Geschiedenis van het Christendom Keuzemodule Hogeschool Rotterdam
Het ontstaan van het Christendom Het Romeinse Rijk Jezus van Nazareth Van oergemeente tot vroege kerk
Palestina in het Romeinse Rijk Palestina v.a. 63 v. Chr. opgenomen in het Romeinse Rijk Herodes de Grote Joodse religie was ‘religio licita’
Palestina ten tijde van Jezus
Palestina in het Romeinse Rijk Partijen binnen het jodendom Farizeeën Sadduceeën Zeloten Essenen diaspora
Palestina in het Romeinse Rijk De omstandigheden in het RI waren zodanig dat snelle verbreiding van een religie mogelijk was: Materieel Politiek Cultureel Geestelijk: Wegvallen traditionele verbanden Syncretisme Zedelijk verval Twijfel aan officiële cultus
Palestina in het Romeinse Rijk Antwoorden op de religieuze crisis: Stoicijnen Oosterse mysterie-religies Kybele Isis en Osiris Mithras Filosofie tendens naar monotheisme Neoplatonisme Isis en Horus
Jezus van Nazareth Voornaamste bronnen: 4 canonieke evangeliën Vele apocriefe evangelieën Een historisch verantwoord “Leben Jesu” is niet te schrijven De evangeliën zijn sterk kerygmatisch Ooggetuigenis of gemeentetheologie?
Jezus van Nazareth Geboorte (maagdelijk volgens Matth. 1 en Koran 3:47 sqq.) Besnijdenis (alleen Lucas), jeugd Doop, verzoeking in de woestijn Roeping 12 discipelen (mathetai=leerlingen) Jezus als rondreizend leraar ► Jeruzalem ► Opstanding en hemelvaart
Jezus als rondreizend leraar Wonderen, meestal genezingen Redevoeringen en twistgesprekken Gelijkenissen Essentie van Jezus’ verkondiging: Bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is (nabij) gekomen Radikalisering en relativering van de wet Overschrijding van de grenzen van het zuivere jodendom
Jeruzalem Aankondiging van het lijden en de opstanding (de zoon des mensen moet lijden) Intocht in Jeruzalem op een ezel Tempelreiniging Paasmaaltijd ► Verraad en terechtstelling
Leonardo da Vinci: Het laatste Avondmaal
Van oergemeente tot vroege kerk Zendingsbevel Matth. 28:16-20 Pinksteren Kern van de boodschap: De profetieën zijn vervuld De opstanding
Van oergemeente tot vroege kerk De gemeente in Jeruzalem Gemeenschappelijk bezit Conflict met de Sadduceeën Raad van Gamaliël Stephanus eerste martelaar Cornelius geen jood, gedoopt door Petrus Paulus “Apostelconvent”
Van oergemeente tot vroege kerk IChThUS Iesous =Jozua=Jehosjua’=God zal redden Christos =Masjiach=Messias=gezalfde Theou hUios = Gods Zoon Soter = Redder, Verlosser, Heiland Jezus gebruikt ook de titel “Zoon des mensen”, maar in de derde persoon
Van oergemeente tot vroege kerk Uiteengroeien van jodendom en christendom: Niet joden werden de meerderheid Herinterpretatie joodse gebruiken Nieuwe elementen: zondag, doop Christenen waren afzijdig bij de joods opstanden Verwoesting tempel (70) ► Vervloeking van de christenen in 18-gebed Joodse (ebionitische) christologie als ketters bestempeld
De triomfboog van Titus
Van oergemeente tot vroege kerk Ontstaan van eigen christelijke vormen: Zondagsviering Eucharistie Doop Feesten Christelijke moraal Kerkgebouwen Begraafplaatsen Heiligenverering