminaliteit is in je omgeving, neemt de tolerantie af voor wat gebeurt. Zo beschrijven criminologen de “veiligheidsparadox”.’

1p 19

19 A de lezer aan het denken te zetten over de beleving van veiligheid en de bevindingen uit onderzoek rondom het thema criminaliteit en veiligheid.

Uitwerking 19 (Zie r ): ‘De criminaliteit in Nederland daalt al jaren. Toch voelt een meerderheid van de bevolking zich onveiliger dan tien jaar geleden. Hoe is dat te verklaren?’ Met deze vraag aan het begin van de tekst prikkelen de schrijvers de lezer tot nadenken over de misdaadparadox. Ze gaan in hun tekst uitvoerig in op de bevindingen uit het onderzoek.

1p 20

20 D veelplegers

Uitwerking 20 Criminaliteitscijfers en onveiligheidsgevoelens zijn onmisbare informatie-elementen. Zonder die cijfers en die gevoelens bestond de misdaadparadox niet. (Zie r ): ‘De paradox verklaart hoe het kan dat het volgens de cijfers al jaren veiliger wordt in Nederland, maar dat de mensen zich niet veiliger voelen.’

Jongeren zijn ook onmisbaar in een samenvatting. Ze vormen de belangrijkste oorzaak van de onveiligheidsgevoelens. (Zie r ): ‘Uit alle cijfers komt één ding helder naar voren. De gevoelens van onveiligheid worden vooral veroorzaakt door jongeren en geweld op straat.’

Veelplegers komen voor in de tekst (r. 154 en 187), maar ze spelen een ondergeschikte rol.

Tekst 2 Tevredenen of legen

1p 21

21 B illustreert de probleemstelling die de kern van de tekst vormt.

Uitwerking 21 Dat de schrijfster het gedicht van Bloem graag citeert, zoals ze in alinea 1 zegt, is geen anekdote. Het is ook niet de aanleiding om deze tekst te schrijven. En er wordt ook geen toekomstvisie mee geschetst. Het gedicht zelf speelt in de tekst verder geen rol.

Alinea 1 geeft een illustratie van wat de schrijfster in de rest van de tekst aan de orde stelt: hoe gaan tevredenen en legen met de natuur om, en hebben wij in Nederland wel natuur?

3p 22

22 maximumscore 3 De kern van een goed antwoord is: De mens (in Nederland) wil de natuur beschermen en behouden 1 er ontstaan conflicten hierover / hier wordt veel over gekletst 1 dit illustreert juist dat er in Nederland geen echte natuur meer is / enkel nog cultuur is 1 Indien meer dan 30 woorden: 1 scorepunt aftrek Indien meer dan 35 woorden: 2 scorepunten aftrek Indien meer dan 40 woorden: 3 scorepunten aftrek

Uitwerking 22 De belangrijkste uitspraken in alinea 4 vind je aan het begin en aan het eind. Zie r : ‘Omgekeerd neemt de mens ook een taak op zich. De mens zweert de natuur te beschermen en te behouden.’ En r : ‘Al dat geklets illustreert alleen maar…

…dat Nederland geen natuur meer heeft. Alles is cultuur. Alles is een kiekje, een postzegeltje schoonheid, een vierkantje geschilderde ongereptheid.’ Meer dan 30 woorden = -1 Meer dan 35 woorden = -2 Meer dan 40 woorden = -3

2p 23

23 maximumscore 2 De kern van een goed antwoord is: Mensen komen bij (onverantwoorde) activiteiten in de natuur in gevaar 1 een volledig goed antwoord, niet langer dan 20 woorden 1

Uitwerking 23 Zie r : ‘Het zit in de inmiddels totaal geperverteerde natuur van de mens tot extreem gedrag over te gaan in de natuur. (…) Met of vaak zonder kennis van zaken doet men totaal onverantwoorde dingen.’ En r : ‘Vervolgens moeten de mensen van de hulpdiensten hun eigen leven wagen.’

1p 24

24 A afwijzend, maar berustend

Uitwerking 24 De schrijfster wijst de manier waarop veel mensen met de natuur omgaan af: ‘De grootste bedreiging voor het verblijf in de natuur is juist de noodzaak de natuur enerverend te maken.’ (r ) Ze berust erin dat Nederland geen natuur meer heeft: ‘Alles is een kiekje, een postzegeltje schoonheid, een vierkantje…

… geschilderde ongereptheid. Is dat erg? Nee, maar laten we niet net doen of het natuur is.’ (r ) En als ze rustig in de Franse Alpen zit, is ze tevreden: ‘Domweg gelukkig in Gemillon.’ (r )

1p 25

C Mensen proberen in de natuur tot rust te komen, maar doordat daar steeds meer activiteiten worden aangeboden, lukt dat bijna niemand meer. Alleen wie zich aan het kayakken, bungyjumpen en dergelijke onttrekt door zich in de natuur over te geven aan yoga, heeft een kans er nog van te kunnen genieten. Helaas moet de natuur tegenwoordig vooral ‘uitdagend’ zijn, dus je kunt eigenlijk wel stellen dat er in Nederland geen echte natuur meer is. D Vroeger was in ons land de natuur nog leeg. Ondanks allerlei pogingen om haar te beschermen, is het niet gelukt de mens tegen te houden bij het cultiveren van de natuur. Daardoor zijn er nu zoveel activiteiten in de natuur dat het vrijwel niet meer mogelijk is er tot rust te komen. Wie nog rust in de natuur wil vinden, moet naar het buitenland gaan.

25 B Mensen in ons land kunnen niet meer gewoon genieten van de natuur, maar willen allerlei activiteiten in de natuur ondernemen, om te voorkomen dat het saai wordt. Omdat Nederland geen echte natuur meer heeft, gaan ze op avontuur in het buitenland en dit levert soms onverantwoorde, gevaarlijke situaties op. Beter is het om de natuur de natuur te laten zijn en haar rustig te ondergaan.

Uitwerking 25 De belangrijkste stappen in de tekst vind je in de alinea’s 2, 4, 5 en 6. In alinea 2 lees je over de drang van veel mensen om in de natuur activiteiten te ondernemen: ‘Vervolgens worden dan in de natuur allerlei activiteiten ontplooid en evenementen georganiseerd, opdat het maar niet SAAI wordt.’ (r )

In alinea 4 lees je dat Nederland geen echte natuur meer heeft: ‘Al dat geklets illustreert alleen maar dat Nederland geen natuur meer heeft. Alles is cultuur.’ (r ) In alinea 5 lees je dat mensen daarom voor de natuur naar het buitenland gaan en over het gevaar dat ze daar opzoeken:

‘Daarvoor moeten natuurliefhebbers uiteraard Nederland verlaten. Met of vaak zonder kennis van zaken doet men totaal onverantwoorde dingen.’ (r ) In alinea 6 lees je wat volgens de schrijfster beter zou zijn: ‘Was de natuur maar voor tevredenen en legen. Die zitten, net als ik, deze zomer in de Franse Alpen met een boek buiten, de blik op de roerloze bergtoppen aan de overkant.’ (r )

1p 26

26 A een beschouwing.

Uitwerking 26 De schrijfster vertelt hoe anderen de natuur beleven en hoe zij het zelf graag doet. Haar tekst is dus deels subjectief, deels objectief. Met een aantal sprekende voorbeelden probeert ze de lezer aan het denken te zetten, zonder dat je kunt zeggen dat ze de lezer met argumenten van haar standpunt wil overtuigen.