De Tabernakel WELKOM in Thema: ‘onder een open hemel’ Voorganger: ds. B. Heslinga Orgel: dhr. Cor van Leeuwen Zondag 04 oktober 2015
Lied 273 1, 4
Loof God, want Hij spreekt onze taal, Hij troont op onze lof. In woord en doop en avondmaal houdt Hij bij ons zijn hof.
Welkom
Psalm 136: 1, 3, 12, 13
Loof Hem die de hemel schiep, zijn verstand is grondloos diep. Hij bereidde zee en land. Eeuwig houdt zijn liefde stand. Loof de Heer, die al wat leeft dagelijks zijn spijze geeft, die ons laaft en die ons voedt. Eeuwig is Hij trouw en goed.
Psalm 136: 1, 3, 12, 13 Aan de God des hemels zij eer en dank en heerschappij, want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid.
Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest Als in den beginne nu en immer En van eeuwigheid tot eeuwigheid Amen Klein Gloria
Stil gebed beginwoord en groet
Lied 218: 1, 4
Dank U voor steun in moeilijkheden, altijd ziet U naar mensen om. Dank U voor vrienden en voor vreemden die ik tegenkom.
Lied 281: 1, 2, 4
Wanneer het donker ons verrast, houd ons dan in uw goedheid vast: Kyrie eleison! Gij roept ons met een nieuwe naam, Uit dit genadeloos bestaan: Kyrie eleison!
Begingebed
Lied 281: 7, 8
Hij gaat ons voor, is ons vooruit. De schepping zingt zijn vreugde uit: Amen. Halleluja!
DE TIEN WOORDEN ALS GELOOFSBELIJDENIS Wij geloven met hart en ziel dat de H EER onze God is, de enige. Hij heeft ons bevrijd – geen andere goden zullen wij dienen, geen enkel beeld van de Levende zullen wij maken. Wij geloven, dat wij naar zijn beeld en gelijkenis geschapen zijn – dat wij in Gods Naam zullen leven. Wij geloven, dat de dag van de H EER heilig is – dat allen eerbied waardig zijn die ons voorgaan naar het land van Gods belofte.
DE TIEN WOORDEN ALS GELOOFSBELIJDENIS Wij geloven, dat enkel liefde de dood overwint – dat wij elkaar trouw mogen zijn, zoals God zich met ons verbonden heeft. Wij geloven, dat een waarachtig getuigenis jegens onze naaste en de eerbiediging van zijn bezit God welgevallig is. Dat geloven en belijden wij, voor God en elkaar. Amen.
Lied 281: 9, 10
Ontvlam in ons en vuur ons aan! Getroost zullen wij verder gaan. Amen. Halleluja!
Gebed
We steken de kaarsen van de kindernevendienst aan
Samen in het licht Wij gaan voor even uit elkaar, en delen nu het licht. dat licht vertelt ons over God, op Hem zijn wij gericht. Wij geven Gods verhalen door Heer Jezus, spreek uw Woord Schijn met uw licht op onze weg, op ieder die het hoort.
Samen in het licht Straks zoeken wij elkaar weer op en elk heeft zijn verhaal. De Heer verbindt ons met elkaar: Hij roept ons allemaal.
Kinderen naar de kinderdienst
Deuteronomium 16: Wanneer het graan is gedorst en de druiven zijn geperst, moet u gedurende zeven dagen het Loofhuttenfeest vieren. 14 Vier dan uitbundig feest, samen met uw zonen en dochters, uw slaven, uw slavinnen, en de Levieten, de vreemdelingen, de weduwen en de wezen die bij u in de stad wonen. 15 Zeven dagen lang moet u voor de HEER, uw God, feestvieren op de plaats van zijn keuze. Hij zal immers al uw werk zegenen en u een rijke oogst geven. Vier daarom uitbundig feest. 16 Driemaal per jaar moeten alle mannen dus voor de HEER, uw God, verschijnen op de plaats die hij zal kiezen: voor het feest van het Ongedesemde brood, het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest. Ze mogen daar niet met lege handen komen;
Deuteronomium 16: ieder moet geven naar de mate waarin de HEER, uw God, hem heeft gezegend.
Jesaja 12: Op die dag zul je zeggen: ‘Ik zal u loven, HEER. U bent woedend op mij geweest, maar uw toorn is geweken, u troost mij. 2 God, hij is mijn redder. Ik heb een vast vertrouwen, ik wankel niet, want de HEER is mijn sterkte, hij is mijn beschermer, hij heeft mij redding gebracht.’ 3 Vol vreugde zullen jullie water putten uit de bron van de redding. 4 Op die dag zullen jullie zeggen: ‘Loof de HEER, roep zijn naam uit. Maak alle volken zijn daden bekend, verkondig zijn verheven naam.
Jesaja 12: Zing een lied voor de HEER: wonderbaarlijk zijn zijn daden. Laat heel de aarde dit weten. 6 Jubel en juich, inwoners van Sion, want groot is de Heilige van Israël, die in jullie midden woont.’
Lied 262: 1, 4, 5 1. Door de eeuwen zwierf een volk Voortgedreven en vervolgd: In verdrukking hield het stand, smachtend naar een vaderland Refrein: God van toekomst en verleden Sterk uw volk met hoop en kracht: Geef het wijsheid, schenk het vrede, In het land waar U hen bracht
Lied 262: 1, 4, 5 4. Van het dorre, droge zand Maakten zij een vruchtbaar land. Hoop bloeit op in de woestijn; Laat het tot een teken zijn! Refrein: God van toekomst en verleden Sterk uw volk met hoop en kracht: Geef het wijsheid, schenk het vrede, In het land waar U hen bracht
Lied 262: 1, 4, 5 5.In de dreiging om hen heen, Stond het volk heel vaak alleen. Maar door trouwe vriendschapsband Kwam er uitkomst, hield het stand. Refrein: God van toekomst en verleden Sterk uw volk met hoop en kracht: Geef het wijsheid, schenk het vrede, In het land waar U hen bracht
Johannes 7: Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: ‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! 38 “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’ 39 Hiermee doelde hij op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven. 40 Toen de mensen in de menigte dit hoorden zeiden ze: ‘Dit moet wel de profeet zijn.’ 41 Anderen beweerden: ‘Het is de Messias,’ maar er werd ook gezegd: ‘De Messias komt toch niet uit Galilea? 42 De Schrift zegt toch dat de Messias uit het nageslacht van Davidkomt en uit Bethlehem, waar David woonde?’
Johannes 7: Zo ontstond er verdeeldheid in de menigte, 44 en sommigen wilden hem grijpen, maar niemand deed hem iets.
Gezang 400 LB: 1, 8, 12
Geloofd om moeder aarde, Heer, halleluja, ons leven staat in haar beheer, halleluja, zij geeft ons vruchten zonder tal, halleluja, en bonte bloemen overal, halleluja. Halleluja, halleluja, halleluja. Geloofd, gezegend zijt Gij Heer, halleluja, wij brengen U de lof en eer, halleluja. Wij willen nederig en klein, halleluja, de dienaars van uw grootheid zijn, halleluja. Halleluja, halleluja, halleluja.
Verkondiging
Lied 800: 1, 2, 3
Een diepe nacht zou mij omvangen waarna geen blijde morgen daagt. Ik werd verteerd door wild verlangen, door ’s levens maalstroom weggevaagd. Ik zou alleen zijn, van het heden en van de toekomst ongewis. Wie kan er aarden hier beneden als er geen open hemel is?
Lied 800: 1, 2, 3 Maar Christus gaf mij taal en teken en ik ben zeker van zijn stem. De nacht is voor het licht geweken, het grondloos lot krijgt zin door Hem. Nu word ik mens, herkrijg mijn vrijheid bij water, woord en brood en wijn, omdat ik weet van zijn nabijheid waar twee of drie vergaderd zijn.
Gebeden
Lied 371: Onze Vader
Inzameling van de gaven (kinderen komen terug van de kindernevendienst)
Slotlied 868: 1, 5
Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen, christenen loof Hem met Abrahams kinderen samen. Hart wees gerust, Hij is uw licht en uw lust. Alles wat ademt zegt: Amen.
Zegen (Amen gezongen)