Plancyclus, les 2 Actualiteit

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Opwarmer : zoek de 5 verschillen
Advertisements

Levensbeschouwing Welkom
Initiatief Bijstellen Analyse Evaluatie Probleemstelling Netwerken
Strategisch management Samenvattend. Wie of wat is Strategisch management? Verantwoordelijken binnen een bedrijf voor het vastleggen van – Missie – Visie.
Missie Omgeving Identiteit Waarden & Overtuigingen Vaardigheden
Observeren en rapporteren
Moraliteit Les 2 Ethiek – Moraliteit – Les 2 Datum:
Media en creativiteit module 2 Identiteit
Werkmodel 8 domeinen van Schalock
Voor ondernemers die durven dromen! Peter Blokland
Presentatie startbijeenkomst
Pass’t Montessorionderwijs ?
Programma Doel van vanmiddag Uitgangspunten HGW Opdrachten Evaluatie.
Veranderen: 2 verschillende benaderingen
Ken je kracht…Deel je kracht…
Basisteam jeugd en gezin “de basis van het nieuwe Jeugdstelsel” Voorlichting VO 22 januari 2015.
Handelingsplannen.
Docent: Ans Sarianamual - oktober 2014
Stagebegeleiding Bijeenkomst 6, Blok 2.
Programma Introductie. Monitoring Functies van het ZAT Samenwerken in een ZAT Aanbevelingen.
Afnemende en toenemende verantwoordelijkheid
Les 2:Vriendschap, relatie en seksualiteit
Handelingstheorie II Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd Kamer: L
Module ‘Ouderbetrokkenheid’ AD opleiding ‘Pedagogisch educatief medewerker’ Week 1 Pascal van Schajik
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Methodiek- ontwikkeling 1 Bijeenkomst 2 Docent: Pascal van Schajik.
Handelingstheorie II Naam: Martine Bink
Kijken naar Kinderen Week 4
Methodiek: Plancyclus
Deel B, les 2 Agenda  Aan- en afwezigen  Actualiteit  Sociaal kapitaal  Pedagogische civil society  Huiswerk en de wijk in.
1 Methodiek A Hafida El-Gharbaoui
Hafida El-Gharbaoui Methodisch werken 1b Hafida El-Gharbaoui
PRAKTIJKERVARING EN REFLECTIE HAFIDA EL GHARBAOUI KAMER L
Plancyclus les 3 Actualiteit Quiz over de stof tot nu toe
Opgroeien in de stad les 3
gespreksvaardigheden
Communicatie 2 – kw 2 Les 1.
Vrijwilligersstage 2. BASISHOUDING EN CONTACT MAKEN.
Week 3  Inleiding attitude interview  Oefenen met attitude interview a.d.h.v. de practicum-vragen.
Les 7 Verantwoorden, legitimeren en professionaliseren.
Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek I Bijeenkomst 2 kwartaal 2.
Wjk.
Handelingstheorie II Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd Kamer: L
Happy new year Goede voornemens.... Waardenlijst Neem de waardenlijst door. Omcirkel de vijf voor jou belangrijkste waarden van de groep waarop je werkt.
Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije
Plancyclus, les 4  Actualiteit  Vragen naar aanleiding van vorige les  Vragen over hoofdstuk 4 en 5  Observeren met een plan; het verschil tussen observeren.
Methodiek: Plancyclus
Opdrachten en eindopdracht
Les 6  vragen naar aanleiding van de vorige les  van diagnose naar doelen en een plan  werken aan eindopdracht.
Pemwjk3. Programma tafeltjesronde over ruimte en materiaal Bespreek de inzichten die naar aanleiding van de tafeltjesronde over ruimte en materialen hebt.
Rotterdam, 00 januari 2007 Kijken naar kinderen Bijeenkomst 3 kwartaal 3.
FAALANGST DE BAAS.  Mijn naam:Annet Nelisse-Verlare  Werkzaam: O.b.s. OllieBBommel  Opleiding:Training “Faalangst de Baas” via Ortho Consult.
H3.6, Nieuwe kansen 1 Boek blz. 40 t/m 69, ca. 8 weken 4. Geboorte- verhalen Gaat over geboorteverhal en die iets laten zien van het nieuwe begin dat hun.
Bijeenkomst 5. Terugblik  Wat hebben we vorige bijeenkomst besproken?  Alles gelukt met het persoonlijk profiel?  Liepen jullie nog tegen dingen aan?
Observeren Les 3.
Anders kijken, anders doen
Rob Goossens Het Werkplan.
Connectief Connectief.
H2 Een leven lang leren.
Feedback op professioneel gedrag. De normaalste zaak van de wereld.
12 oktober 2017 Aanwezigen & je richten op deze les.
Begeleiden Les 5.
Praktijktoets Eind LP 1 VP17U.
BOM-model PV 25/03/2014.
Cyclisch proces binnen methodisch begeleiden
Observeren Les 2.
Communicatie 7e les.
Methodisch handelen Week 6 les 5. Methodisch handelen Week 6 les 5.
Observeren Les 2.
Kenniskring OPP Brenda Roepert en Amber Pompe Onderwijsadviseurs
Denken en doen.
Transcript van de presentatie:

Plancyclus, les 2 Actualiteit Vragen naar aanleiding van hoofdstuk 1 en 3. Vervolg kader Plancyclus De Oriëntatie fase Huiswerk

Actualiteit

Naar aanleiding van hoofdstuk 1 en 3. Vind je dat het evalueren een aparte fase moet zijn of dat bij elke fase evaluatie hoort? En waarom? Wat is volgens jou een betere manier van zorg aanbieden; Vraaggericht of Aanbod gericht, waarom? Wat is dialoog gestuurd werken? Vraaggericht werken vs. dialoog gestuurd werken: kan en mag je op iedere vraag van de cliënt ingaan? vb. de kinderwens van ouders met een verstandelijke beperking ga je daar op in, of niet. Dialoog wil zeggen dat jij op basis van jouw deskundigheid en normen en waarden grenzen aan geeft. Vraaggericht werken komt voort uit een bepaald mensbeeld: alle mensen zijn mondige en zelfstandig burgers en hebben dezelfde mogelijkheden.

Vervolg hoofdstuk 1 en 3 Let op: jullie mogen geen diagnose stellen. Diagnose volgens Fontaine: een “inzichtgevende verklaring voor probleemgedrag” (Fontaine, 2010). Ontleed deze zin, wat zegt het je? Plancyclus als meta methode: een denk model waarmee je je handelen richting geeft.

Vervolg Plancyclus als meta methode: een denk model waarmee je je handelen richting geeft. Plancyclus als middel te werken aan professionalisering als professional, als team en als beroepsgroep.

Het kader van de plancyclus Wat is het biopsychosociaal model? Waarom is het in dit kader belangrijk? De slinger beweging tussen nature en nurture. De mens als een geheel. biopsychosociaal: samenhang van problemen op verschillende terreinen.

Verantwoording afleggen Aan de overheid/organisatie Aan de cliënt Maar ook samenwerken en afstemmen. Motto van het CJG: één gezin – één plan.

Oriënteren Oriënteren Diagnosticeren Plannen Uitvoeren Evalueren

Oriënteren Signaleren = iets opmerken en er betekenis aan toekennen. Omschrijf in concreet gedrag, zo objectief mogelijk. Is “zij gedraagt zich agressief” objectief? Als dat niet lukt, ga observeren. Begin niet met de conclusie. Wat jij als probleemgedrag ziet, hoeft een ander niet zo te zien. Wat is het signaal in de casus van John?

Oriënteren Check je eigen indruk bij anderen. Waarnemingen zijn subjectief. Intersubjectiviteit: je komt tot een gezamenlijke indruk. Wie heeft er een probleem? De cliënt, de begeleider, de omgeving of het team?

Oriënteren De invloed van de instelling op je indruk van de cliënt. De visie en doelen van de instelling bepalen mede jouw manier van kijken naar de doelgroep. Maar ook de mogelijkheden die jij hebt om te handelen. Maatschappelijke ontwikkelingen bepalen ook de manier waarop jij naar problemen van je doelgroep kijkt. Voorbeeld van maatschappelijke ontwikkelingen, het doel van een instelling en de kijk op problemen van de doelgroep vanuit mijn oude werk: mijn gesprek met Gerda over de buurtpedagoog.

Oriënteren. Problematiseren = onderzoekende vragen stellen om het probleem in kaart te brengen. Wie heeft er een probleem: cliënt, omgeving, team, organisatie? Onderzoeken van je eigen normen en waarden. Het algemene beeld van de cliënt. Past dit gedrag in de fase waarin dit kind zich bevindt? Het biopsychsociale model. Eventueel dossier onderzoek. Gesprek met cliënt en/of omgeving! Niet vergeten.

Oriënteren. Is er wel een probleem bij de cliënt of heeft het team, jij of de omgeving een probleem. Het probleem heeft zich tijdens deze fase opgelost: aandacht doet soms wonderen. Het probleem is zo duidelijk dat direct tot handelen kan worden over gegaan. Formuleer nog wel de probleemdefinitie.

Oriënteren. De probleemdefinitie. Hiermee sluiten we deze fase af. De formule: Wie vertoont, sinds wanneer, welk gedrag, in welke situaties.

Oriënteren Het gedrag zo concreet mogelijk beschrijven. Als gedrag van anderen onderdeel van probleem uit maken, dit ook beschrijven. Het gedrag kan ook vervangen worden door een gevoel of beleving als de cliënt deze met jouw besproken heeft.

Oriënteren. Wat is het probleem met of van Johnnie?

Huiswerk Lees hoofdstuk 4 nog een keer, lees hoofdstuk 5. Bereid vragen voor. Onderzoek op je stageplek of er een casus is die je kunt gebruiken voor de eindopdracht.