De jongeman van Naïn Lucas 7:11-17
Lucas: de Heer als Zoon van Adam Zie, de Man – Zijn Naam is SPRUIT – Zacharia 6:12 de ideale Man van God afhankelijk van Vader in gebed 3:21; 6:12
Wonderen door Hem - alleen in Lucas: Wonderlijke visvangst Wonderen door Hem - alleen in Lucas: Wonderlijke visvangst 5:4-11 Jongeman van Naïn 7:11-17 Kromgebogen vrouw 13:11-17 Waterzuchtige genezen 14:1-6 Tien melaatsen genezen 17:11-19 Malchus’ oor hersteld 22:50,51 (+ 11 unieke gelijkenissen)
Naïn
Jongeman van Naïn – 7:11-17 Verband: 5:12 -9:21 de Koning - herauten 11- : de Heer komt bij Naïn -11 : de menigte bij de Heer 12- : de dode jongeman -12 : zijn moeder 13- : ontferming -13 : woorden 14- : handelingen -14 : woorden 15- : de dode jongeman 16 : de menigte bij de Heer 17 : de Heer – Zijn eer ging vanuit Naïn
in het vervolg slaaf van de centurion (baas over 100) Lucas 7:1-10 11. En het gebeurde in het vervolg, dat Hij naar een stad ging die Naïn heette, en veel van Zijn discipelen en een grote menigte gingen samen met Hem. in het vervolg slaaf van de centurion (baas over 100) Lucas 7:1-10
11. En het gebeurde in het vervolg, dat Hij naar een stad ging, geroepen: Naïn, en veel van Zijn discipelen en een grote menigte gingen samen met Hem. stad Naïn ‘lieflijk’ – / Hebreeuws: Nun = 50 Jozua, de zoon van Nun 50e dag: na de verlossing het spreken van God
Hij, samen met leerlingen en een grote menigte. Een ontmoeting. 11. En het gebeurde in het vervolg, dat Hij naar een stad ging, geroepen: Naïn, en veel van Zijn discipelen en een grote menigte gingen samen met Hem. Hij, samen met leerlingen en een grote menigte. Een ontmoeting.
12 Terwijl Hij echter de poort van de stad naderde, en zie 12 Terwijl Hij echter de poort van de stad naderde, en zie! er werd een, die dood was, uitgedragen. de poort: bestuur, macht – Hb: poort, haar, vorst(in)
12 Terwijl Hij echter de poort van de stad naderde, en zie 12 Terwijl Hij echter de poort van de stad naderde, en zie! er werd een, die dood was, uitgedragen. buiten de poort: de dode niet langer onder stadsbestuur
12 Terwijl Hij echter de poort van de stad naderde, en zie 12 Terwijl Hij echter de poort van de stad naderde, en zie! er werd een, die dood was, uitgedragen. Hij was de eniggeboren zoon van zijn moeder. eniggeboren zoon: beeld van de Heer Jezus Christus (Joh.1:14,18) - Isaäk, dochtertje van Jaïrus, maanzieke zoon (eniggeboren) moeder: type van het volk Israël
12 Hij was de eniggeboren zoon van zijn moeder. En zij was weduwe.. moeder: het volk Israël = weduwe Jesaja 54:4,7 Wees niet bevreesd, want jullie zullen niet beschaamd worden... Ja, jullie zullen de schande van jullie jeugd vergeten, en niet meer denken aan de smaad van jullie weduwschap.
12 Hij was de eniggeboren zoon van zijn moeder 12 Hij was de eniggeboren zoon van zijn moeder. En zij was weduwe, en een behoorlijke menigte van de stad was samen met haar. de stad liep uit en rouwde mee: buiten de poort, de legerplaats
(vergelijk: Samaritaan - Lucas 10:30 en de vader - Lucas 15:20) 13 En haar ziende, was de Heer innerlijk met ontferming bewogen over haar, en zei tegen haar: Huil niet. Gods liefde: innerlijk met ontferming bewogen, mededogen hebben – als Mens (vergelijk: Samaritaan - Lucas 10:30 en de vader - Lucas 15:20)
vergelijk: dochtertje van Jaïrus, Lazarus 14. En Hij ging naar de baar toe en raakte die aan (de dragers nu stonden stil) en Hij zei: Jongeman, Ik zeg je, weest opgewekt! Hij ging naar de baar toe liep naar voren raakte die aan zou onrein worden Jongeman (jeugdige) : weest opgewekt! vergelijk: dochtertje van Jaïrus, Lazarus
15 En de dode ging overeind zitten en begint te spreken 15 En de dode ging overeind zitten en begint te spreken. En Hij geeft hem aan zijn moeder. En de dode ging overeind zitten (medische term) (Handelingen 9:40) zijn moeder kreeg hem terug
de eniggeboren zoon (van Naïn) werd opgewekt uit de dood de eniggeboren Zoon van God werd opgewekt uit de dood En Hij is de Eerstgeborene uit de doden (Kolossenzen 1:18)
ONTMOETING tussen twee menigten 2000 jr geleden + toekomst ..voor een klein ogenblik heb Ik je verlaten…. (Jesaja 54:7)
menigte de stad uit ontmoet de Heer met een menigte als rouwstoet (Naïn) discipelen menigte de stad uit ontmoet de Heer met menigte als vlucht heiligen, op de Olijfberg Zacharia 12:10 – 13:6 – 14:1-5
En over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij aanschouwen, die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene. Zacharia 12:10
Als men tegen Hem zegt: Wat betekenen deze wonden aan Uw handen Als men tegen Hem zegt: Wat betekenen deze wonden aan Uw handen? Dan zal hij zeggen: Dat Ik geslagen ben in het huis van hen die Mij liefhebben. Zacharia 13:6
Dan zal Ieue uittrekken en tegen die heidenvolken strijden, zoals de dag dat Hij streed, op de dag van de strijd. Op die dag zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, ten oosten ervan. Dan zal de Olijfberg in tweeën gespleten worden naar het oosten en naar het westen. Er zal een zeer groot dal ontstaan, als de ene helft van de berg naar het noorden zal wijken en de andere helft ervan naar het zuiden. Zacharia 14:3,4
Dan zult u vluchten door het dal van Mijn bergen, want het dal tussen de bergen zal reiken tot Azal (gereserveerd). Zacharia 14:5
Ja, u zult vluchten, zoals u gevlucht bent voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda. Dan zal Ieue (Ik ben), mijn Alueim (God), komen: al de heiligen met U! Zacharia 14:5
In de ontmoeting wordt de eniggeboren Zoon terug- gegeven aan de moeder, de weduwe, Israël ..en in grote barmhartigheden zal Ik jullie bijeenbrengen… (Jesaja 54:7)
Onze ontmoeting is met Christus Jezus in de lucht, vóór de 70e week; 1 Thessalonicenzen 4:15-18