De aard en effectiviteit van management Management van gedrag Hoofdstuk 2 De aard en effectiviteit van management 1
Wat is management? Een functie Een bron van gezag De mensen die deze functie uitoefenen Een sociale positie Drucker Een bron van gezag Een discipline Een onderzoeksgebied 4
Onderdelen van management Plannen Organiseren Bevelen Coördineren Controleren 10
Het werk van de manager – de omgeving 19 Figuur 2.5
De rollen van de manager Formele autoriteit en status Sociale rollen Informatieve rollen Besluitvormingsrollen 20
Situationeel management 25 Figuur 2.8 Bron: uit Misselhorn, H., The Head and Heart of Management, Management and Organization Development Consultants (2003), blz.13. Overgenomen met toestemming.
Tien belangrijke strategieen voor de Europese managers van de toekomst Leiderschap ontwikkelen Ingrijpende veranderingen stimuleren De cultuur veranderen Verdeel en heers De ‘organisatie’ benutten Concurrentievoordeel behouden Heller Zorgen voor voortdurende vernieuwing Management van motiverende factoren 9. Zorgen voor teamwork 10. Streven naar total quality management 26
De aannames van de X-theorie over de menselijke aard De X-theorie veronderstelt het volgende: De gemiddelde werknemer is lui en houdt niet van werken. Wil de organisatie de gestelde doelen behalen, dan moet het personeel gedwongen, gecontroleerd, aangestuurd en bestraft worden. De gemiddelde werknemer vermijdt verantwoordelijkheid en verkiest aansturing. Motivatie vindt alleen plaats op het fysiologische en veiligheidsniveau. 30
De aannames van de Y-theorie over de menselijke aard De Y-theorie veronderstelt het volgende: Voor de meeste mensen is werk net zo natuurlijk als ontspanning en vrijetijdsbesteding. Mensen sturen zichzelf aan en controleren zichzelf. Toewijding aan doelstellingen is afhankelijk van de beloning die met het behalen van deze doelstellingen gepaard gaat. In de juiste omstandigheden kan de gemiddelde werknemer leren om verantwoordelijkheid te dragen en te wensen. 31
De aannames van de Y-theorie over de menselijke aard (vervolg) De Y-theorie veronderstelt het volgende: Creativiteit in het oplossen van problemen is wijdverspreid. Het intellectuele potentieel van de gemiddelde mens wordt slechts ten dele benut. Motivatie vindt plaats op het sociale, erkennings- en zelfrealisatieniveau. 32
Het leiderschapsraster (deel a) 35 Figuur 2.9 (a) Bron: Blake, R. R. and McCanse, A. A., Leadership Dilemmas – Grid Solutions, Gulf Publishing Co., Houston (1991), blz. 29, (raster), blz. 30 (paternalisme) en blz. 31 (opportunisme). Overgenomen met toestemming van Grid International, Inc.
Het leiderschapsraster (deel b) Figuur 2.9b Bron: Blake, R. R. and McCanse, A. A., Leadership Dilemmas – Grid Solutions, Gulf Publishing Co., Houston (1991), blz. 29, (raster), blz. 30 (paternalisme) en blz. 31 (opportunisme). Overgenomen met toestemming van Grid International, Inc.
Management by objectives (MBO) MBO is een stijl of systeem van management waarmee men door het betrekken van alle managementniveaus organisatiedoelen aan individuele prestaties en ontwikkeling probeert te koppelen. De basis voor een MBO-systeem is het volgende: Het vaststellen van doelstellingen en targets Participatie van afzonderlijke managers bij het vaststellen van doelstellingen en prestatiecriteria Voortdurende beoordeling van de eindresultaten. 40
De cyclus van MBO-activiteiten 41 Figuur 2.10
Effectief mensenmanagement 43 Figuur 2.11
Algemene criteria voor managementeffectiviteit Het werk van de manager De manager zelf De relatie met anderen De manager als lid van de organisatie Algemeen effectiviteitscriterium 48