De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Wie is de Commissie m.e.r.? Adviesfunctie Kennisfunctie

Verwante presentaties


Presentatie over: "Wie is de Commissie m.e.r.? Adviesfunctie Kennisfunctie"— Transcript van de presentatie:

0 Schakeldag 2016 Roel Meeuwsen en Annemarie Wagenmakers
Omgevingsvisie en m.e.r. Schakeldag 2016 Roel Meeuwsen en Annemarie Wagenmakers

1 Wie is de Commissie m.e.r.? Adviesfunctie Kennisfunctie
3000 projecten/plannen ca. 40 medewerkers ca. 300 deskundigen uit heel Nederland Kennisfunctie factsheets, casebeschrijvingen website, nieuwsbrief themabijeenkomsten, presentaties, cursussen

2 Organisatie Commissie
Secretariaat en voorzitters Externe deskundigen Per project een werkgroep op maat Onafhankelijk Geen overheid: onafhankelijke stichting

3 wat kan de Commissie voor u doen
Deskundig en onafhankelijk advies over m.e.r. voorfase (R&D): “scoping”, hoe gebruik je m.e.r. het meest effectief, welke alternatieven, welke aspecten second opinion m.e.r.-beoordeling toetsing: volledigheid en juistheid MER (in relatie tot het te nemen besluit) geen inhoudelijk oordeel over het plan of project geen keuzes uit alternatieven

4 Omgevingswet Zes kerninstrumenten Omgevingsvisie Plan of programma
Algemene rijksregels Decentrale regelgeving Projectbesluit Omgevingsvergunning korte uitleg nieuwe instrumenten aangezien sommige mensen al voor de derde x naar VVMdag Ow komen en er een aparte workshop Ow voor dummies is De nieuwe omgevingswet kent zes kerninstrumenten: omgevingsvisie; betreft lange termijnvisie van een bestuursorgaan over noodzakelijke en gewenste ontwikkelingen van de fysieke leefomgeving, voor de gemeente is dit een vrijwillig instrument. Het komt in de plaats van structuurvisies, relevante delen van de natuurvisie, verkeers- en vervoersplannen, strategische gedeelten van nationale en provinciale waterplannen en milieubeleidsplannen. programma; deze spelen een belangrijke rol bij de operationalisering van beleidsdoelen uit een omgevingsvisie en bevat maatregelen voor bescherming beheer, gebruik en ontwikkeling van de fysieke leefomgeving. Het programma kan plannen bevatten voor de uitvoering van projecten of maatregelen om sectorale doelen te verwezenlijken of aan omgevingswaarden te voldoen. Een voorbeeld is het NSL. Een programma kan op rijks-, provinciaal en lokaal niveau. Plannen of programma’s die het gebruik bepalen van kleine gebieden op lokaal niveau of kleine wijzigingen van een plan of programma zijn alleen plan-m.e.r-plichtig indien de milieugevolgen aanzienlijk zijn. decentrale regelgeving; het streven is dat decentrale overheden hun regels over de fysieke leefomgeving bijeenbrengen in één gebiedsdekkende regeling. Voor gemeenten het omgevingsplan (bestemmingsplan met verbrede reikwijdte), voor waterschappen de waterschapsverordening en voor provincies de omgevingsverordening. De regelingen zijn gericht op het regelen van activiteiten voor burgers en bedrijven, maar kunnen omgevingswaarden of in het geval van de provincie, instructieregels bevatten. Binnen het omgevingsplan en de verordeningen kunnen functie- en locatiespecifieke regels worden opgenomen, die zich rechtstreeks tot burgers en bedrijven richten. algemene rijksregels; de centrale overheid gaat zoveel mogelijk met algemene regels werken, om te voorkomen dat burgers en bedrijven steeds toestemming moeten vragen. Om flexibiliteit te bewerkstelligen bevat het wetsvoorstel de mogelijkheid om regels over gelijkwaardigheid en maatwerkvoorschriften op te nemen. omgevingsvergunning; dit instrument is gelijk aan de omgevingsvergunning van de Wabo. Doordat er meer algemene regels zijn, zal minder vaak dan nu het geval is een omgevingsvergunning aangevraagd hoeven te worden. Dit zou er toe kunnen leiden dat, in strijd met de EU-richtlijn, activiteiten buiten de m.e.r.-plicht om uitgevoerd kunnen worden. projectbesluit; deze vervangt het inpassingsplan, het tracébesluit, het projectplan uit de Waterwet en de coördinatieregelingen uit de Wro, Tracéwet, Waterwet en Ontgrondingenwet. Het projectbesluit strekt tot wijziging van het omgevingsplan en kan de plaats innemen van de omgevingsvergunning voor activiteiten die deel uitmaken van het project en van andere toestemmingen die nodig zijn, zoals een verkeersbesluit. Wanneer bij een projectbesluit in een eerste stap een voorkeursbeslissing wordt genomen (ondersteund met plan-m.e.r.) dan is deze voorkeursbeslissing niet appellabel. Pas tegen het projectbesluit zelf kan beroep ingediend worden (na zienswijzenprocedure).

5 Omgevingswet en m.e.r. Milieueffectrapportage in afdeling 16.4 Ow
1. plan-m.e.r. 2. plan-m.e.r.-beoordeling 3. project-m.e.r. 4. project-m.e.r.-beoordeling M.e.r. in hoofdstuk Procedures wat terugkomt als voorheen plan-m.e.r. en project-m.e.r. nieuw is de plan-mer beoordeling

6 1. plan-m.e.r. in Ow (1) plan-m.e.r. gekoppeld aan plannen en programma’s als bedoeld in Smb-richtlijn plan-m.e.r.-plicht indien: - plan/programma kaderstellend is voor m.e.r.- (beoordelings)plichtige besluiten, of: - indien een Passende beoordeling moet worden gemaakt op grond van Wet natuurbescherming systematiek wijkt af van huidige limitatieve lijst, waarin de plannen genoemd zijn. sluit beter aan op Eur. richtlijn. Wat wordt er anders? nu niet meer naar lijst kijken, in principe alles mogelijk plan-m.e.r.-plichtig. In het verleden was dit wel eens lastig, bijvoorbeeld het PAS wel in ieder geval beschreven in tweede lid; programma, voorkeursbeslissing, omgevingsvisie, omgevingsplan een van de aangenomen amendementen gaat over uitwerking wat is klein gebied/kleine wijziging?

7 1. plan-m.e.r. (2) inspraak en kennisgeving voornemen komen niet terug, wel raadpleging instanties advies Commissie blijft verplicht over plan-MER de voorfase wordt zo vormvrij mogelijk, aan instanties overgelaten hoe en wat. Nu: kennsigeving voornemen verplicht, met daarin vermeld óf advies Cie. m.e.r. wordt gevraagd. Advies vragen blijft natuurlijk in Ow nog steeds mogelijk.

8 Omgevingsvisie Omgevingsplan
Integraal Alle 3 bestuurslagen Gezamenlijk kan Zelfbinding Strategisch Gebiedsniveau Geen beroep Geen schadeclaims Plan-m.e.r. Integraal Gemeente Eén plan Bindend Operationeel Locatieniveau Beroep Schadeclaims mogelijk Plan-m.e.r. of project-m.e.r.

9 Inhoud MER Beschrijving van aanzienlijke milieugevolgen van een voornemen Beschrijving van alternatieven Afzetten van voornemen én alternatieven tegen referentiesituatie Wat betekenen de wijzigingen door Ow voor m.e.r.? Wat doe je in een MER? beschrijving van voornemen en alternatieven (kijk op welke andere manier je je doel zou kunnen bereiken). Deze afzetten tegen de situatie dat je niks zou doen. Bij de beschrijving van het voornemen moet je altijd uitgaan van de maximale mogelijkheden van het bestemmingsplan. Hoe verhoudt zich dit nu tot uitnodigingsplanologie? Immers dan is het voornemen nog niet ingevuld. Het plan wordt met initiatieven van onderaf ingevuld. In 7.23 ook verwijzing naar bijlage IV van de M.e.r.-richtlijn, voor zover het MER die niet al bevat. Let op: Passende beoordeling wél verplicht bij plan-MER, niet bij project-MER 19j, vierde lid resp. 19f, tweede lid, Nb-wet het detailniveau van het MER moet aansluiten op het detailniveau van het plan. Uitgangspunt is dat het MER de effecten in beeld brengt uitgaande van de maximale mogelijkheden van het plan. wordt MER echt niet anders als planfiguren waar m.e.r. aan gekoppeld is anders worden?

10 Uitnodigingsplanologie en m.e.r.
film Uitnodigingsplanologie

11 Hoe sluit het MER aan op de nieuwe plannen?
Verlengen van planhorizon, van 10 naar 20 jaar Integraal denken i.p.v. sectoraal Flexibel denken, niet meer in functies, maar in proces van borgen kwaliteiten Maatwerk, onderzoek afstemmen op detailniveau van het plan Monitoring en evaluatie met maatregelen achter de hand

12 Pilots (nieuwe) omgevingswet
van Bestemmingsplannen naar Omgevingsplannen Wat betekent dat voor MER? wat betekent dat voor het werk van de Commissie m.e.r.? Wat betekent dit voor het advieswerk van de Commissie?

13 Voorbeeld Omgevingsplan Binckhorst
Gemeente Den Haag wil dit gebied transformeren tot een duurzaam en hoogwaardig woon-, werk- en leefgebied

14 Casus Binckhorst Wensen gemeente Den Haag organische ontwikkeling
verder dan 10 jaar te kunnen kijken geleidelijk transformeren diverse functies naast elkaar laten functioneren (mengen i.p.v. zoneren, zoneren kost kostbare ruimte!) En besef dat monofunctionele kwaliteitseisen niet altijd omgevingskwaliteit genereerd

15 Casus Nieuw Binckhorst
Omgevingseffectrapportage (OER), advies van de Commissie foto van de omgevingskwaliteit (milieugebruiksruimte) vertaling van de (milieu-)ambities verkenning van de mogelijkheden Vaststellen OER en omgevingsplan/visie Monitoring en vinger aan de pols, inzetten van maatregelen achter de hand

16 Toegevoegde waarde advies Commissie
Maak ambities expliciet i.r.t. milieugebruiksruimte Verleid initiatiefnemers door een beperkte set aan eisen Criteria/randvoorwaarden/kaders voor monitoring (vinger aan de pols) expliciet maken Monitoring: inzicht in (dreigende) knelpunten inzicht in (milieu-)ruimte / kansen advies verbreden van de scope draagt bij aan andere werkwijze en cultuur binnen de gemeente. - Aspecten expliciet maken, rekening houden met de beschikbare milieugebruiksruimte en de beperkingen voor nieuwe activiteiten een beperkte set aan eisen zal sneller particuliere partijen trekken dan een groot aantal gemeentelijke wensen en eisen Criteria/randvoorwaarden/kaders voor monitoring (vinger aan de pols) expliciet maken Monitoring kan helpen om inzicht te krijgen in (dreigende) knelpunten, maar ook om inzicht te krijgen in (milieu-)ruimte waar het gebied nog een impuls kan krijgen. advies verbreden van de scope draagt bij aan andere werkwijze en cultuur binnen de gemeente.

17 Binckhorst: eerste Lessen van Den Haag
Andere type informatie nodig Andere manier van denken en werken (kost tijd!) Organisatie is er nog niet op berekend (o.a. extra afdelingen betrekken, rollen, vaart houden, cultuur, verschillende snelheden bedrijfsonderdelen) Juridische zekerheid versus experiment

18 Nuttige m.e.r.-informatie in stappen
Potenties en ambities (activiteiten maar ook in leefomgevingskwaliteit) Foto van de leefomgeving: (milieu)ruimte, randvoorwaarden Uitwerking : confrontatie stap 1 & 2, verkennen van alternatieven, bepalen gevolgen voor de leefomgeving Vinger aan de pols: monitoring en evaluatie (APK, saldobenadering, maatregelen achter de hand) Hoe instrument m.e.r. optimaal inzetten? Logisch nadenken maar ook kijken naar afgeronde / lopende m.e.r. trajecten waar zit voor onderdelen inspiratie hoe je nuttige informatie kunt vergaren. Zie ook factsheet uitnodigingsplanologie; Milieugebruiksruimte (havengebied Rotterdam) bandbreedte benadering faseren (Warande) ad 1. welke problemen in de leefomgeving zijn aanleiding voor een plan? welke potenties voor verbetering zijn er? welke ambities zijn er voor het gebied en aan welke voorwaarden moet worden voldaan?

19 Wat zoeken we? Projecten en plannen die nu al aan de slag willen met de (nieuwe) omgevingswet Gebruik maken van de nieuwe aanpak Consequenties voor m.e.r. en de aanpak van het onderzoek en de adviezen van de Commissie R&D advies Tussentijdse toetsing/advies Toetsing Evaluatie / Monitoring / maatregelen achter de hand

20 Discussie Horizon 10 > 20 jaar Flexibel werken Denken in kwalitatieve criteria Maatwerk Maatregelen achter de hand

21 Dank voor uw aandacht! Kennisplatform m.e.r. www.commissiemer.nl

22 Consequenties voor m.e.r.
Verlengen planhorizon

23 Overige voorbeelden

24 Ambities provincie Overijssel herziet Omgevingsvisie (2016)
revisie: logistiek, agro&food, energiebeleid, bestaand bebouwd gebied maar ook ‘APK’ LOK-ER (leefomgevingskwaliteit effectrapport) ambitie- en daarbijhorend uitwerkingsniveau per thema doelbereik, kansen & effecten leefomgeving Waarom een LeefOmgevingsKwaliteit-EffectRapportage (LOK-ER)? In 2009 is bij het opstellen van de integrale Omgevingsvisie een PlanMER uitgevoerd waarin tevens de duurzaamheids-effecten van het voorgenomen beleid in beeld zijn gebracht. Gebaseerd op de uitgangspunten van het PlanMER 2009 en de Midterm Review 2014 wil de provincie een brede m.e.r. uitvoeren naar de effecten op de leefomgevingskwaliteit (integrale leefomgevingskwaliteit effectrapportage, LOK-ER), passend bij het abstractieniveau van de Omgevingsvisie. Waar een PlanMER dus vooral gericht is op milieuaspecten, dient de LOK-ER te gaan over alle aspecten die van invloed zijn op de leefomgevingskwaliteiten in de provincie Overijssel. De LOK-ER moet dus inzicht geven in effecten op de leefomgevingskwaliteit, met aandacht en handelingsperspectief voor duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit en sociale kwaliteit. Die vormen de rode draden van de Revisie.

25 Foto van de leefomgeving
(milieu)ruimte bij transformatie havengebied Rotterdam

26 Haven Rotterdam: milieu(gebruiks)ruimte
opgave: economische groei in Maasvlakte 1, Botlek-Vondelingenplaat en Europoort zonder toename van milieuoverlast aanpak: onderzoeken van effecten Havenvisie 2030 en afstemmen op de beschikbare milieuruimte (iteratief proces) resultaat: bestemmingsplannen met concrete randvoorwaarden per kaveltype & duidelijkheid voor bestaande en nieuwe bedrijven nodigt uit te investeren havenvisie: bekeken op welke kavels is nog milieugebruiksruimte, niet hele plan is benut. Welke kavels komen in aanmerking voor transformatie. MER uiteindelijk op kavelniveau, per kavel randvoorwaarde. Verwachting is dat verg verlening dan snel kan. De gemeente Rotterdam zat in de haven deels met het ontbreken van bestemmingsplannen waardoor alles theoretisch mogelijk was en deels met plannen die onnodig belemmerden wat men eigenlijk zou willen. Ze zijn een m.e.r.-procedure gestart en hebben gewerkt met een MER voor drie bestemmingsplannen. Eerst is een Havenvisie 2030 gemaakt waarin ieder deelgebied een typologie kreeg Containers, roro, petrochemische industrie etc.. Gekeken is hoe dan lege kavels ingevuld konden worden en welke kavels in aanmerking zouden komen voor transformatie. Ze hebben twee scenario’s uitgewerkt een met een hogere en een met een gematigde economische groei. De plannen zijn doorgerekend op milieugevolgen. Want het streven was ook om de milieuoverlast naar de omgeving niet te laten toenemen, en waar mogelijk plaatselijk terug te dringen. Die toets aan de beschikbare milieugebruiksruimte heeft in een iteratief proces geleid tot bijstelling en uiteindelijk tot de invulling van de bestemmingsplannen. Per type kavel gelden randvoorwaarden voor de uitstoot. Nu is men bezig om voor vergunningaanvragen die een op een inpasbaar zijn in de randvoorwaarden een eenvoudigere procedure te hanteren. De boodschap van deze case is: Het maken van het MER en het maken van de plannen is behoorlijk veel werk geweest: maar dan heb je ook wat voor nu en straks!

27 Structuurvisie Eindhoven
MER bij conserverend plan wat hebben we zoal? zijn we als gemeente op de goede weg? zijn maatregelen nodig? toetsingskader met stoplichtbenadering Eindhoven wilde snel een structuurvisie hebben, maar niet meteen allerlei besluiten voor de lange termijn nemen. Er kwam een interim structuurvisie die het huidige beleid toetste. Op zich ook een prima toepassing van m.e.r. Boeiend was de wijze waarop men specifiek definieerde wat men per milieusector als goed of matig of slecht beschouwde. 2016 herziening structuurvisie: nieuwe leefomgevingsfoto

28 Bandbreedteverkenning voorbeeld Overamstel (Amsterdam)
1 goed MER kan lang meegaan, niet alleen voor nieuwbouw, maar ook bij lastige transformatieprocessen

29 Overamstel, transformatie, tempo onzeker
opgave: transformatie bedrijventerrein naar een gemengd stedelijk leefmilieu aanpak: aangeven zekere ontwikkelingen (woningbouw) en bij de onzekerheden maximale en minimale mogelijkheden (Bijlmerbajes blijft of gaat, omvorming A2 wel of niet) uitkomsten: verkeersontwikkeling blijkt inpasbaar leefbaarheid nieuwe woongebieden naast bedrijven acceptabel omvorming A2 naar stadsweg een ‘brug te ver’ zoals Jeroen van S al in het filmpje zei ….. De gemeente Amsterdam transformeert het gebied Overamstel tot een “hoogwaardig grootstedelijk gebied”. Tot 2030 worden naar verwachting tot woningen en tot m2 bruto vloeroppervlakte aan bedrijven, kantoren en voorzieningen gerealiseerd. Ter onderbouwing van de planvorming en besluitvorming over een serie achtereenvolgende deelbestemmingsplannen wordt de procedure van milieueffectrapportage (m.e.r.) gevolgd.

30 Vinger aan de pols voorbeeld Lelystad-Zuid, Warande
Opmerkingen bij de advisering De gemeente heeft besloten voor deze wijk m.e.r. uit te voeren op een moment dat de planvoorbereiding al relatief ver was gevorderd. De Commissie heeft de reeds uitgevoerde milieustudies (positief) beoordeeld en het advies gericht op de punten die nog nader onderzoek vergen: een analyse van de milieuvoor- en nadelen van een hogere woningdichtheid in de wijk, het uitwerken van varianten voor de waterhuishouding, het beschrijven van een tweetal terugvalopties op het gebied van de hoofdverkeers- en openbaarvervoersontsluiting. Gaandeweg de toetsing van het MER bleek het nodig, mede vanwege de sinds 2000 veranderde wetgeving, een voorwaardelijke stapsgewijze aanpak te volgen. Fase 1 voorziet in het bouwen van ongeveer 4000 woningen. Alvorens fase 2, het bouwen van aanvullend ruim 4000 woningen kan worden gerealiseerd, zal hiervoor een nieuw bestemmingsplan moeten worden opgesteld. Daarvoor dient dan een passende beoordeling te worden uitgevoerd omdat uit het MER blijkt dat significante gevolgen te verwachten zijn op Natura 2000-gebied de Oostvaardersplassen. Toets pagina 14 ev. bevat een artikel over de problematiek van de kiekendieven in het plangebied.

31 Warande: monitoring- en evaluatie als randvoorwaarde
1e fase kan en in de voorschriften van het bestemmingsplan staat: 2e fase pas mogelijk als nieuw foerageer-gebied voor kiekendieven blijkt te functioneren uit MER kwam foerageergebied als knelpunt, op deze manier opgepakt. 1e fase kon zonder problemen worden aangelegd, plus foerageergebied. Daarna 2e fase.

32 nuttige m.e.r.-informatie in stappen
Potenties en ambities (activiteiten maar ook in leefomgevingskwaliteit) Foto van de leefomgeving: (milieu)ruimte, randvoorwaarden Verkennen van alternatieven & gevolgen leefomgeving Vinger aan de pols: monitoring en evaluatie (APK, saldobenadering, maatregelen achter de hand) Veel gemeenten experimenteren. bijv Binckhorst transformatie, Innovatie Meppel (woningbouw zonder collectieve voorzieningen, afwijken BB) en Leeuwarden (stroomdal, alternatieve windenergie). Boekel ecodorp en buitengebied, Terneuzen kanaalzone transformatie, Prov. Brabant 10e tranche, OP Oosterwold, Omgevingsvisie Overijssel, Omgevingsvisie Groningen, Geen vast programma: dan kan mer nuttig zijn om het denken hierover te ondersteunen


Download ppt "Wie is de Commissie m.e.r.? Adviesfunctie Kennisfunctie"

Verwante presentaties


Ads door Google