REGIONAAL OPENBAAR VERVOER presentatie hoorzitting commissie VVI Amsterdam 10 maart 2006 Douwe Tiemersma Regionaal Orgaan Amsterdam
regionaal openbaar vervoer uitgangspunt: bestuurlijke afspraken tussen o.a. ROA provincie Noord-Holland Gemeente Amsterdam in het kader van RegioNet (2002)
regionaal openbaar vervoer “second opinion materieelkeuze” RegioNet: de regionale partijen begrijpen de capaciteit van de NZlijn wordt bepaalt door de vervoersvraag binnen Amsterdam accepteren ‘hoog-breed-lang’ materieel onderkennen dat regionale verlengingen hierdoor moeilijker inpasbaar en duurder worden stellen dat ‘overstapmachines’ noodzakelijk zijn
regionaal openbaar vervoer regionale openbaar vervoer-visie: voorkeur voor rechtstreekse verbindingen, mits voldoende collectiviteit (reizigers) en financieel haalbaar als directe verbindingen niet mogelijk zijn: snel, verbindend netwerk tussen knooppunten (trein, metro, sneltram of regionale bus) van/naar knooppunten een ontsluitend netwerk (lokale bus of tram) overstappen goed gefaciliteren (knooppunten zijn “overstapmachines”)
regionaal openbaar vervoer ruimtelijk-economische ontwikkelingen nadruk op de as Schiphol-ZuidAs-Almere –groei werkgelegenheid met name rond Schiphol en langs ZuidAs –woningbouwopgave concentreert zich binnenstedelijk Amsterdam (50.000), in Almere (45.000) en in de Haarlemmermeer en Amstelland (samen ) vasthouden aan groenstructuur –een groen/blauwe strook scheidt Almere van de rest van de as
regionaal openbaar vervoer
ontwikkeling verkeer en vervoer afstand tussen ‘wonen’ en ‘werken’ gaat toenemen regionaal woon-werkverkeer blijft groeien, (op sommige relaties met 100% tot 2030)
regionaal openbaar vervoer de trein heeft een belangrijke functie in het regionale openbaar vervoer is de capaciteit voldoende om de gewenste ruimtelijk-economische ontwikkelingen te faciliteren? –regionale en boven-regionale vervoersstromen concurreren om capaciteit op het spoor –groei goederenvervoer sterker dan de groei van het personenverkeer
regionaal openbaar vervoer
bekostiging regionaal openbaar vervoer BDU bijdrage mio exploitatie OV Amsterdam 169 mio B&O railinfra Amsterdam 61 mio exploitatie OV Waterland 11 mio exploitatie OV Zaanstreek 8,5 mio exploitatie OV Amstelland/Meerlanden 27 mio exploitatie Zuidtangent 5 mio
regionaal openbaar vervoer uitbreiding van de dienstverlening (nieuwe lijnen of hogere frequenties) kan alleen als: de kaartopbrengsten de kosten dekken of: elders in het lijnennet/frequenties gesneden wordt
regionaal openbaar vervoer
integratie van systemen (metro/lightrail en trein) is een sympathieke gedachte, maar: de capaciteit van het spoor wordt reeds maximaal benut veiligheidsproblemen zijn nog onvoldoende opgelost integratie van systemen kan leiden tot minder punctualiteit kosten van interfaces zijn hoog
regionaal openbaar vervoer “second opinion materieelkeuze” RegioNet: de regionale partijen begrijpen de capaciteit van de NZlijn wordt bepaalt door de vervoersvraag binnen Amsterdam accepteren ‘hoog-breed-lang’ materieel onderkennen dat regionale verlengingen hierdoor moeilijker inpasbaar en duurder worden stellen dat ‘overstapmachines’ noodzakelijk zijn